4F Flashcards
1
Q
De verdeling
A
La r e partition !
2
Q
Vergelijkbaar
A
Comparable
3
Q
Veroorzaakt worden door
A
être occasionne par !
4
Q
Vol van/ met, veel
A
Plein de
5
Q
Wat… betreft
A
A propos de !
6
Q
Het welzijn
A
Le bien-être !
7
Q
Zich op zijn gemak voelen
A
Se sentir a l’aise !
8
Q
Zo goed als
A
Quasiment
9
Q
Daarvan raak ik gestrest.
A
Cela me stresse.
10
Q
A