begrippen (zesde week) Flashcards

1
Q

het oude nabije oosten

A

De periode die begint met de uitvinding van het schrift en waarin samenlevingen uit het Oude Nabije Oosten worden bestudeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het oude Nabije Oosten

A

Het gebied met o.a. Mesopotamië (het huidige Irak en Syrië), het oude Egypte, het huidige Turkije…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de rechtspraak

A

Toezicht op toepassing van de wetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het rijk

A

Een groot gebied onder leiding van één heerser zoals een koning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de stadstaat

A

Een staat die bestaat uit één stad en het omliggende gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de propaganda

A

Informatie om mensen te overtuigen van je standpunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het monotheïsme

A

Het geloof in één god.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de natuurreligie

A

Een religie waarin de krachten van de natuur zoals zon, water, wind… worden aanbeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het polytheïsme

A

Het geloof in verschillende goden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de ambtenaren

A

Mensen die een taak voor de overheid uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de autocratie

A

Bestuursvorm waarbij één persoon alle macht heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de democratie

A

Bestuursvorm waarbij het volk inspraak heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de dynastie

A

koningsfamilie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de sociale piramide

A

Weergaven van een ongelijke samenleving in de vorm van een piramide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De standenmaatschappij

A

De bevolking is opgedeeld in verschillende groepen standen met elk hun eigen rechten en plicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly