BA2 Flashcards

1
Q

Definitie van interindividueel racisme en structureel racisme met voorbeelden

A

Interpersoonlijk racisme
» Bewust vooroordelen, discriminatie door een individu op basis van ras
» Scheldwoorden bvb

Institutioneel & structureel racisme
» Diepe, onbewuste en structurele vormen die racisme heeft aangenomen in
uiteenlopende maatschappelijke domeinen
» Beleid dat beter werkt voor een bepaalde groep dan voor anderen - DOEL

Een overheidsinstelling prioriteert het onderzoeken van fraude onder mensen met een migratieachtergrond of dubbele nationaliteit en vergt van hen een hogere bewijslast dan van mensen zonder migratieachtergrond of dubbele nationaliteit.
Lagere punten geven / negatief schooladvies
Moeilijker woning vinden
Meer politie geweld, sneller opgesloten worden in de gevangenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderdelen genderkoek

A
  • geslacht
  • genderidentiteit
  • genderexpressie

Oriëntatie
- seksuele aantrekking
- aseksueel, pan, homo, lesbisch, bi, …
- romantische aantrekking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mag een arts geschenken ontvangen + uitleg

A

Kan, maar moet weinig betekenisvol zijn, geen grote waarde, niet te vaak gebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom mag een arts niet erven van een pt?

A

Mag niet

omdat een arts in een positie zit dat hij een patiënt zou kunnen beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is therapeutisch hardnekkigheid?

A

Wanneer een behandeling te lang en zinloos wordt volgehouden en ze niet meer levensverlengend, maar eerder stervensverlengend is
‣ wanneer men in een zinloos geworden behandeling blijft volharden en de behandeling niet in verhouding is met het verwachte resultaat voor de patiënt
‣ Wanneer een behandeling zelfs schadelijk is voor een patiënt omdat ze zijn/haar levens- of stervenskwaliteit aantast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is de social Norms approach toepasbaar bij overmatig alcoholgebruik +55j
+ beargumenteer

A

Ja zie doelen Social Norms Approach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Types zelfmoord

A

Emile Durkheim

Anomische = vervreemd zijn van maatschappij en zich nergens bij horen; komt voor tijdens periode van ernstige sociale, economisch of politieke onrust resulterend in snelle en extreme veranderingen

Altruïstische = heel sterke regulering van individuen door sociale krachten; doden voor een doel of de maatschappij

Egoïstische = volledig los voelen en staan van de maatschappij; ouderen die hun banden verliezen zijn het meest kwetsbaar

Fatalistische = onder omstandigheden van extreme regulatie; vb bij gevangenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de injuctieve norm?

A

= geven weer welk soort gedrag wel/niet aanvaardbaar is, op basis van attitudes ten opzichte van bepaald gedrag

Vb hoe staat men tegenover cannabis
- ik vind het niet ok
- ik vind het ok als de persoon dat wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waren er meer verkeersongevallen en/of meer zelfmoordpogingen in 2008?

A

Minder ongevallen door verminderd verkeer
Meer zelfmoordpogingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onderdelen Social Norms Approach

A

Onderliggend probleem
- misperceptie over normatief gedrag

Interventie strategie
- social Norms marketing campagne

Interventie doel
- correcte mispercetie van descriptieve en/of injuctieve normen

Verwachte resultaat
- meer gebruik van protectieve gedrag (als incl in campagne)
- verminderd gebruik

Gewilde impact
- Harm reduction: verminderd gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Primoridiale preventie

A

verhinderen dat sociale, economische of culturele levenspatronen ontstaan, die het risico op ziekte verhogen

Vb gordel dragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Primaire preventie

A

= streven naar verlaging van de incidentie van ziekte door het uitschakelen van ziekteoorzaken of risicofactoren
-> Kan gericht zijn op alle individuen in de bevolking of personen met een verhoogd risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Secundaire preventie

A

= vroegtijdige opsporing van ziekte of aanleg voor ziekte
> Screeningsonderzoeken: collectieve screening en individuele screening
Vb tabakoloog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tertiaire preventie

A

= voorkomen van complicaties van aandoeningen en beperking van invaliderend karakter van de aandoening. Dit is een belangrijk onderdeel van revalidatie
-> Nood aan goede samenwerking tussen curatieve en sociaal- geneeskundige zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Quarternaire preventie

A

= refereert naar mensen die zich niet goed voelen, maar ook niet ziek zijn. Onnodige onderzoeken, vals positieve uitslagen en onnodige anxiety van de patiënt moeten vermeden worden

Voorbeelden zijn: medische error, nalatigheid, fout recept voorschrijven, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wakefield paper

A

= bewust verkeerde informatie over kinderen die problemen ontwikkelden na MMR-vaccinatie

17
Q

Semmelweis

A

= verlangde dat iedereen handen in bleekwater zou wassen voordat onderzoek in kraamzaal gedaan werd

18
Q

Europese aandacht voor volksgezondheid

A

Verdrag van Maastricht

19
Q

Descriptieve norm

A

= geven weer welk soort gedrag wel/niet aanvaardbaar is, op basisvan wat de meerderheid doet

20
Q

Papageno-effect

A

= getuigenissen van mensen die ooit zelfmoord probeerden te plegen, maar nadien hun leven opnieuw in handen namen
-> gunstig effect in het ontraden van anderen om zelfmoord te plegen

21
Q

NIVEL

A

Studie over minder suïcides in groenere gemeenten

22
Q

Parsons

A

= ziek zijn is een vorm van afwijkend gedrag. De zieke heeft een specifieke sociale rol toegewezen.

23
Q

Disease

A

= objectie ziek zijn
Geen belemmering voor werken tenzij arts voorschrijft

24
Q

Illness

A

= subjectief ziek voelen
-> zet klacht niet om in arbeidsongeschiktheid
Vb kater

25
Q

Sickness

A

= ziektegedrag

26
Q

Examen ethiek

A

EX: essay
Hoe morele argumentatie opzetten
- Feiten opsommen, waarover gaan, wat is het probleem, actoren (individuen, extern (ziekenhuis, regelgevende overheid, verzekeraar)
- Belangrijkste ethische principes (autonomie, beroepsgeheim, betaalbaarheid, duurzaamheid, rechtvaardigheid)
-> besluit, alles afwegen, utilitaristisch (niet alleen voor individu, ook voor het geheel van de maatschappij) waarden, maximalisatie goed doen (belang arts ondergeschikt) -> meest voor de hand liggende

27
Q

Mensenrecht model

A
  1. Het mensenrechtenmodel

Personen met een handicap worden in de eerste plaats gezien als mensen met mogelijkheden, mensen die dezelfde kansen en rechten moeten krijgen als alle andere mensen. Handicap wordt vooral benaderd als een probleem van discriminatie en statistische achterstelling, dit onder andere doordat personen met een handicap nog te vaak een politieke minderheid vormen. Volwaardige en gelijkwaardige participatie aan alle domeinen van de diverse samenleving is het streefdoel.

28
Q

WHITE (MALE) PRIVILEGE

A

» ≠ luxe leven, rijk zijn, makkelijk leven. Maar wel de vanzelfsprekendheid van privileges
= een afwezigheid van de negatieve consequenties van structureel racisme & seksisme
» “Whiteness will almost certainly positively impact your life”

29
Q

Canmedsrollen

A
  1. Medical expert and decisionmaker (medisch handelen)
  2. Communicator (communicatie)
  3. Collaborator (samenwerking)
  4. Manager (organisatie)
  5. Health advocate (maatschappelijk handelen)
  6. Scholar (kennis en wetenschap)
  7. Professional (professionaliteit)