begrippen (achtste week) Flashcards
de vluchtburcht
Een versterkte vesteging waar mensen naartoe vluchten bij dreigend geweld.
de bestuursvorm
De manier waarop een gebied of land bestuurd wordt.
de burger
Een inwoner met politieke rechten.
de burgerrechten
Het geheel van rechten (en plichten) die je als inwoner van een gebied hebt.
de dictatuur
één persoon krijgt of grijpt in een democratie de macht voor (on)beperkte tijd.
de hiërarchie
De rangorde, mensen met meer macht of vermogen hebben vaak meer rechten.
de oppositie
De politieke partijen die tegen de partijen zijn die op dat moment aan de macht zijn.
de patriciër
Een grootgrondbezitter bij de Romeinen, erfelijke titel.
de plebejer
Een gewone Romein, vaak landbouwer of soldaat.
de rechterlijke macht
Een bestuursorgaan dat controleert of de wetten gevolgd worden en dat straffen bepaalt als dat niet gebeurt.
de republiek
Een bestuursvorm met verkozen leiders waarbij het volk veel inspraak heeft.
de tirannie
één persoon neemt of krijgt de macht voor onbeperkte tijd.
de uitvoerende macht
Een bestuursorgaan dat wetten en straffen uitvoert.
de wetgevende macht
Een bestuursorgaan dat wetten maakt en ze stemt.