B3: 1 begrippen Flashcards
ondernemingsrecht: periode tot 1 september 2018
> handelseconomischrecht:
handelsrecht: leven van de handelaar (= burgerlijk recht maar voor handelaar) = privaatrecht
economischrecht: hoe u zich op de markt moet gedragen (dus publiek recht)
ondernemingsrecht na september 2018
> economisch recht
- privaat economisch recht = ondernemingsrecht in enge zit (= handelsrecht)
- publiek economisch recht = hoe u zich op de markt moet gedragen (= sturend recht)
> vennootschapsrecht
1.
2.
WER
> WER: wetboek van economisch recht
vandelanotte heeft alle economische wetgeving gebundeld in WER
20 boeken - elk boek behandelt andere materie (20 = insolventie)
bronnen van economisch recht
> WER > internationale wetgeving > EU wetgeving > bijzondere wetgeving > gebruiken (splitsbaarheid en hoofdelijkheid. in burgerlijk recht is de regel splitsbaarheid, in ondernemingsrecht is de regel hoofdelijkheid)
wie is onderneming
> ieder natuurlijkpersoon die zelfstandig beroepsactiviteit uitvoert (= fysieke personen)
u voert deze activiteit uit voor eigen rekening (dus geen werknemer en geen ambtenaar)
beroepsactiviteit = economische activiteit (aanbieden van goederen en diensten)
duurzaam karakter in deze activiteit
ieder rechtspersoon
rechtspersoon
> wet erkent u en u bent volledig handelingsbekwaam
recht staat u toe een entiteit op te richten en die entiteit komt los van de oprichters
ieder rechtspersoon is een onderneming (vrije beroep als tandarts)
handelszaak / handelsfonds
> geen definitie van handelszaak
> geheel van middelen waarmee een onderneming onderneming voert, waarmee u klanten aantrekt en waarmee u klanten behoud
onderdelen handelszaak
> feitelijkheid (geval per geval bepalen)
wet 1919: geheel van waarden lichtbak, handelsinrichting (koeltoog, voorraad), merken, huursale (huurcontract maakt deel uit van zaak), gereedschap
nooit onderdeel van zaak: onroerend goed (gebouw is niet deel va zaak), cashgeld niet deel van zaak, schulden ook niet (schulden zijn altijd persoonlijk)
klanten deel van handelszaak
> neen, klanten hebt u geen vat op (res nulius)
in wet 1919 staat wel cliënteel? -> niet concurrentie beding maakt deel uit van handelszaak = u mag klanten niet meteen afwerven
bewijsregels in ondernemingsrecht
> bewijs dat u voert tegen een onderneming
u gebruikt andere bewijsmiddelen dan in burgerlijk recht
makkelijker bewijzen tegen onderneming
bewijsmiddelen burgerlijk recht
<3500 te bewijzen met alle mogelijke bewijsmiddelen
>3500 te bewijzen met geschrift (authentieke akte, onderhandse akte)
authentieke akte: authentieke vermeldingen, niet authentieke vermeldingen kunnen via ander geschrift weerlegd worden
bewijsmiddelen ondernemingsrecht
> geen grens van 3500
1 origineel is voldoende
bewijzen tov ondernemingen mag via alle mogelijke bewijsmiddelen
datum
bijkomende bewijsmiddelen mogelijk: factuur, boekhouding
factuur als bewijsmiddel
> niet ondertekend bewijsmiddel
tegen onderneming: altijd volwaardig bewijsmiddel tegen uitgever zelf
verplichting tot afgifte factuur
> komt uit BTW wetgeving
vermeldingen die op factuur moeten staan
> woord FACTUUR moet er op staan > factuur nummer > voorwerp van transactie + schuld vordering > BTW % + bedrag > plaats van uitgifte > ondernemingsnummer > rekening nummer
lekenrechter worden (voorwaarden)
> 30 jaar oud zijn
5 jaar eervol handel gedreven hebben OF 5 jaar bestuurder geweest van professionele beroepsvereniging OF u bent vertrouwd met bestuur van onderneming en boekhouding
bevoegdheden ondernemingsrechtbank
algemene bevoegdheden
> geschil tussen 2 ondernemingen mbt tot ondernemingsactiviteit
> niet onderneming tegen onderneming
specifieke bevoegdheden
> insolventie (faillisementen)
>
algemene veprlichtingen voor ondernemingen
algemene verplichtingen ongeacht activiteit
> juridisch bekwaam zijn
> onverenigbaarheden
> rechtbank kan u recht om te ondernemen ontnemen (is uitzondering, normaal mag u meteen opnieuw starten)
juridische bekwaamheid
> 18+ = meerderjarig