Bijeenkomst 3 (H6,7) Flashcards
Cognitieve dissonantie, attitudes en attitudeverandering
Cognitieve dissonantie
een onaangenaam gevoel dat wordt veroorzaakt door tegenstrijdige cognities of een handeling die in strijd is met de positieve opvatting van onszelf
Reductie van cognitieve dissonantie door
- Gedrag veranderen
- Gedrag rechtvaardigen
- Zelfbevestiging
Counterfactual thinking
neiging om alternatieven te creëren voor levensgebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden; iets dat in strijd is met wat er werkelijk is gebeurd. “what might have been”
Post decision dissonance
Positieve kanten van keuze benadrukken en negatieve kanten van niet-gekozen benadrukken. Treed op wanneer iemand niet helemaal tevreden is over keuze
Zelfrechtvaardiging
je eigen acties rechtvaardigen om zo het gevoel van zelfwaardering in stand te houden
rechtvaardiging van inspanning
het aantrekkelijk vinden van iets waar je hard voor hebt gewerkt
externe rechtvaardiging
het zoeken naar een rechtvaardiging van een actie die je hebt uitgevoerd
contra-attitude gedrag
wanneer we een mening of attitude verkondigen die afwijkt van onze werkelijke opvattingen (er ontstaat cognitieve dissonantie)
Tricomponent attitudemodel
houdingen samengesteld uit drie componenten: affectief, cognitie, gedragsmatig
op cognitie gebaseerde attitude
gebaseerd op iemand opvattingen en kennis van de eigenschappen van een attitudeobject
op affect gebaseerde attitude
gebaseerd op emoties of waarden
op gedrag gebaseerde attitude
gebaseerd op de observatie van iemand zijn gedrag tegenover een object