Basisprincipes van de teratologie Flashcards

1
Q

Definitie

Wat is teratologie?

A

De studie van aangeboren afwijkingen bij de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie

Wat is een teratogeen?

A

Een externe factor die de embryogenese verstoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie

Wat is een malformatie?

A

= structurele, anatomische afwijking waarbij een orgaan (of deel ervan) niet of onvolledig aangelegd is tijdens embryogenese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zit het verschil tussen een mineure & majeure malformatie?

A

In de ernst van de aangeboren afwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie

Wat is een majeure malformatie?

A
  • Grote anatomische afwijkingen
  • Steeds detecteerbaar bij of voor geboorte
  • Levensbedreigend
  • Medische en/of sociale gevolgen => behandeling noodzakelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie

Wat is een mineure malformatie?

A
  • Kleine anatomische afwijkingen
  • Vaak detecteerbaar bij of voor geboorte
  • Niet levensbedreigend
  • Gevolgen => louter cosmetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 2 fundamentele principes in de teratologie?

A
  1. Omgevingsfactoren zijn in staat de embryogenese te verstoren.
  2. Timing van infecties zijn bepalend voor de teratogeniciteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Thalidomide-drama

Wat is thalidomide?

Naam geneesmiddel?

Wanneer?

A

= Middel tegen slapeloosheid & ochtendmisselijkheid tijdens de zwangerschap

Softenon

1958-1961

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Thalidomide-drama

Wat was de oorspronkelijke functie van thalidomide?

A

Antibioticum => maar geen antibiotisch effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Thalidomide-drama

Wat is er merkwaardig aan de introductie van thalidomide op de markt?

Wat in 1959?

Waar gebruikt?

A

Geen voorafgaand uitgebreid veiligheidsonderzoek

Voorschriftplicht door perifere neuropathie bij chronische inname

Europa, Japan & Australië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Thalidomide-drama

Wat gebeurde er bij inname thalidomide tijdens zwangerschap?

A

Sterke toename focomelie(= gebrekkige aanleg ledematen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Thalidomide-drama

Wat is thalidomide embryopathie?

A

Ziektebeeld bij kinderen met:
* focomelie
* slokdarm- & duodenumatresie
* hartafwijkingen
* oorafwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Thalidomide-drama

Wanneer werd het van de markt gehaald?

A

1961 bevestiging link tussen thalidomide & focomelie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Thalidomide-drama

Wat is een moderne toepassing van thalidomide?

A

Kankerbestrijding > thalidomide remt de angiogenese (wildgroei van plasmacellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het multifactoriële karakter van aangeboren afwijkingen?

A

= Samenspel tussen genen & omgevingsfactoren

Nature + Nurture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef een voorbeeld van een aandoening met een multifactorieel karakter

Nature?

Nurture?

A

Neuraalbuisdefecten

Verschillende, gemuteerde allelen

Drempelwaarde verlaagt bij foliumzuurtekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Soorten teratogenen

Welke soorten teratogenen zijn er?

A
  1. Infectieziekten
  2. Gewijzigde metabole toestand moeder
  3. Farmaca
  4. Chemische stoffen uit de omgeving
  5. Fysieke agentia uit de omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Soorten teratogenen

Geef een voorbeeld van een infectieziekte.

A
  • Rubella
  • CMV
  • Toxoplasmose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Soorten teratogenen

Geef een voorbeeld van een gewijzigde metabole toestand van de moeder.

A
  • Diabetes
  • Fenylketonurie
  • Vitaminetekorten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Soorten teratogenen

Geef een voorbeeld van een farmacum.

A
  • Thalidomide
  • Roken
  • Drugs
  • Alcohol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Soorten teratogenen

Geef een voorbeeld van een chemische stof.

A
  • Kwik
  • Pesticiden
  • Benzine
22
Q

Soorten teratogenen

Geef een voorbeeld van een fysisch agens.

A
  • Warmte
  • Radioactieve straling
23
Q

Soorten teratogene effecten

Welke teratogene effecten zijn er?

A
  1. Aangeboren malformaties
  2. Gestationele gevolgen
  3. Functionele gevolgen
  4. Embryonale of foetale dood
24
Q

Soorten teratogene effecten

Wat is opmerkelijk aan teratogene effecten?

A

Komen vaak gemengd voor

25
Q

Soorten teratogene effecten

Wat zijn aangeboren malformaties?

vaakst voorkomende thv

A

= congenitale afwijkingen thv:
* hart (septumdefecten)
* zenuwstelsel (neuraalbuisdefecten)
* ledematen (klompvoet)
* urinewegen (polycystische nieren)
* genitaliën (hypospadias)

26
Q

Soorten teratogene effecten

Wat zijn gestationele gevolgen?

voorbeeld

Wanneer?

A

= invloed op de gewichtstoename van de foetus

IUGR / prematuriteit

Na 8w (embryogenese af)

27
Q

Soorten teratogene effecten

Wat zijn functionele gevolgen?

voorbeeld

A

= functie van orgaan of weefsel is verstoord, zonder structurele afwijkingen

gedragsproblmen door teratogene effect thv hersenen

28
Q

Soorten teratogene effecten

Wat is embryonale of foetale dood?

Frequentie?

Oorzaak?

A

= Spontane abortus tijdens eerste 12w

10 à 20 %

Chromosomale afwijkingen of teratogene invloeden of onverklaard (background risk)

29
Q

Wat is de totale incidentie van congenitale malformaties?

A

2,5 %

30
Q

Hoe komt men aan de incidentie van deze aangeboren malformaties?

A
  • Betere registratie aangeboren afwijkingen sinds jaren ‘60
  • Oprichting EUROCAT voor registratie in 1979
31
Q

Waarvoor staat EUROCAT?

A

European network for epidemiological surveillance of congenital anomalies

32
Q

Wat is het background risk bij aangeboren malformaties?

A

= Binnen elke populatie is er altijd een zeker risico op congenitale malformaties, zonder aantoonbare oorzaak

33
Q

Wat is een syndroom?

A

= multiple afwijkingen die het resultaat zijn van eenzelfde, achterliggende aandoening

34
Q

Wanneer spreken we van associatie?

A

= multiple afwikingen die vaker samen voorkomen dan verwacht volgens toeval

35
Q

4 elementen

Welke 4 elementen bepalen het teratogeen effect?

A
  1. Teratogenese: Hoe?
  2. Timing blootstelling: Wanneer?
  3. Dosis: Hoeveel?
  4. Individuele gevoeligheid: Wie?
36
Q

4 elementen

Wat is de teratogenese?

Welke processen raken verstoord?

A

= het biologisch mechanisme waarlangs het teratogeen zijn effect uitoefent op het ontwikkelende embryo
> vaak DNA-schade

celgroei,-proliferatie,-differentiatie,-migratie, communicatie

37
Q

4 elementen

Wat is de teratogenese bij thalidomide?

A

Verstoort angiogenese > bloedvaten in ledematen onvoldoende of niet ontwikkeld

38
Q

4 elementen

Wat is de kritische periode?

A

3 tot 8w na fertilisatie

39
Q

4 elementen

Wat gebeurt er tijdens de kritische periode?

A

Organogenese

40
Q

4 elementen

Wat wordt wanneer aangelegd tijdens de kritische periode?

Voorbeeld

Voorbeeld 2

A

Elk orgaan heeft zijn eigen periode van gevoeligheid

CZS: 3 tot 16w

Hart: 3 tot 6w

41
Q

4 elementen

Tot wat leidt een teratogeen tijdens kritische periode?

A
  • Miskraam
  • Majeure malformatie
42
Q

4 elementen

Wat is het belang van timing bij thalidomide?

A
  • 24 tot 32d na fertilisatie: BL
  • 27 tot 34d na fertilisatie: OL
43
Q

4 elementen

Tot wat leidt blootstelling teratogeen tijdens de foetale periode?

Hoe komt dit?

A
  • Mineure afwijkingen
  • Groeivertraging
  • Prematuriteit

Grote structuren zijn min of meer aangelegd, nu groei & rijping

44
Q

4 elementen

Wat weet je over de placentabarrière tijdens de kritische periode?

A

Het effectiefst vroeg in de zwangerschap = minder doorlaatbaar

45
Q

4 elementen

Wat kan je zeggen over het dosiseffect van een teratogeen?

Dosis-responscurve tekenen!

A

Hoe hoger de dosis van het teratogeen, hoe ernstiger de malformatie

46
Q

4 elementen

Welke verschillende dosissen zijn er?

A
  1. éénmalig hoge dosis
  2. langdurige lage dosis
47
Q

4 elementen

Wat is het cumulatief dosiseffect?

Voorbeeld

A

Bij sommige teratogenen heeft een langdurig lage dosis > grotere impact

Chronische ontregelde diabetes vs 1 episode hyperglycemie

48
Q

4 elementen

Geef een voorbeeld van teratogeen dat gevaarlijker is bij 1 piekdosis dan langdurig lage dosis.

A

Alcohol

49
Q

4 elementen

Wat is het dosiseffect bij thalidomide?

Waarom dit effect?

A
  • Teratogeen effect na 1 tablet tijdens kritische periode
  • Herhaaldelijke inname > aantasting alle ledematen (cumulatief)

Korte halfwaardetijd

50
Q

4 elementen

Wat is de invloed van individuele gevoeligheid voor een teratogeen?

Voorbeeld

A
  • Genetische samenstelling foetus
  • Genetische samenstelling moeder
    > multifactoriëel

Primo-infectie TORCH > meer kans teratogeen effect

51
Q

Wat zijn de gevolgen van blootstelling aan een teratogeen tot 4w amenorroe (2w na fertilisatie)?

Voorbeeld

A
  1. None: vernietigt embryo of verhindert implantatie blastocyst > spontane miskraam
  2. All: deel embryonale sterft af > overblijvende omnipotente stamcellen nemen functie over > °normaal embryo

None door RX straling