Basiswoordenlijst V5 Flashcards
le métier
het beroep
en tout cas
in ieder geval
une centaine
een honderdtal
considerer
beschouwen
craindre
vrezen
la force
de kracht
cacher
verbergen
décider
besluiten
la colère
de woede
la pub
de reclame
partager
delen
soudain
plotseling
une étoile
een ster
dommage
jammer
excellent
uitstekend
impressionnant
indrukwekkend
L’erreur
de fout, de vergissing
la réussite
het slagen
télécharger
downloaden
regretter
spijt hebben
célibataire
vrijgezel
disponible
beschikbaar
participer à
deelnemen aan
l’environnement
het milieu
la filière
het profiel (schoolvakken)
montrer
laten zien, tonen
l’endroit
De plaats, de plek
ne … que
Slechts, alleen maar
se tromper
Zich vergissen
une infirmière
Een verpleegster
accessible
Toegankelijk
au moins
Tenminste, minstens
les transport en commun
Het openbaar vervoer
nettoyer
Schoonmaken
recommander
Aanbevelen
sembler
Lijken
un siècle
Een eeuw
efficace
Doeltreffend
la peau
De huid
Notamment
In het bijzonder, met name
L’odeur
De geur
L’alimentation
De voeding
Un moyen
Een middel
Le corps
Het lichaam
Améliorer
Verbeteren
Le géant
De reus
Une habitude
Een gewoonte
Le bruit
Het lawaai, het geluid
Plusieurs
Meerdere
L’entreprise
Het bedrijf, de onderneming
Le remplacement
De vervanging
Originaire de
Afkomstig uit
Inoubliable
Onvergetelijk
L’indépendance
De onafhankelijkheid
La difficulté
De moeilijkheid
Le chômage
De werkloosheid
Le paysage
Het landschap
La pauvreté
De armoede
Atteindre
Bereiken
Le mode d’emploi
De gebruiksaanwijzing
Le plan
De plattegrond
Désormais
Voortaan
Fuire
(Ont)vluchten
L’argent
Het geld, het zilver
Carré
Vierkant
Il y a (+tijdsaanduiding)
(Tijdsaanduiding) geleden
L’ambiance
De sfeer
S’ennuyer
Zich vervelen
Se sentir
Zich voelen
Caractériser
Kenmerken
Considérablement
Aanzienlijk
L’internaute
De internetgebruiker
L’œuvre
Het werk
Nécessairement
Noodzakelijk(erwijs)
Non seulement … mais aussi
Niet alleen … maar ook
Espérer
Hopen
Exiger
Eisen
L’espoir
De hoop
La confiance en soi
Het zelfvertrouwen
Grave
Erg, ernstig
Mélanger
Vermengen
Offrir
Aanbieden
Rigoler
Lachen, grapjes maken
Augmenter
Toenemen, vermeerderen
Le comportement
Het gedrag
L’ordinateur
De computer
Utiliser
Gebruiken
Apprendre à
Leren om
Avoir peur de
Bang zijn voor
Faire partie de
Deel uitmaken van
La haine
De haat
Souffrir de
Lijden onder
L’injustice
De onrechtvaardigheid
Les soucis
De zorgen
Avoir l’intention de
Van plan zijn
S’habituer à
Wennen aan
La belle-mère
De schoonmoeder, de stiefmoeder
Plein de
Vol van/met: veel
À propos de
Wat betreft
La fatigue
De vermoeidheid
La preuve
Het bewijs
Remplir
Vullen
Se debrouiller
Zich redden
À peu près
Bijna, ongeveer
Avoir droit à
Recht hebben op
Le lendemain
De volgende dag
Le lien
De band
Les moyens
De middelen
Faire les courses
De boodschappen doen
Nourrir
Voeden
La campagne
Het platteland
La majorité
De meerderheid
Quotidien
Dagelijks
La terre
De grond, de aarde
Le chemin
De weg
Recevoir
Ontvangen
Sans aucun doute
Zonder twijfel
Persuader
Overtuigen
La source
De bron
Prouver
Bewijzen
Le charbon
De steenkool
La pollution
De vervuiling
Le soir
‘s avonds, de avond
Le but
Het doel
Avoir l’occasion de
De gelegenheid hebben
En vain
Tevergeefs
Hésiter
Aarzelen
La baisse
De daling
La valise
De koffer
Le propriétaire
De eigenaar
Anglophone
Engelstalig
Biligue
Tweetalig
Consécutif
Achtereenvolgend
D’ailleurs
Trouwens
Généralement
In het algemeen
L’intention
De bedoeling
La formation
De opleiding
La langue maternelle
De moedertaal
Une blague
Een grapje
Témoigner
Getuigen
Avoir accès à
Toegang hebben tot
L’association
De vereniging
La reconnaissance
De dankbaarheid
Agir
Handelen
Au bout de
Aan het einde van, na
Conscient
Bewust
Le prétexte
De smoes
Le trou
Het gat
Le choix
De keuze
Le conseil
De raad, de tip
Une profession
Een beroep