Bijeenkomst 6 H12,13 Flashcards

Agressie en vooroordelen

1
Q

uitdagingshypothesen

A

het verband tussen testosteron en agressief gedrag bestaan alleen als de kansen op voortplanting groot zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

duale hormoonhypothese

A

testosteron en dominant/agressief gedrag houdt alleen verband als cortisol laag is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sociaal-cognitieve leertheorie

A

sociaal gedrag leren we voornamelijk aan door te observeren en te imiteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

frustratie-agressie theorie

A

als iemand gedwarsboomd wordt bij het bereiken van een doel is er meer kant op een agressieve reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

relatieve deprivatie

A

relatieve ongelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vooroordelen

A

negatieve attitudes tegenover een groep mensen op basis van hun lidmaatschap aan die groep (met emotie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stereotype

A

groep over één kamp scheren (cognitief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

discriminatie

A

onrechtvaardig negatief of schadelijk handelen vanuit je vooroordelen en stereotypen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociale identiteitsbedreiging

A

anderen zien jou in het licht van negatieve stereotypen over jouw groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in-group bias

A

mensen voortrekken uit je eigen groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

out-group homogeniteitsbias

A

‘zij’ zijn allemaal hetzelfde (aziaten lijken op elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

realistische conflicttheorie

A

beperkte middelen leiden tot conflicten tussen groepen, mondt uit in sterke vooroordelen en discriminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

contacthypothese

A

contact tussen verschillende etnische groepen doen vooroordelen en discriminatie verdwijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitgebreide contacteffect

A

vooroordelen verminderen wanneer je iemand kent in de wij-groep die bevriend is met mensen in een zij-groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wederzijdse afhankelijkheid

A

2 groepen die elkaar nodig hebben om iets te bereiken wat voor beide kampen belangrijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

catharsis

A

vanuit het psychoanalytische idee van Freud. beschrijft het ‘stoom afblazen’ van agressie door spelletjes of andere uitingen zodat het niet opkropt

17
Q

Geïnstitutionaliseerde discriminatie

A

legale of illegale discriminatie door de overheid of andere gezaghebbende instantie