Bijeenkomst 1 (H1,2,3) Flashcards
inleiding sociale psychologie, cognitie, perceptie
Fundamentele attributiefout
gedrag; interne factoren overschatten en externe factoren onderschatten
Hindsight bias
het overschatten van het eigen vermogen om een uitkomst te voorspellen, nadat ze te weten zijn gekomen hoe die uitkomst eruit ziet
Schema’s
mentale structuren waarmee we onze kennis over de sociale wereld organiseren (voorgevormd denken)
script
een schema over een gebeurtenis
Sociale categorisatie
het indelen van mensen in categorieën op basis van enkele kenmerken om de sociale wereld begrijpelijker te maken
Toegankelijkheid van schema’s
de mate waarin schema’s zich op de voorgrond van ons bewustzijn bevinden, waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij oordelen over de sociale wereld
Priming
de toename van de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept wanneer iets zich recentelijk heeft afgespeeld
Pygmalion effect
Hoge verwachtingen verbeteren het gedrag en daarom de uitkomst
Heuristiek
de mentale vuistregels om snel en efficiënt te kunnen oordelen (sluiproutes)
Beschikbaarheidsheuristiek
de heuristiek die een oordeel baseert op het gemak waarmee je iets voor de geest kunt halen
Representativiteitsheuristiek
een mentale aanname om iets te classificeren op basis van de mate waarin het lijkt op het meest representatieve prototype dat in ons opkomt
Anker- en correctieheuristiek
een mentale aanname waarbij een getal of waarde als beginpunt gebruikt wordt en vervolgens (te) weinig op dit ankerpunt corrigeren
Analytische denkstijl
concentratie op kenmerken van objecten en minder aandacht voor de omgeving (Westers)
Holistische denkstijl
concentreren op context, in het bijzonder op de wijze waarop objecten zich tot elkaar verhouden (Aziatisch)
Basismotieven van gedachten en gedrag
- behoefte om ons goed te voelen over onszelf (zelfverhefftingsmotief)
- de wereld om ons heen accuraat waarnemen (accuraatheidsmotief