begrippen (vierde week) Flashcards

1
Q

maritiem

A

Verwijst naar de zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

open ruimte

A

Kan verwijzen naar het landschap maar ook naar de soort samenleving. Een open ruimte heeft letterlijk veel plaats, maar is ook ontvankelijk voor andere ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gesloten ruimte

A

Kan verwijzen naar het landschap maar ook naar de soort samenleving. Een gesloten ruimte is letterlijk ingesloten bv. door bergen en staat niet open voor andere ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

standplaatsgebondenheid

A

De context waarin je leeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beeldvorming

A

Wanneer we het verleden bestuderen
vormen we ons een beeld van het
verleden. Dat beeld is niet
noodzakelijk een correct beeld.
Daarom moeten we kritische vragen
stellen aan historische bronnen en
werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geschiedenis

A

Wetenschap die probeert een beeld te vormen van het verleden van de mens door de studie van historische bronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verleden

A

Dat wat voorbij is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

representativiteit / representatief

A

Mate waarin een bron typisch voor een bepaalde periode of samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

perspectief

A

Standpunt van waaruit je naar iets kijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mythevorming

A

Verkeerd, verzonnen of overdreven beeld over iets, iemand, een gebeurtenis, een plaats of tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de maatschappelijke domeinen

A

Menselijke activiteiten op politiek, economische, sociaal en cultureel vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

politiek

A

Tot het politieke domein behoren
zaken die te maken hebben met:
bestuur, macht, grondgebied, wetten,
afspraken, rechten en plichten, oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociaal

A

Tot het sociale domein behoren zaken
die te maken hebben met: individu,
groep, rollen, verhoudingen tussen
mensen, (on)gelijkheid, oorlog en
vrede, dagelijks leven en relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

economisch

A

Tot het economische domein behoren
zaken die te maken hebben met: geld,
arbeid, voedsel, handel, vervoer,
omgang met de omgeving (klimaat,
milieu…), basisbehoeften (voeding,
kleding, woning), bevolkingsevolutie,
handel en diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cultureel

A

Tot het culturele domein behoren
zaken die te maken hebben met:
kunst, vrije tijd geloof, wetenschap,
mode, techniek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly