Alle definities (herhaling) Flashcards

1
Q

Definitie:
Servicelevel

A

Eén of meer metrics, die de verwachte of gerealiseerde servicekwaliteit bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie:
Service level agreement

A

Een gedocumenteerde overeenkomst tussen een service-provider en een klant, die zowel de vereiste services als het verwachte servicelevel identificeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie:
incident

A

Een ongeplande onderbreking van een service of een vermindering van de kwaliteit van een service

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie:
change

A

Het toevoegen, aanpassen of verwijderen van iets dat een direct of indirect effect op services kan hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie:
IT-Asset

A

Elke financieel waardevolle component die kan bijdragen aan de levering van een IT-product of -service

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie:
Event

A

Elke statuswijziging die van belang is voor het managen van een service of een ander configuratie-item (CI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie:
Problem

A

Een oorzaak of mogelijke oorzaak van een eerder opgetreden, actueel of nog op te treden incident

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definitie:
known error

A

Een problem dat is geanalyseerd, maar nog niet is opgelost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definitie:
Configuratie Item (CI)

A

Elk component die moet worden gemanaged om een IT-service te kunnen leveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie:
Waaruit bestaat de servicewaardeketen

A

Plannen
Verbeteren

Betrekken
Ontwerp en transitie
Verkrijgen/bouwen
Opleveren en ondersteunen

Vraag = de trigger
Output = Producten/en services zijn output van het SVC en daarmee waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definitie:
kansen

A

Kansen vertegenwoordigen opties of mogelijkheden om waarde toe te voegen voor stakeholders, of om de organisatie anderszins te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definitie:
vraag

A

Vraag is de input voor het SWS op basis van eisen of wensen van interne/externe stakeholders t.a.v. producten en services

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 4 dimensies van service management?

A
  1. Organisatie en mensen
  2. Informatie en technologie
  3. Partners en leveranciers
  4. Waardestromen en processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie:
Beschrijf de onderdelen van het servicewaardesysteem

A

1) Servicewaardeketen
2) ITIL-practices
3) Richtinggevende principes
4) Governance
5) Voortdurend verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 7 richtinggevende principes?

A
  1. Focus op waarde
  2. Begin waar je bent
  3. Verbeter iteratief met feedback
  4. Werk samen en bevorder zichtbaarheid
  5. Denk en werk holistisch
  6. Houd het eenvoudig en praktisch
  7. Optimaliseren en automatiseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Servicemanagement

A

Een reeks gespecialiseerde organisatorische vermogens om waarde voor klanten mogelijk te maken in de vorm van services

17
Q

Klant

A

Een rol die de vereisten voor een service definieert en de verantwoordelijkheid neemt voor de eindresultaten van het gebruik van de service

18
Q

Gebruiker

A

Een rol die services gebruikt

19
Q

Sponsor

A

Een rol die kosten van de serviceconsumptie autoriseert

20
Q

service

A

Een middel om cocreatie van waarde mogelijk te maken door eindresultaten te faciliteren die klanten willen bereiken, zonder dat de klant specifieke kosten en risico’s hoeft te managen.

Services zijn gebaseerd op een of meer producten.

21
Q

utility

A

De functionaliteit die een product of service biedt om aan een specifieke vraag te voldoen

Fit for purpose

22
Q

warranty

A

De zekerheid dat een product of service aan de overeengekomen vereisten voldoet

Fit for use

23
Q

Fit for purpose

A

utility

24
Q

Fit for use

A

warranty

25
Q

Definitie:
uitkomst

A

een resultaat dat door een stakeholder wordt behaald en
mogelijk is gemaakt door een of meer outputs