Basic Business English Part 2 (D-I) Flashcards
Schadelijk
Damaging
Deadline
Deadline
Behandelen
To deal with
Bedriegerij
Deception
Kiezen tussen twee dingen
To decide between two things
Beslissen over
To decide on
Besluitvaardigheid
Decisiveness
Aftrek
Deduction
Zeker en vast
Definitely
Vertraging
Delay
Mijn beslissing uitstellen
To delay my decision
Opgetogen
Delighted
Vraag
Demand
Ondanks
Despite
Onbevooroordeeld
Detached
Gegevens
Details
Vastberaden
Determined
Ontwikkelen
To develop
Ontwikkelingsland
Developing nation
Ontgoocheld
Disappointed
Met korting
Discounted
Discriminatie
Discrimination
Oneerlijk
Dishonest
Afgeleid
Distracted
Verstrooiing, afleiding
Distraction
Schenken
To donate
Twijfelachtig
Doubtful
Nadeel
Downside
Afslanken
To downsize
Nadeel
Drawback
Voortborduren op
To draw on
Ontwerpen
To draw up
Droomjob
Dream job
Kleuren, verven
To dye
Uit eten gaan
To eat out
Economie
Economy
Gevolg
Effect
Egalitarisch, gelijk
Egalitarian
Opduiken
To emerge
Opkomende economie
Emerging economy
Tewerkstellen
To employ
Inzetbaarheid
Employability
Inzetbaar
Employable
Werknemer
Employee
Werkgever
Employer
Tewerkstelling
Employment
Aansporen
To encourage
Naar iets informeren
To enquire about something
Enthousiasme
Enthusiasm
Volledig
Entirely
Uitrusting
Equipment
Vaststellen
To establish
Oprichten
To establish
Gevestigd
Established
Schatten
To estimate
Schatting
Estimate
Ethiek
Ethics
Mentaliteit
Ethos
Bedrijfsactiviteiten uitbreiden
To expand operations
Uitgaven
Expenditure