begrippen (zevende week) Flashcards
de status
Het sociale aanzien dat iemand heeft of verwerft in de samenleving.
de wetenschap
Het geheel van kennis en de manier op die kennis te verkrijgen.
schriftsoorten
Systemen om taal grafisch weer te geven.
de geldadel
Een sociale laag in de samenleving die door de handel rijk geworden was.
de geldeconomie
Een economie waarbij geld gebruikt wordt als ruilmiddel.
de grondadel
Een kleine, machtige groep van grootgrondbezitters.
Hellas
Het gebied met het Griekse vasteland, de eilanden van de Egeïsche Zee, de westkust van Klein-Azië en het eiland Kreta.
Klein-Azië
Het schiereiland in het westen van Azië, een deel van het huidige Turkije.
de kolonie
Een nederzetting gesticht door migranten in een voor hen vreemd land.
de kolonisatie
Het stichten van nederzettingen door migranten.
de polis
Een synoniem voor een Griekse stadstaat. (meervoud=poleis)
de schuldslavernij
Een vorm van slavernij waarbij iemand slaaf wordt als hij zijn schulden niet kan afbetalen.
ceremoniële
Verwijst naar een plechtigheid met rituelen.
het chiefdom
Een vorm van politieke en sociale organisatie waarbij één of meerdere stammen geleid worden door één of meerdere chiefs.
de lingua franca
Een gemeenschappelijke taal die wordt gebruikt door mensen met verschillende moedertalen.
de mondelinge traditie
Het mondeling doorgeven van (historische) verhalen van de ene op de andere generatie.
het perspectief
Gezichtspunt, manier waarop je naar iets kijkt.