Attitudes (H7) Flashcards
Attitude
Gevoelsgeladen oordeel die we over iets of iemand hebben. Dit oordeel heeft een bepaalde richting en intensiteit.
Aangeboren gevoeligheden
Er zijn prikkels die we al van bij het eerste contact als leuk of hinderlijk ervaren.
Zintuigen: marges met betrekking tot het soort prikkels die we aangenaam vinden. Denk aan de marge van 19-21 graden als aangename temperatuur.
Wie kiezen we daadwerkelijk als partner? (afwegingen)
De voorkeur hiervoor is afgeleid uit ervaringen. Je gaat afwegen van gunstige en ongunstige eigenschappen.
Deze afweging wordt enkel gemaakt bij belangrijke zaken, zoals een partner kiezen, maar ook bij keuzes voor dure producten kopen, studiekeuze enz.
Sociale leertheorie van Bandura
Theorie met betrekking tot het verwerven en het uitvoeren van gedragsschema’s door het gedrag van anderen te observeren.
- Inprenten
- Uitvoeren
Dit kan positief of negatief uitpakken.
Denk aan kind is bang voor hond –> laat video van kinderen zien die met honden spelen –> kind is minder bang.
Denk aan genderstereotype bevorderen door video’s te laten zien met veel inhoud hiervan.
Sociale vergelijkingstheorie van Festinger
Deze theorie kent 2 aspecten: vaardigheden en opinies. Dit zijn de aspecten die mensen vergelijken om tot een beeld van zichzelf en anderen te komen. Je kan je vergelijken met een objectief criterium of met een ander(sociaal criterium).
Wie kiezen we als vergelijkingsobject?
Liefst vergelijken met iemand die inzake de te beoordelen eigenschap ongeveer dezelfde positie inneemt als onszelf.
Ook voor opinies doen we dat –> we zijn uit om onze eigen mening bevestigd te zien.
(Sociale vergelijkingstheorie) Met wie we ons vergelijken is mee afhankelijk van de doelstelling die we er mee nastreven:
- Similariteitstendens: voorkeur voor gelijken –> nauwkeurige inschatting van onze positie.
- Opwaartse vergelijkingstendens: voorkeur voor vergelijking met iemand die net iets beter is –> bedoeling om onze grenzen te verleggen.
- Neerwaartse vergelijkingstendens –> om er goed uit te komen en ons beter te voelen.
Evaluatieve conditionering
Reclame: vooral die producten die eerder een affectieve waarde hebben (sigaretten, parfum, frisdrank, …)
- Positieve sfeer creëren die in verband staat met het product
De OP(positieve sfeer) wordt dan aan de VP(product) gelinkt om zo tot een VR/OR(positieve attitude) te komen.
Operante conditionering
Conditionering die gaat over de associatie van gedrag en de beloning of straf die daar op volgt.
Het aanbiedingseffect
Het herhaaldelijk aanbieden van een bepaalde prikkel, kan de attitude tegenover die prikkel in positieve zin doen veranderen.
Beperkingen van het effect:
- Plafondeffect: een attitude kan niet onbeperkt positiever worden, op een bepaald moment wordt een limiet bereikt en kan er zelfs verveling optreden.
- Het moet om neutrale prikkels gaan.
- Moet aangeboden worden in een neutrale context
- Effect kan overschaduwd worden door andere effecten die er tegenin gaan
Subliminale aanbieding
Een prikkel wordt aangeboden die onder de waarnemingsdrempel ligt. Dus een visuele prikkel wordt getoond voor minder dan 25 milliseconden.
Het sublimaal aanbieden van een merknaam kan de keuze voor een product van dat merk doen toenemen als er reeds een behoefte aanwezig is.
De Yale Attitude Change Approach
-Wie (de bron)
-Geloofwaardigheid
-Deskundigheid degene die de boodschap brengt.
-Vertrouwen in diegene
-Aantrekkelijkheid
-Het fysieke voorkomen
-Overeenstemming tussen de boodschapper en de ontvanger.
-Zegt wat (de boodschap)
Hierbij kunnen een heleboel vragen worden gesteld.
-Gebruik maken van cijfers of gegevens, of maken emotionele argumenten meer indruk?
Het hangt vaak af van de situatie om te weten welke strategie het meeste invloed heeft.
-Tot wie (de ontvanger)
-Leeftijd: tussen 18 en 25 jaar meest vatbaar voor verandering.
-Intelligentie, hogere intelligentie –> resistenter tegen beïnvloedingen.
-Zelfwaardering, Gemiddelde zelfwaardering is het meest beïnvloedbaar.
-Hoe (het communicatiekanaal)
Hoe stel je je weerbaar op tegen ongewenste invloeden van buitenaf?
- Bewust nadenken over een kwestie
Vaak maak je gebruik van een verkorte denkwijze waardoor we zeer snel tot een oordeel komen. Dit is een heuristiek.
Bij een systematische verwerking (bewust nadenken) is de kwaliteit van de argumentatie wel belangrijk. Deze verwerking kost meer energie. Zo kan je wel de heuristieken corrigeren, denk aan het tweestappenmodel.
Psychologische reactantie
Een onplezierige emotionele toestand die samenhangt met een gevoel dat er geknaagd wordt aan de individuele vrijheid en die als tegenreactie de neiging oproept om juist het omgekeerde te doen/denken. Denk dan aan extreme waarschuwingen op sigarettenpakjes, mensen kunnen dan juist het omgekeerde gaan doen.
Repressieve tolerantie
Fenomeen waarbij machthebbers soms een schijnbare welwillendheid aan de dag leggen ten aanzien van een protest. Hierdoor geeft hij mensen het gevoel van vrijheid. In dat opzicht is dit het tegenovergestelde van reactantie.
Attitudevaccinatie
Mensen blootstellen aan een kleine hoeveelheid ervaringen om zo een attitude te creëren tegenover die ervaring.