brein structuren Flashcards

1
Q

Medulla (achterhersenen)

A

het is het meest posterieure (achterste) deel van het brein. De medulla ligt net boven de ruggengraat en is het aanzetstuk van de ruggengraat die tot in het brein loopt (verlengde merg). De medulla bestaat uit kanalen die signalen verplaatsen tussen de rest van het brein en het lichaam. De medulla is verantwoordelijk voor vitale reflexen zoals: ademen, de hartslag, overgeven, hoesten, niezen en speekselaanmaak.
Opiaatreceptoren: zijn overvloedig in de medulla  rol in pijnvermindering  gebeurt via hersenzenuwen (cranial nerves). De hersenzenuwen controleren sensaties (gevoel) van het hoofd, spierbewegingen in het hoofd en organen zijn via twaalf hersenzenuwen verbonden met de hersenen. Cranial nerves  reguleren de hartslag, ademhaling, spijsvertering en bloeddruk. Beschadigingen van de medulla zijn in veel gevallen fataal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

reticulaire formatie (achterhersenen)

A

van medulla en pons. Dit bevat 100 kleine kernen die de centrale kern van de hersenen vormen. Functies: motoriek, bewustzijn en slapen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Raphe systeem (achterhersenen)

A

van medulla en pons, die de motorische gebieden van de ruggengraat aanstuurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pijnappelklier (achterhersenen)

A

scheidt neurotransmitters en hormonen af, dag- en nachtritme en seksuele rijping (begin puberteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pons (achterhersenen)

A

reguleert de slaap. Het bevat net als de medulla nuclei van verschillende hersenzenuwen. De pons kruist de axonen van beide hersenhelften naar de tegenovergestelde kant van de ruggengraat: L hersenhelft  R lichaam en andersom. Het ligt anterior en ventraal ten opzichte van de medulla.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cerebellum (achterhersenen)

A

(kleine hersenen) dit is een grote structuur in de achterhersenen met diepe vouwen. Het is een sensomotorische structuur die bijdraagt aan het aansturen van beweging en zorgt voor controle van balans en coördinatie. Mensen met schade aan het cerebellum ervaren verschillende cognitieve disfuncties en daarom wordt vermoed dat niet alleen balans en coördinatie (sensomotorisch) hierbij betrokken zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hersenstam

A

De medulla, pons, middenhersenen en andere centrale structuren van de voorhersenen vormen samen de hersenstam. (Geen cerebellum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tectum (middenhersenen)

A

dit is het dak van de middenhersenen en dus de dorsale oppervlakte. Het tectum gaat over sensorische processen. Het tectum heeft aan beide kanten een zwelling: superior colliculus (visuele functies) en de inferior colliculus (auditieve functies).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tegmentum (middenhersenen)

A

dit ligt onder (ventraal) het tectum. Het tegmentum bevat de derde en vierde hersenzenuwen, delen van de reticulaire formatie en verlengingen van de wegen tussen de voorhersenen en de ruggengraat of achterhersenen. 3 structuren:
o Periaqueductal gray: grijze massa die om het cerebrale aquaduct (maakt hersenvocht aan) ligt. Dit is een kanaal dat de derde en vierde ventrikels met elkaar verbindt. Het speelt een rol bij pijn verminderende effecten van opiaten.
o Substantia nigra (zwarte massa) en de rode nucleus, belangrijk voor sensomotorische systemen.
o Ventral tegmental area: gevoelig voor beloningen en dopamine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

thalamus (voorhersenen)

A

betrokken bij motoriek en geeft sensorische informatie door vanuit de kleine hersenen. Dit is een structuur van twee kwabben die de top van de hersenen vormt. Elke kwab bevindt zich aan één zijde van het derde ventrikel. De kwabben zijn met elkaar verbonden door de massa intermedia die door het ventrikel heen loopt. Op de oppervlakte van de thalamus is een witte laag bestaande uit gemyeliniseerde axonen. De thalamus omvat verschillende paren nuclei die voornamelijk naar de cortex projecteren. Het is de hoofdbron voor ontvangen sensorische informatie en geeft dit door naar de cerebrale cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hypothalamus (voorhersenen)

A

ligt onder de thalamus en is betrokken bij gemotiveerd gedrag (primaire verlangens  emotie). Het heeft veel connecties met de rest van het brein. De hypothalamus reguleert de hoeveelheid hormonen die de hypofyse (pituitary gland) uitscheidt. Schade kan leiden tot afwijkingen in eet, drink, seksueel gedrag, temperatuur regulatie, vechten en activiteitsniveau.
o Optische chiasme, dit is het punt waarop de optische zenuwen van beide ogen bij elkaar komen.
o Mamillaire lichamen: bolvormige kernen
o Pituitary gland (hypofyse): is een endocriene (hormoonproducerende) klier die aan de basis van de hypothalamus is gevestigd. Als reactie op de hormonen die de hypothalamus afgeeft, maakt de hypofyse ook hormonen aan die via het bloed naar de organen gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cerebrale cortex (voorhersenen)

A

het is het buitenste gedeelde van de voorhersenen en het wordt gezien als grijze massa, door de grote hoeveelheid aan neuronen zonder myeline (vooral cellichamen). De laag onder de cortex bevat juist veel gemyeliniseerde axonen en wordt de white matter genoemd. De cerebrale cortex bevat vele groeven, waardoor de oppervlakte van de cortex wordt vergroot, zonder het algemene volume aan de hersenen te vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fissuren (voorhersenen)

A

groeven in de cortex. De kleine groeven  sulci (dal kloof). De ruggen tussen de groeven in  gyri (top kloof). De cortex bestaat uit twee hemisferen die worden gescheiden door een longitudinale fissure. De twee hemisferen worden verbonden door het corpus callosum (en anterior / posterior commissure) en cerebrale commissure die bestaat uit vezel tracts (white matter). Beide hemisferen bevatten centrale- en laterale fissure die de hemisferen in 4 kwabben verdelen.
Wat doen deze groeven?  vergroter oppervlakte van de hersenen  meer neuronen  sneller info verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

frontale kwab (voorhersenen)

A

deze kwab ligt voorin het hoofd en heeft twee functionele gebieden:
1. Precentrale gyrus en aangrenzende frontale cortex  motorische functie.
2. Prefrontale cortex  complexe cognitieve functies (persoonlijkheid, analytisch vermogen, emotionele functies, plannen, redeneren). De neuronen bestaan uit veel synapsen, waardoor ze veel informatie kunnen verwerken.
Schade: verminderen beheersing van emoties  impulsiever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pariëtale kwab (voorhersenen)

A

deze kwab bevat de postcentrale gyrus: analyseert sensaties(gevoel) die binnenkomen van receptoren van het lichaam. De rest van de kwab houdt zich bezig met het waarnemen van de locatie van een object en het eigen lichaam en het sturen van aandacht.
Schade: moeite met schrijven en rekenen, links/ rechts, moeite met ruimtelijke oriëntatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Temporale kwab (voorhersenen)

A

(gehoor) ligt aan de zijkant van het hoofd, 3 functionele gebieden:
1. Superieure temporale gyrus, betrokken bij horen en taal.
2. Inferieure temporale cortex, identificeert complexe visuele patronen.
3. Mediale temporale cortex, betrokken bij bepaalde vormen van geheugen.
Schade: slechter gehoor, moeite met taal, emotionele/ cognitieve verandering. Tumor kan zorgen voor hallucinaties.

17
Q

Occipitale kwab (voorhersenen)

A

ligt achter in het hoofd en is betrokken bij het analyseren van visuele informatie (waarnemen van vormen en kleuren).
Schade: corticale verbinding (je ogen werken, maar je kan geen percepties zien)

18
Q

Laminea (voorhersenen)

A

De kwabben niet los van elkaar één functie, maar werken samen. De cerebrale cortex bevat 6 laminae (lagen) van cellichamen die parallel liggen aan de oppervlakte van de cortex en via een laagje vezels van elkaar worden gescheiden. De laminae verschillen van locatie tot locatie in de cortex in dikte en aanwezigheid.

19
Q

Hippocampus (voorhersenen)

A

grote structuur tussen thalamus en cerebral cortex. Hippocampus is belangrijk bij soorten herinneringen en het vaststellen van waar je bent en wat je gaat doen. Reguleert het lange termijn geheugen.

20
Q

Limbisch systeem (voorhersenen)

A

is betrokken bij motivaties en emoties als eten, drinken, seksuele activiteit, angst en agressie. Het is een circuit aan middenlijnstructuren rondom de thalamus.
- Amygdala: legt verbanden tussen informatie uit zintuigen om te koppelen aan emotie (vooral angst).
- Cingulate cortex: betrokken bij emoties, leren en herinneren.
- Fornix: grootste kanaal en het verbindt de hypocampus met andere delen van het brein.

21
Q

Basal ganglia (voorhersenen)

A
  • Septum: vormt een scheiding tussen de zijventrikels in de hersenen. Betrokken bij het reguleren van emoties
  • Caudate: loop vanuit amygdala en vormt een ringvormige structuur.
  • Putamen: verbonden aan caudate en samen vormen ze het striatum.

Basal ganglia: groep structuren bestaande uit: amygdala, caudate nucleus, putamen en globus pallidus. Schade hieraan belemmert de beweging (vb: parkinson). De rol gaat verder dan beweging, basal ganglia is belangrijk voor aangeleerde vaardigheden, plannen, gewoonten en andere soorten van leren. De basale ganglia heeft ook een bleke cirkelvormige structuur: globus pallidus.