Blok 2 Orthopedagiek 1-3 Flashcards
Wat is het verschil tussen Pedagogisch pessimistisch en pedagogisch optimistisch?
Pedagogisch pessimistisch (tot einde 18e eeuw):
- weinig oog voor kinderen met een handicap
- waar kinderen vooral werden opgevangen in dolhuizen, gestichten
- met geen zicht op verbetering etc.
Pedagogisch optimistisch (vanaf eind 18e eeuw):
- meer groei voor kinderen met een beperking.
- Kinderen konden beterworden heilpagogiek
- Kinderen werden nu niet alleen opgevangen maar ook gestimuleerd.
Wat wordt bedoel met Heilpedagogiek?
- Heilpedagogiek: refereert naar de mogelijkheid tot genezing en/of verbetering
Uit welke onderdelen bestaat Orthopedagogiek?
- Wetenschap en praktijk
- richt zich op beschrijven van aard, achtergrond van het probleem, met een oog onderkenning, behandeling en preventie.
- Kinderen die te vroeg en/of te licht geboren worden hebben een hogere kans op psychosociale problemen (bron: NCJ)
Welke type Theorievormen past het beste bij de bovenstaande stelling?
- (probleem)specifieke theorieën
- Algemeen orthopedagogische theorieën
- Metatheoretische orthopedagogiek
(probleem)specifieke theorieën:Wordt gebruikt binnen een specief onderdeel in het wekrveld; in dit geval psychosociale probelem bij prematuriteit of lichte geborte gewicht.
Het gesloten gedrag van Lily (5 jaar) kan verklaard worden vanuit een taalontwikkelingsprobleem.
Welke type Theorievormen past het beste bij de bovenstaande stelling?
- (probleem)specifieke theorieën
- Algemeen orthopedagogische theorieën
- Metatheoretische orthopedagogiek
(probleem)specifieke theorieën:Wordt gebruikt binnen een specief onderdeel in het wekrveld. in dit geval taal ontwikkeling
Boosheid komt voort uit een niet-ingevulde behoefte (theorie van geweldloze communicatie)
Welke type Theorievormen past het beste bij de bovenstaande stelling?
- (probleem)specifieke theorieën
- Algemeen orthopedagogische theorieën
- Metatheoretische orthopedagogiek
(probleem)specifieke theorieën:Wordt gebruikt binnen een specief onderdeel in het wekrveld; in dit geval geweldloze communicatie
Kinderen die opgroeien in armoede, lopen meer risico op problemen in hun ontwikkeling (bron: NJI)
Welke type Theorievormen past het beste bij de bovenstaande stelling?
- (probleem)specifieke theorieën
- Algemeen orthopedagogische theorieën
- Metatheoretische orthopedagogiek
(probleem)specifieke theorieën:Wordt gebruikt binnen een specief onderdeel in het wekrveld; in dit geval armoede risicofactoren.
Je bent nieuw op je stageplek en gaat binnenkort aan de slag met een (POS) Problematische opvoedingssituaties. Je weet nog niet wat dit precies inhoud en hoe je zo een probleem moet aanpakken. Daarom ga je onderzoek doen naar wat zo een POS inhoudt.
Welke type Theorievormen kun jij je het beste op richten?
- (probleem)specifieke theorieën
- Algemeen orthopedagogische theorieën
- Metatheoretische orthopedagogiek
2. Algemeen orthopedagogische theorieën
- Gaan over de algemene visie van orthopedagogiek: hoe gaan we om met hulpvragen en hulpverlening. Het zegt iets over wat de orthopedagogiek inhoudt.
Met welke type theorie vorming houdt de Metatheoretische orthopedagogiek zich mee bezig?
- Wat houdt het vak in?
- wat is het doelgroep?
- welke problematiek komen aanbod?
Gaat voornamelijk over discusssie over het vak zelf.
Waar houdt Orthopedagiek zich mee bezich in de praktijk?
- Het bieden van opvoedhulp in bijzondere situaties t.g.v. (ernstige) ontwikkelings- en opvoedproblemen.
- Beschrijven van de aard en achtergrond van probleem
- Onderkenning
- behandeling
- preventie
Benoem de fases van de regulatieve cyclus van Strien?
A. probleemstelling, onderbouwen, handeleken vormgeven, evaluatie
B. Probleemstelling, diagnose, plan, ingreep, evaluatie
C. Probleemstelling, Handelen vormgeven, ingreep, evaluatie
B. Probleemstelling, diagnose, plan, ingreep, evaluatie
Leg uit wat pedagogen doen tijden de fase van probleemstelling in de regulatieve cyclus.
- Orienteren op de hulpvraag; wie, wat, waarom
- Hulpvraag aanscherpen
- Opstellen van een hypothese
- opstellen van een werkhypothese
Leg uit wat pedagogen doen tijden de fase van diagnose in de regulatieve cyclus.
- Onderzoeken
- Toesten van hypotheses
- Beschijrven van diagnostisch beeld
- Adviesgesprek
“Op school voel ik me vaak verdrietig en ik heb buikpijn, waar komt dat toch door?
De bovenstaande is een voorbeel van:
a. Onderkennende hulpvraag
b. Verklarende hulpvraag
c. een indicerende hulpvraag
B. verklarende hulpvraag: wilt antwoord op de waarom?; wat is de reden?
wat is het verschil van een hypothese en een werkhypothese?
Een hypothese is: een bewering over de aard/ernst van de problematiek, beïnvloedende factoren en gevolgen hiervan.
Een Werkhypothese:
- langer dan een Hypothese;
- verhalend
- combineert verschillende oorzaken en beïnvloedebde factoren