Bij koorts Flashcards

1
Q

Wat is CRP?
normaal waarde

A

een ontstekingswaarde, die gemaakt wordt in de lever en is een acute fase eiwit.

normaal waarde = <10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn positieve acute fase eiwitten? (3)

A

deze eiwitten zijn verhoogd meetbaar bij een ontsteking
- CRP, ferritine en haptoglobine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn negatieve acute fase eiwitten? (2)

A

Deze eiwitten zijn verlaagd meetbaar in acute fase
- albumine
- transferrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is de BSE minder betrouwbaar?

normaal waarde?

A

Bij een infectie gaan erytrocyten plakken en sneller zinken. Dit loopt echter wel een paar dagen achter (lange t1/2). Terwijl CRP binnen 6-8 uur verhoogd is (korte t1/2).

<20 mm/uur, boven 50 jaar oud is het <30 mm/uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij wat stijgt de CRP sneller; bacteriële of virale infectie?

A

bij een bacteriële infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke situatie is de BSE vaak fout-verhoogd en de CRP niet?

A

bij een anemie en een multiple myeloom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke ziekte is BSE wel beter gecorreleerd aan de ziekte?

A

SLE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke leukocyten worden tijdens een leukocytendifferentiatie geteld? (5)

A
  1. neutrofiele granulocyten
  2. lymfocyten
  3. eosinofiele granulocyten
  4. basofiele granulocyten
  5. monocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar wijst een verhoogd aantal neutrofiele granulocyten op?

A

infectie, systeemziekte, vasculitis, maligniteit of proliferatieve ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

op welke 2 manieren kan je een virus aan tonen?

bij wie is serologie minder betrouwbaar?

A

serologie (aantonen antistoffen) of virusconcentratie (viral load)

bij immuungecomprimiteerden, minder antistofproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 6 antistoffen worden er gemeten bij een hepatitis B infectie?

HBsAg, HBeAg, anti-HBe, IgM anti-HBc, totaal anti-HBc, anti-HBs

A
  1. HBsAg = positief bij een actieve infectie en blijft positief bij chronische hepatitis. Wanneer de klachten verdwijnen, wordt de waarde weer negatief
  2. HBeAg = positief bij een actieve infectie (hoge infectie)
  3. anti-HBe = positief bij lagere virusconcentratie en besmettelijkheid
  4. IgM anti-HBc = positief vanaf start symptomen, tot 6-9 maanden later
  5. totaal anti-HBc = aantoonbaar vanaf start symptomen en blijft altijd aantoonbaar. (wijst op doorgemaakte infectie)
  6. anti-HBs = positief na succesvolle vaccinatie of aantoonbaar in herstelfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stel iemand heeft een vroeg acute infectie met hepatitis e, welke labuitslagen zijn er dan?

A

Alleen HBsAg is positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stel iemand is recent gevaccineerd tegen hepatitis e, welke labuitslagen?

A

HBsAg positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Iemand heeft acute hepatitis e infectie, welke labuitslagen?

A

HBsAg, totaal anti-HBc of IgM anti-HBc positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke labuitslagen passen er bij iemand met een doorgemaakte infectie?

A

totaal anti-HBc en anti-HBs positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke labuitslagen passen er bij iemand met een chronische infectie?

A

positieve HbsAg en totaal anti-HBc, IgM anti-HBc en anti-HBs zijn negatief

17
Q

Welke labuitslagen passen er bij iemand na een succesvolle vaccinatie?

A

Alleen anti-HBs positief

18
Q

Wanneer is een nitriettest fout-negatief? (3)

A
  • bacteriën die geen nitraatreductase produceren
  • bij een kort verblijf van urine in de blaas
  • bij langdurig nitraatarme voeding
19
Q

Welke kweek van de longen is het meest betrouwbaar –> minst betrouwbaar?

A

keeluitstrijk -> sputum -> broncho alveolaire lavage (BAL)

20
Q

Welke kweek van de huid is het meest betrouwbaar –> minst betrouwbaar?

A

intacte huidkweek -> kweek huiddefect -> diepe (peroperatieve) kweken

21
Q

Welke kweek van de urine is het meest betrouwbaar –> minst betrouwbaar?

A

verblijfskatheter -> eenmalige katheterisatie -> urineopvang spontane mictie -> mid-stream urine

22
Q

Wat zijn 2 auto-immuuntesten?
Zijn deze specifiek en sensitief?

A

ANA (anti-nucleaire antistoffen)
reumafactor
- testen zijn aspecifiek en regelmatig fout-positief

23
Q

Welke test is specifiek voor kleine vaten vasculitis?

A

ANCA

24
Q

Welke test doe je bij een vermoeden op reumatoïde arteritis?

A

Anti-CCP

25
Q

Wat is de normaal waarde van neutrofiele granulocyten?

Wanneer verhoogd? (3)
wanneer verlaagd? (7)

A

1.5-9 x10^9 /L

  • ontstekingen, chronische myeloïde leukemie en bacteriële infecties
  • zeer ernstige infecties, perinicieuze anemie, hypersplenisme, myelodysplastisch syndroom, bepaalde medicatie, soms bij acute leukemie en na bestraling
26
Q

Wat is de L verschuiving die je ziet bij een acute infectie?

A

dat er meer staafvormige neutrofiele granulocyten (jong) zijn dan segmentkernige granulocyten (rijp)

27
Q

Waar zijn eosinofiele granulocyten betrokken?

normaalwaarde?

A

opruimen parasieten en bij allergie

<0.4 x10^9/L

28
Q

Wat verwacht je van de eosinofiele granulocyten in het bloed als iemand pancytopenie heeft en corticosteroïden gebruikt?

A

verlaagde concentratie

29
Q

Waar wijst een verhoogde concentratie basofiele granulocyten op?

normaal waarde

A

chronische myeloïde leukemie

<0.2X10^9/L

30
Q

Wat is de functie van lymfocyten?
normaal waarde?

Welke mensen hebben een lymfopenie? (3)

A

immunologisch geheugen en het uitscheiden van cytokinen en groeifactoren tegen micro-organismen.
1-4 x10^9/L

  • mensen met stress
  • mensen met aids
  • mensen met behandeling chemo of radiotherapie
31
Q

Waardoor ontstaat een verhoogde concentratie monocyten?

normaal waarde?

A

bacteriële infectie, chronische neutropenie, TBC, chronische infecties en een monocytaire leukemie

0.2-0.8 x10^9/L

32
Q

Wat is de normaal waarde van leukocyten?

A

4-10 x10^9/L