Andere ziekten bij de moeder Flashcards

1
Q

Diabetes

Wat veroorzaakt het teratogeen effect van diabetes?

A

Maternale hyperglycemie beschadigt embryonale cellen (door oxidatieve stress).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diabetes

Wat gebeurt er bij een normaal celmetabolisme?

A

Glucose wordt geoxideerd met behulp van O2 > cel maakt E! + vrije radicalen(superoxide) > houden cellulaire functies op peil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diabetes

Wat gebeurt er bij hyperglycemie?

A

Overtollige glucose naar embryo > mitochondriale activiteit stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diabetes

Wat is oxidatieve stress?

A

Er worden te veel vrije radicalen geproduceerd > °DNA-schade cel > cel sterft af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diabetes

Wat zijn de gevolgen van deze sterk toegenomen mitochondriale activiteit?

A
  1. Diabetische embryopathie
  2. Diabetische foetopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diabetes

Wat bepaalt de teratogeniciteit van maternale hyperglycemie?

A
  1. Timing
  2. Dosis
  3. Individuele gevoeligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diabetes

Wanneer is het risico het grootst op aangeboren afwijkingen door maternale hyperglycemie?

A

Tijdens embryonale periode: week 3 tot 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diabetes

Wanneer is het risico lager op aangeboren afwijkingen door maternale hyperglycemie?

A

Tijdens foetale periode: vanaf week 9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diabetes

Wat is de beste behandeling bij diabetespatiënten met zwangerschapswens?

A

Glycemie al preconceptioneel onder controle hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Diabetes

Wat is het dosiseffect bij diabetes?

A

Hoe ernstiger & langduriger verhoogde glycemiewaarden > hoe groter teratogene effecten

= cumulatief dosiseffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Diabetes

Welke rol speelt de individuele gevoeligheid bij diabetes?

A

Blootstelling aan eenzelfde dosis glucose kan leiden tot verschil in afwijkingen. (erfelijke voorbeschikking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diabetes

Wat zijn klassieke afwijkingen bij diabetische embryopathie?

A
  • Caudale dysgenese
  • CZS
  • Hart
  • Schedel & Aangezicht
  • Spontane abortus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diabetes

Wat is caudale dysgenese?

A

= ontwikkelingsstoornis van het caudale deel van de wervelkolom > ontbreken wervels, sacrum, onderste ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diabetes

Wat zijn afwijkingen thv CZS bij diabetische embryopathie?

A
  • Neuraalbuisdefecten
  • Hydrocefalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Diabetes

Wat zijn afwijkingen thv hart bij diabetische embryopathie?

A
  • Atriumseptumdefect
  • Ventrikelseptumdefect
  • Hypertrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Diabetes

Wat zijn afwijkingen thv de schedel & het aangezicht bij diabetische embryopathie?

A
  • Schisis
  • Oogafwijkingen (cataract)
  • Microtie (kleine oorschelp)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Diabetes

Wat zijn klassieke afwijkingen bij diabetische foetopathie?

A
  • Macrosomie
  • Polycythemie
  • Cardiale hypertrofie
18
Q

Diabetes

Hoe leidt diabetische foetopathie tot macrosomie?

voorbeeld

A

GG > 4kg door toegenomen groei van insulinegevoelige weefsels

hart, onderhuids vet, lever, spier

19
Q

Diabetes

Hoe leidt diabetische foetopathie tot polycythemie?

A

Door overmatig O2-gebruik treedt foetale hypoxie op > aanmaak Rbc stijgt > ° te hoog hematocriet > risico op ischemie & infarct vitale organen

20
Q

Diabetes

Hoe leidt diabetische foetopathie tot cardiale hypertrofie?

A

Hartspiercellen overgroeien > ° verdikken interventriculair septum & LiV door overvoeding & polycythemie > slechts bij 5% ernstige gevolgen postnataal

21
Q

Diabetes

Wat zijn enkele preventiemaatregelen bij het voorkomen van diabetesgerelateerde teratogeniciteit?

A
  1. Glycemiecontrole
  2. Foliumzuur 4mg/d
  3. Echografische follow-up
  4. Verlossing
22
Q

Diabetes

Wat houdt glycemiecontrole in als preventiemaatregel?

A
  • Preconceptioneel
  • Tijdens zws
23
Q

Diabetes

Wat houdt foliumzuur in als preventiemaatregel?

Dosis?

A

Vanaf 1mnd voor conceptie tot 3mnd na conceptie > kans op diabetische embryopathie (NBD) daalt

4mg per dag

24
Q

Diabetes

Wat houdt echografische follow-up in als preventiemaatregel?

A

Vroegtijdig (1ste trim) opsporen van malformaties

25
Q

Diabetes

Wat houdt verlossing in als preventiemaatregel?

A

Inductie rond 38w zws

26
Q

Diabetes

Welk teratogeen veroorzaakt diabetische embryopathie?

A

Glucose

27
Q

Maternale malnutritie - Maternale obesitas

Welke teratogene effecten treden op bij maternale obesitas?

Vergelijkbaar met?

A
  1. CZS: NBD, hydrocefalie
  2. Hart: Septumdefecten
  3. Schedel & aangezicht: Schisis
  4. Prematuriteit
  5. Spontane abortus
  6. Neonatale dood 1ste mnd

Diabetische embryopathie

28
Q

Maternale malnutritie - Maternale obesitas

Oorzaken van teratogeen effect bij maternale obesitas?

Hypothesen

A
  1. Foliumzuurtekort > NBD & diabetische embryopathie
  2. Ongediagnosticeerde diabetes: 1ste trim!
  3. Moeilijkheden bij echografie: afwijkingen moeilijk opsporen
29
Q

Maternale malnutritie - Maternale obesitas

Wat is het dosiseffect bij maternale obesitas?

A

Hoe hoger BMI, hoe hoger teratogene effect

30
Q

Maternale malnutritie - ondervoeding

Welke teratogene effecten treden op bij maternale ondervoeding?

A
  1. Congenitale malformaties: NBD, Schisis
  2. IUGR
  3. Prematuriteit
31
Q

Deficiënties

Welke deficiënties zijn teratogeen?

A
  1. Jodium
  2. Foliumzuur
32
Q

Deficiënties

Wie moet een hogere dosis foliumzuur (4mg/d) innemen?

A
  • Diabetespatiënten
  • Epilepsiepatiënten onder medicatie
33
Q

Fenylketonurie

Wat is fenylketonurie?

A
  • Genetische ziekte: autosomaal, recessief
  • Stapelingsziekte: fenylalanine (Phe) opgestapeld
  • Normaal fenotype bij fenylvrij dieet
34
Q

Fenylketonurie

Hoe ontstaat fenylalanine embryopathie?

A

Moeder verbreekt fenylarme dieet > Phe door placentabarrière > plasmaspiegels 30% hoger bij foetus dan moeder

Foetus hoeft geen fenylketonurie te hebben en toch dit te ontwikkelen

35
Q

Fenylketonurie

Wat zijn teratogeen effect bij fenylketonurie?

Gelijkenis met?

A
  1. CZS: mentale retardatie
  2. Hart: septumdefect, vernauwing aorta
  3. Schedel & aangezicht: microcefalie

Foetaal Alcohol Syndroom

36
Q

Fenylketonurie

Wat is het dosiseffect bij fenylketonurie?

A

Hoe hoger maternale Phe-concentraties, hoe ernstiger het teratogene effect.

37
Q

Fenylketonurie

Is de timing van blootstelling van belang bij fenylketonurie?

A
  • 3-8w: fenylalanine embryopathie
  • foetale periode: IUGR
38
Q

Fenylketonurie

Wat zijn enkele preventiemaatregelen om fenylalanine embryopathie te voorkomen?

A
  • Maternaal Phe-arm dieet vanaf 3mnd voor conceptie & gedurende hele zws
  • Plasmaconcentratie < 6mg/dl
39
Q

Passieve immuunziekte

Wat gebeurt er bij Sytemische Lupus Erythematosus?

A

Lichaam maakt antistoffen aan tegen DNA > °aantasting organen

40
Q

Passieve immuunziekte

Wat is een passieve immuunziekte zoals neonatale lupus?

A

IgG-antistoffen van moeder via placenta naar kind > °aantasting hart, huid & bloed foetus terwijl kind zelf geen auto-immuunaandoening heeft

41
Q

Passieve immuunziekte

Wat is het gevolg van neonatale lupus thv hart?

A

Myocardcellen aangetast > °geleidingsstoornis thv AtrioVentriculaire knoop > °foetale bradycardie, trage/onregelmatige hartslag

42
Q

Lichaamstemperatuur

Wat is de link tussen maternale lichaamstemperatuur & congenitale malformaties?

A

Koorts of +1,5°C langer dan 24u tijdens 1ste trim > °congenitale malformaties (NBD, schisis, microcefalie,…)