B p. 60 N-D Flashcards
1
Q
+
het balkon
A
der Balkon - die Balkons
2
Q
+
de boerderij
A
der Bauernhof - die Bauernhöfe
3
Q
het bureau
A
der Schreibtisch
4
Q
de fauteuil, de gemakkelijke stoel
A
der Sessel
5
Q
+
de kast
A
der Schrank - die Schränke
6
Q
de spiegel
A
der Spiegel
7
Q
+
de stoel
A
der Stuhl - die Stühle
8
Q
+
de tafel
A
der Tisch - die Tische
9
Q
+
de televisie
A
der Fernseher - die Fernseher
10
Q
de tuin
A
der Garten
11
Q
+
het appartement
A
die Wohnung - die Wohnungen
12
Q
+
de deur
A
die Tür - die Türen
13
Q
de douche
A
die Dusche
14
Q
+
de garage
A
die Garage
14
Q
de keuken
A
die Küche
15
Q
+
de klok
A
die Uhr - die Uhren
16
Q
+
de lamp
A
die Lampe - die Lampen
17
Q
+
de muur
A
die Wand - die Wände
18
Q
+
het toilet
A
die Toilette - die Toiletten
19
Q
+
badkamer
A
das Badezimmer - die Badezimmer
20
Q
+
de bank
A
das Sofa - die Sofas
21
Q
+
het bed
A
das Bett - die Betten
22
Q
de eengezinswoning
A
das Einfamilienhaus
23
Q
+
het huis
A
das Haus - die Häuser
24
# +
de kamer
das Zimmer - die Zimmer
25
# +
het raam
das Fenster - die Fenster
26
# +
de slaapkamer
das Schlafzimmer- die Schlafzimmer
27
de wastafel
das Waschbecken
28
de woonkamer
das Wohnzimmer
29
de meubels
die Möbel
30
hangen
hängen
31
liggen
liegen - gelegen
32
opruimen
aurfräumen
33
schoonmaken
sauber machen
34
staan
stehen - gestanden
35
uitzetten
ausmachen
36
donker
dunkel
37
gezellig
gemütlich
38
groot
groß
39
klein
klein
40
licht
hell
41
beneden
unten
42
boven
oben
43
erachter
dahinter
44
ernaast
daneben
45
ervoor
davor
46
heel, helemaal
ganz
47
thuis
zu Hause
48
blauw
blau
49
geel
gelb
50
rood
rot
51
roze
rosa
52
wit
weiß
53
zwart
schwarz
54
beschrijven
beschreiben - beschrieben
55
finden
gefunden
56
bevallen
gefallen - gefallen
57
horen
hören
58
lezen
lesen - gelesen
59
spelen
spielen
60
maken, doen
machen
61
wonen
wohnen
