Baustelle 2 Flashcards
1
Q
de (1e nv - mannelijk)
A
der
2
Q
de (1e nv - vrouwelijk)
A
die
3
Q
het (1e nv - onzijdig)
A
das
4
Q
de (1e nv - meervoud)
A
die
5
Q
de (3e nv - mannelijk)
A
dem
6
Q
de (3e nv - vrouwelijk)
A
der
7
Q
het (3e nv - onzijdig)
A
dem
8
Q
de (3e nv - meervoud)
A
den + n
9
Q
de (4e nv - mannelijk)
A
den
10
Q
de (4e nv - vrouwelijk)
A
die
11
Q
het (4e nv - onzijdig)
A
das
12
Q
de (4e nv - meervoud)
A
die
13
Q
een (1e nv - mannelijk)
A
ein
14
Q
een (1e nv - vrouwelijk)
A
eine
15
Q
een (1e nv - onzijdig)
A
ein