begrippen (zevende week) Flashcards

1
Q

de status

A

Het sociale aanzien dat iemand heeft of verwerft in de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de wetenschap

A

Het geheel van kennis en de manier op die kennis te verkrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schriftsoorten

A

Systemen om taal grafisch weer te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de geldadel

A

Een sociale laag in de samenleving die door de handel rijk geworden was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de geldeconomie

A

Een economie waarbij geld gebruikt wordt als ruilmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de grondadel

A

Een kleine, machtige groep van grootgrondbezitters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hellas

A

Het gebied met het Griekse vasteland, de eilanden van de Egeïsche Zee, de westkust van Klein-Azië en het eiland Kreta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Klein-Azië

A

Het schiereiland in het westen van Azië, een deel van het huidige Turkije.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de kolonie

A

Een nederzetting gesticht door migranten in een voor hen vreemd land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de kolonisatie

A

Het stichten van nederzettingen door migranten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de polis

A

Een synoniem voor een Griekse stadstaat. (meervoud=poleis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de schuldslavernij

A

Een vorm van slavernij waarbij iemand slaaf wordt als hij zijn schulden niet kan afbetalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ceremoniële

A

Verwijst naar een plechtigheid met rituelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het chiefdom

A

Een vorm van politieke en sociale organisatie waarbij één of meerdere stammen geleid worden door één of meerdere chiefs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de lingua franca

A

Een gemeenschappelijke taal die wordt gebruikt door mensen met verschillende moedertalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de mondelinge traditie

A

Het mondeling doorgeven van (historische) verhalen van de ene op de andere generatie.

17
Q

het perspectief

A

Gezichtspunt, manier waarop je naar iets kijkt.