Bijbels Hebreeuws Vrolijk Oef. B1.15 De Voorzetsels ל, כ, ב En Het Voegwoord ו Flashcards

1
Q

לאלהי ישראל

A

Van, voor, aan de God van Israel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

כאלהים

A

Als God

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

בספר תהלים

A

In het boek van de psalmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

בארץ התובה הזאת

A

In dit goede land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

בערי יהודה

A

In de ateden van Juda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

לעבד מלך ישראל

A

Voor de dienaar van de koning van Israel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ליהוה הישועה

A

Van de Here is het heil/ de verlossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

בהיכל ובבית

A

In de tempel en in het huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

בעיר דוד

A

In de stad van David

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

לשלמה

A

Voor Salomo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

בארץ מצרימ

A

In het land van Egypte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ביום צרה

A

Op de dag van benauwdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

בכל לב

A

Met heel het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

בשםיהוה

A

In de naam van de Heer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ובבית יהוה

A

En in het huis van de Here

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

לדוד

A

Voor* David

17
Q

ובספר תורת יהוה

A

En in het boek van de Torah van de Here

18
Q

בעצת רשעים

A

In raad van goddelozen/boosdoeners

19
Q

ובדרך חתאים

A

En op de weg van de zondaren

20
Q

כעץ

A

Als een boom

21
Q

במקום בית יהוה

A

Op de plaats van het huis van de Here

22
Q

חסד יהוה לעולם

A

Een genade van de Heer is voor eeuwig

23
Q

מזמר לתודה

A

Een psalm van dank

24
Q

בתורת משה

A

In de Torah van Mozes

25
Q

בשמחה

A

Met vreugde

26
Q

בתודה

A

Met dankzegging/ lofprijzing

27
Q

לבני ישראל

A

Voor de zonen van Israel

28
Q

כדבר הנביא

A

Als een woord van de profeet

29
Q

בימים ההם

A

In die dagen

30
Q

סער-גדול בים

A

En grote storm op de zee