Bijbels Hebreeuws Vrolijk Oef. B1.9 Status Constructus Flashcards
1
Q
עיר דוד
A
De / een stad van David
2
Q
מלך ישראל
A
De/een koning van Israel
3
Q
תורת משה
A
De wet van Mozes
4
Q
בת ציון
A
Een dochter van Tsion
5
Q
אות הברית
A
Het teken van het verbond
6
Q
דבר יהוה
A
Het woord van de Heere
7
Q
מלכי הארץ
A
De koningen malekeey van het land
8
Q
יום כפור
A
De dag van de verzoening
9
Q
מצות יהוה
A
Het gebod van de Here
10
Q
נביא ישראל
A
De/ een profeet van Israel
11
Q
רגלי הכהנים
A
Het lied der liederen
12
Q
ראש השנה
A
Weg van rechtvaardigen
13
Q
כל-עמי הארץ
A
De dag van de Here
14
Q
רוח אלהים
A
De geest van God
15
Q
משלי שלמה
A
De spreuken van Salomo
16
Q
משלי שלמה
A
De spreuken van Salomo
17
Q
חסד יהוה
A
De genade van de Here
18
Q
כבוד יהוה
A
De glorie van de Here
19
Q
קדוש ישראל
A
De heilige van Israel
20
Q
זקני העיר
A
De oudste(n) van de stad
21
Q
מלאך יהוה
A
De/een engel van de Here
22
Q
ישועת אלהים
A
Het heil van God
23
Q
עבד אברהם
A
De/een dienaar van Abraham
24
Q
עצת רשעים
A
Een raad van boosdoeners
