Begrippen H4 Flashcards
Asielzoeker
Vluchteling die in het land waar hij zijn toevlucht heeft gezocht, een aanvraag tot verblijf heeft ingediend.
Ontheemd
Aanduiding voor een vluchteling die in zijn eigen land blijft.
Genocide
Vernietiging van een volk, een ras of een groep mensen of een poging daartoe.
Babyboom
Opmerkelijk groot geboortecijfer in bepaald jaar (geboortegolf).
Jeugdbult
Een groot aandeel van 15- tot 29- jarigen in de bevolking.
Natuurlijke hulpbronnen
Rijkdommen die van nature voorkomen in of op de aarde.
Paradox van de overvloed
In een land met veel brandstoffen of mineralen is de kans op een gewapende conflicten veel groter dan in een land zonder dergelijke rijkdommen.
Autoritair regime/dictatuur
De macht in een land ligt bij één persoon of een kleine groep.
Failed state/mislukte staat
Een staat met een overheid die vrijwel geen controle heef: overal is corruptie, misdaad en economische chaos, veel mensen zijn op de vlucht.
Gewapend conflict
Een aanhoudende strijd waarbij in een jaar in totaal minstens 25 doden vallen.
Internationaal conflict
Conflict dat zich tussen twee of meer staten afspeelt.
Intern conflict/burgeroorlog
Conflict tussen bevolkingsgroepen binnen de grenzen van een land.
Terrorisme
Geweld om een politiek doel te bereiken.
Regionaal conflict
Conflict dat begint als een intern conflict of burgeroorlog, maar zich uitbreid tot voorbij de landsgrenzen.
Territorium
Het woongebied van een volk.
Staat
Gebied met eromheen een internationaal erkende grens (land). Binnen een staat gelden wetten er regels.
Soevereiniteit/zelfbeschikking
De staat oefent zelf de macht uit en andere staten mogen zich niet met binnenlandse aangelegenheden bemoeien.