Bs. 1 Het zintuigstelsel Flashcards
Hoe noem je prikkels uit het externe milieu? Geef een voorbeeld.
Externe prikkels. Geluid, licht, druk.
Hoe noem je prikkels uit het inwendige milieu? Geef een voorbeeld.
Interne prikkels. Honger, osmoreceptoren in de hypothalamus meten de osmotische waarde van het bloed op, waardoor ze de urineproductie kunnen beïnvloeden.
Wat zijn mechanische receptoren? En waar reageren ze op?
Deze receptoren reageren op mechanische vormen van energie, zoals aanraking, geluid en beweging. Een impuls ontstaat als het celmembraan buigt of uitrekt.
Wat zijn gehoor en evenwichtsreceptoren?
Dit zijn mechanische receptoren met fijne haartjes die reageren op de beweging daarvan.
Wat zijn tast en drukreceptoren?
Dit zijn mechanische receptoren die reageren op aanraking van de huid. De tastreceptoren maken al een impuls als het celmembraan een beetje wordt vervormd. De drukreceptoren liggen dieper en hebben dus meer kracht nodig om geactiveerd te worden.
Wat zijn chemische receptoren?
Dit zijn receptoren die bepaalde moleculen uit de omgeving binden. Voorbeeld: Smaakpapillen en neus.
Wat zijn temperatuurreceptoren?
Dit zijn receptoren die reageren op een stijging of daling van de temperatuur.
Wat zijn pijnreceptoren?
Dit zijn receptoren die verspreid liggen over het hele lichaam, en- reageren op pijn. Dit in de vorm van extreme druk, extreme temperaturen of chemische stoffen die vrijkomen bij beschadiging of ontsteking van het weefsel.
Wat is een lichtreceptor?
Zintuigcellen die reageren op licht.
Wanneer ontstaat een impuls?
Als de sterkte van de prikkel hoger is dan de drempelwaarde. =prikkeldrempel
Wat is een adequate prikkel?
Een prikkel die “past” op het zintuig. Licht-oog, aanraking-huid. etc etc.
Wat gebeurt er als een prikkel aanhoudt?
De prikkeldrempel stijgt en de impulsfrequentie daalt. Dit noem je gewenning.
Wat gebeurt er als je vanuit een lichte kamer een donkere kamer in stapt?
Je ziet eerst niks, je ogen moeten nog wennen. Dit noem je adaptatie of gewenning.