B3: 9 Insolventierecht Flashcards

1
Q
  1. Geschiedenis
A
  • > tot ‘97
    1. Faillissements recht
    2. Ger. akkoord (bescherming tegen schuldeisers)
    3. Uitstel van betaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1997

A
  1. Faillisementswet
  2. Gerechtelijk akkoord = periode om te herstellen
    => wetgeving werkte weer niet!
    => Bleek veel te duur!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2009

A

Grote hervorming
=> WCO wet (web continuïteit ondernemingen)
ONDERNEMINGEN REDDEN!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2018

A

Wetten samen in W.E.R
=> Insolventie wetgeving
=> Reorganisatie

Faillisementsrecht = efficiënt bedrijf van markt halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Faillisementsrecht

A

= efficiënt bedrijf van markt halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is faillissement?

A

=> collectieve beslagmaatregel
=> afhalen van ondernemingsactiviteit
=> curator aangesteld

!! Je mag zelf niets meer doen !!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Failliet voorwaarden

A
  1. Moet onderneming zijn (ART 11. WER)
  2. Staking van betaling, kan niet betalen
  3. Krediet wankelt, niemand wil geld geven
  4. Stopzetting
  5. 6 maand na overlijden
  6. Tot 6maanden na sluiting vereffening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vormen faillisement

A
  1. Zelf aanvragen
  2. Voor schuldeisen
  3. Openbaar ministerie vraag faillisement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vormen faillissement:

1. Zelf aanvragen boeken neerleggen

A

=> Centraal register solvabiliteit

!! Verplicht zelf aan te vragen binnen de maand na staking van betalen !!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vormen faillissement:

2. Voor schuldeisen

A

//

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vormen faillissement:

3: Openbaar ministerie vraagt faillissement

A

=> Hoe weten ze moeilijke tijd? (Kamer voor ondernemingen in moeilijkheden)

  1. Vergissing: seponeren
  2. Niet onoverkomelijk
    => gerechtelijke reorganisatie
  3. Reddeloos verloren
    => doorgave aan ondernemingsrb
  4. Tijdelijk bewindvoerder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vonnis van faillissent

A
  1. Faillissement vaststellen
  2. Datum van staking van betalen
    = datum van vonnis (kan wijzigen)
  3. Curator aanduiden
  4. Rechter/commissaris aanstellen
    !!5. Schuldeisers moet schulden vorderen binnen termijn !!
    -> Vaak bij betalen van voorschotten
    !!6. Uitvoerbaar bij voorraad = onmiddellijk !!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Curator?

A

Inventaris van actief & passief

  1. Niet als er niets meer is = meteen afsluiten
  2. Indien wel actief en passief
    - > 1. onvoldoende actief voor afwikkelen faillissement (ook afsluiting dossier)
    - > 2. Wel voldoende actief voor afwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afwikkelingsgebied

A
  1. Geld -> schuld vorderen
  2. Alles ten gelden maken dat kan
  3. Geld uitkeren:
    * Eerst: schulden van boedel = curator en medewerkers
    * Tweede: schuldenaar
    * Derde: bevoorrechte schuldeisers
    * Vierde: algemeen voorrecht
    * Vijfde: gewone schuldeisers

= FASES LOPEN DOOR ELKAAR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Curator

A

= gespecialiseerde advocaat
=> manager van faillisement:
1. alle belangen in achten= schuldenaar & gefailleerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De verdachte periode

A

= een faillissement is niet iets dat uit het niets komt

Voorkomen dat mensen hun bedrijf leeghalen

16
Q

3 groepen handeling

A
  1. Geld moet terug
  2. Normale transacties
  3. Dubbele waarborg (eerste telt niet als waarborg)
17
Q

3 groepen handeling:

1. Geld moet terug

A
  1. Handelingen waarbij om niet wordt beschikt over onroerende goederen = schenkingen
  2. Mondelinge verrichtingen met wanverhouding
  3. Betalingen van niet vervallen schulden
    BV. uw mama betalen boven de bank
  4. Alle betalingen anders dan in geld
    BV. uw broer gratis stuff geven
  5. Je kan in verdachte periode geen schuldeisers voortrekken
18
Q

3 groepen handeling:

2. Normale transacties

A

=> tegenpartij heeft kennis van stub

= mag gelijkheid van schuldeisers niet met de voeten treden

19
Q

3 groepen handeling:

3. Dubbele waarborg (eerste telt niet als waarborg

A

Mag niet in VP 15 dagen wachten met inschrijving pand

20
Q

wat is een faillisement

A

> collectieve beslag maatregel
ondernemer afhalen van ondernemingsactiviteit
currator aanstellen

21
Q

centraal register solvabiliteit (sinds 2018)

A

> wanneer je zelf aanvraag voor faillisement binnen doet

> wettelijk verplicht zelf binnen de maand na staking van betaling

22
Q

OM faillisement

A

> kamer voor onderneming in moeilijkheden

> 1 van de kamers binnen ondernemingsrb

23
Q

Afwikkelingsverslag

A

> na alles ten gelde is gemaakt
bezorgen aan rechter commissaris
rechter commissaris zal vergaderen met schuldeisers
daarna sluiting van faillisement