Begrippen H4 Flashcards

1
Q

Asielzoeker

A

Vluchteling die in het land waar hij zijn toevlucht heeft gezocht, een aanvraag tot verblijf heeft ingediend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontheemd

A

Aanduiding voor een vluchteling die in zijn eigen land blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Genocide

A

Vernietiging van een volk, een ras of een groep mensen of een poging daartoe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Babyboom

A

Opmerkelijk groot geboortecijfer in bepaald jaar (geboortegolf).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Jeugdbult

A

Een groot aandeel van 15- tot 29- jarigen in de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Natuurlijke hulpbronnen

A

Rijkdommen die van nature voorkomen in of op de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Paradox van de overvloed

A

In een land met veel brandstoffen of mineralen is de kans op een gewapende conflicten veel groter dan in een land zonder dergelijke rijkdommen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Autoritair regime/dictatuur

A

De macht in een land ligt bij één persoon of een kleine groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Failed state/mislukte staat

A

Een staat met een overheid die vrijwel geen controle heef: overal is corruptie, misdaad en economische chaos, veel mensen zijn op de vlucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gewapend conflict

A

Een aanhoudende strijd waarbij in een jaar in totaal minstens 25 doden vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Internationaal conflict

A

Conflict dat zich tussen twee of meer staten afspeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Intern conflict/burgeroorlog

A

Conflict tussen bevolkingsgroepen binnen de grenzen van een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Terrorisme

A

Geweld om een politiek doel te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Regionaal conflict

A

Conflict dat begint als een intern conflict of burgeroorlog, maar zich uitbreid tot voorbij de landsgrenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Territorium

A

Het woongebied van een volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Staat

A

Gebied met eromheen een internationaal erkende grens (land). Binnen een staat gelden wetten er regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Soevereiniteit/zelfbeschikking

A

De staat oefent zelf de macht uit en andere staten mogen zich niet met binnenlandse aangelegenheden bemoeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Etniciteit

A

De indentiteit van een volk.

19
Q

Regionalisme

A

Een volk houdt, binnen een staat, sterk vast aan de eigen geschiedenis en cultuur.

20
Q

Nationalisme

A

Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat.

21
Q

Separatisme

A

De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.

22
Q

Autonome regio

A

Regio in een land met zelfbeschikking over bijvoorbeeld onderwijs, belastingen of politie.

23
Q

Vredesoperatie

A

Een bijdrage (onder aanvoering van VN of een andere organisatie) aan de internationale rechtsorde (vrede).

24
Q

Veiligheidsraad

A

Onderdeel van de VN dat over vredesmissies besluit. Permanente leden met vetorecht zijn China, de VS, Rusland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

25
Q

ICC/Internationaal Strafhof

A

Strafhof dat genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden berecht.

26
Q

grootschalige transnationale grondverkopen

A

verkoop van stukken land van meer dan 200 hectare (300 voetbalvelden) aan buitenlandse bedrijven of investeerders

27
Q

transparantie

A

open communicatie over wie beslissingen over land en investeringen in dat land neemt

28
Q

verpacht

A

verhuurd

29
Q

inheemse volkeren

A

volkeren met traditionele bestaanswijze en een sterke verbinding met hun grondgebied

30
Q

Wereldbank

A

een organisatie van de VN die door het verstrekken van leningen probeert armoede uit te roeien en welvaart te delen

31
Q

kapitaalintensief

A

wanneer bij een bedrijf veel kapitaal nodig is (omdat het bedrijf grootschalig en gemechaniseerd is)

32
Q

arbeidextensief

A

wanneer bij een bedrijf maar weinig arbeid nodig is

33
Q

terra incognita

A

nog niet in kaart gebracht

34
Q

Exclusieve Economische Zone (EEZ)

A

zee en bodem tot maximaal 200 zeemijl (370 kilometer) uit de kust van een land

35
Q

moratorium

A

tijdelijk verbod

36
Q

conflictmineraal

A

kostbaar, zeldzaam mineraal waardoor mensen oorlog willen voeren of waarmee ze oorlogen financieren bv. oorlogsgoud of bloeddiamanten

37
Q

kritisch mineraal

A

mineraal dat onmisbaar is voor de productie van hightechartikelen (zoals smartphones) en duurzame energievoorzieningen (zoals zonnecellen en windmolens)

38
Q

stroomgebied

A

het gebied waar al het smelt- en regenwater via een hoofdrivier naar zee stroomt

39
Q

oeverstaat

A

land waar een rivier doorheen stroomt

40
Q

benedenstrooms

A

vanaf een punt in een rivier naar de monding toe

41
Q

bovenstrooms

A

vanaf een punt in een rivier naar de bron toe

42
Q

waterverdrag

A

verdrag waarbij partijen (landen of boeren) het watergebruik in een stroomgebied met afspraken regelen

43
Q

Vruchtbare Halvemaan

A

gebied in het Midden-Oosten waar 12 000 jaar geleden de landbouw begon