Basic Business English Part 4 (R To Z) Flashcards
Geld ophalen
To raise finance
Zich profileren
To raise someone’s profile
Rationeel
Rational
Reageren
To react
Iets luidop herlezen
To read something back to
Realistisch budget
Realistic budget
Samenvatting
Recap
Ontvankelijk voor
Receptive to
Erkennen
To recognise
Aanraden
To recommend
Elders inzetten
To redeploy
De gevolgen verminderen
To reduce the impact
Ontslagvergoeding
Redundancy money
Verwijzen naar
To refer to
Nadenken over
To reflect on
Herbebossing
Reforestation
Met betrekking tot
Regarding
Voorschriften
Regulations
Verwerping
Rejection
Verband houden met
To relate back to
Betrouwbaar
Reliable
Hervestigen
To relocate
Vertrouwen op
To rely on
Vertrouwen op je gevoel
To rely on feelings
Resterende belemmeringen
Remaining barriers
Verloning
Remuneration
Gerenommeerd
Reputable
Nodig hebben
To require
Terughoudend
Reserved
Tegenstand bieden
To resist
Weerstand
Resistance
Een probleem oplossen
To resolve a problem
Conflicten oplossen
To resolve conflicts
Respectvol voor
Respectful of
Antwoorden
To respond
Respondent
Respondent
Verantwoordelijkheid
Responsibility
Ontvankelijk
Responsive to
Herstellen
To restore
Als resultaat hebben
To result in
Pensioen
Retirement
Heropleiding
Retraining
Winst op investeringen
Return on investment
Opbrengst
Revenu
Terugvallen op
To revert to
Naar verluidt
Rumour has it
Problemen tegenkomen
To run into problems
Vlot verlopen
To run smoothly
Loon
Salary
Verkooppraatje
Sales pitch
Proberen
To sample
Programma
Scheme
Een contract in de wacht slepen
To secure a contract
Egocentrisch
Self-centred
Onafhankelijk
Self-contained
Zelfstandig
Self-employed
Iemand wegsturen met
To send somebody away with
Anciënniteit
Seniority
Verstandig
Sensible
Gevoelig voor
Sensitive about
Dienen als
To serve as
Aandeel
Share