Blok 2 Orthopedagiek 4-6 Flashcards

1
Q

Het speciaal onderwijs bestaat uit 4 clusters welke zijn dat?

A

Speciaal onderwijs:

Cluster 1)Blinde, slechtziende kinderen;

Cluster 2)Dove, slechthorende kinderen en kinderen met een taal-spraakontwikkeling;

Cluster 3)Motorisch gehandicapte, verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen;

Cluster 4)Kinderen met een psychische stoornis en gedragsproblemen;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een een (CI) Cochleair Implataat en wat is de functie ervan?

A

Een CI is een implataat die geluiden omzet in electrische signalen en worden doorgegeven aan de oorzenuw (geluiden klinken anders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vormen van Onderwijs kunnen worden geboden aan dove en slechthorende kinderen?

A
  1. Regulier onderwijs met ambulate begeleiding vanuit speciaal onderwijs.
  2. Tussenvormen: regulier ondewijs gespecialiseerd in kinderen met een auditibve beperking; School in school: een reguliere school met één klas met kinderen met auditieve beperkingen, met begeleiding van gespecialiceerde leerkrachten.
  3. Speciaal onderwijs: cluster 2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gevolgen van doofheid en slechthorendheid liggen vooral op deze twee vlakken:

  1. Cognitief en motorisch
  2. Sociaal emotioneel en motorisch
  3. Cognitief en sociaal-emotioneel
A

c.Cognitief en sociaal-emotioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van doofheid wordt officieel gesproken bij een gehoorverlies van:

  1. Meer dan 90DB
  2. 60-90 DB
  3. 20-40 DB
A

A. Meer dan 90DB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het verschil tussen “doof” en “Doof” is het beste te omschrijven als:

  1. Een verschil in gevolgen de doofheid met zich meebrengt
  2. Een verschil in de mate van slechthorendheid/doofheid
  3. Een verschil in de beleving van slechthorendheid/doofheid
A

C.Een verschil in de beleving van slechthorendheid/doofheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke Ontwikkelings valkken bellemerd blindheid een kind?

A

Blindheid heeft invloed op:

  • Cognitieve ontwikkeling
    • Wordt gestimuleerd door visuele prikkels
    • Conceptuele begrippen moeten op een andere manier aan kinderen leren. Denk hier aan vormen, grote etc.
    • Omdat de visuele prikkels weg vallen moeten deze conceptuele begrippen bewuster aan kinderen leren.
  • Motorische ontwikkeling
    • Visuele prikkel is het meest activerende prikkel
    • Blinde kinderen gaan minder vaak exploreren.
    • De ontwikkeling loopt achter omdat de wereld onveilig wordt ervaren.
    • Vertrouwen opbouwen in eigen lichaam eerst.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling
    • Het aangaan van sociale contacten is vaak moeilijk
  • Communicatieve ontwikkeling
    • Hechting: kinderen schrikken als ze worden opgepakt. En draait wellicht zijn gezicht om beter te kunnen horen.
    • Voorlichting geven aan ouders over signalen van blinde baby.
  • Spelontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar richt de begeiding zich op in gezinnen van kinderen die behoren tot cluster 2?

A

Ouders

  • Rouwverwerking’
  • Verdriet, angst, onzekerheid, neerslachtigheid, opstandigheid, ontkenning
  • Handelingsverlegenheid → doe ik het wel goed?
  • Geconfronteerd met lastige en ingewikkelde vragen
  • Praktische problemen

Praktische begeleiding voor kind en gezin

  • Horen en voelen zijn belangrijke zintuigen. Omgeving overzichtelijk en voorspelbaar laten zijn (structureren)
  • Benoem en beschrijf voorwerpen, ruimtes en personen
  • Laat horen dat je er bent, lichamelijk (tactiel) contact (niet onverwachts)
  • Leer het kind zelfstandig te worden
  • Indien een kind nog wel iets kan zien, zorg dan voor voldoende licht
  • Maak geluidsopnames op vakantie, geluiden zijn een dierbare herinnering
  • Denk bij speelgoed aan bijv. een anti slipmatje voor puzzels en gooi dobbelstenen in een deksel.
  • Geduld
  • Omgaan met verschillende reacties
  • Interactie stimuleren
  • Stem af met het kind!

Broertje en zusjes

  • Geef eerlijk antwoord op de vragen, wat bij de leeftijd past.
  • Speel in op de gevoelens en onzekerheden van broertjes en zusjes
  • Balans vinden tussen broers en zussen er bij te betrekken en ‘gewoon’ broer en zus te kunnen laten zijn.
  • Probeer iedereen een gelijkwaardige plek in het gezin te geven.
  • Lotgenoten

Interventies en behandeling

  • Multidisciplinair (via Visio bijv)

Revalidatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke symptomen kunnen duiden op ODC?

A
  • vaak struikelen
  • onhandig zijn
  • houterig bewegen
  • moeite met schrijven
  • spraak achterstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke inrerventies kunnen van toepassing zijn bij kinderen met ODC?

A
  • Protheses
  • ICT: probionic hand
  • Hulp hond
  • Logopedie
  • Revalidatie
  • BVOSK: Bond van ouders voor spastische kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe heet het landelijk protocol oor dyslexy en dyscalculi?

A
  • ERWD-protocol: Integrale aanpak van Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dislexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly