Bs. 1 - Regeling en homeostase Flashcards
1
Q
Wat is de normwaarde?
A
De normale hoeveelheid stoffen en waardes van je lichaam
2
Q
Wat is een dynamisch evenwicht?
A
Een (gezonde) schommeling van waardes in je lichaam
3
Q
Hoe wordt je dynamisch evenwicht in stand gehouden?
A
Door de regelkring
4
Q
Hoe heet het in stand houden van de waardes in je lichaam?
A
Homeostase
5
Q
Wat is een negatieve terugkoppeling?
A
Wanneer een toename van het resultaat zorgt voor een remming in het proces.
6
Q
Hoe noem je het als een toename van het resultaat een proces versterkt?
A
Positieve terugkoppeling
7
Q
Behoren de inhoud van je darmen en longen bij het uitwendige of inwendige milieu?
A
Het uitwendige- het staat niet in direct contact met de omgeving.