alle begrippen die ik MOET weten Flashcards
Vergelijkende Politiek (Comparative Politics):
De systematische studie van bestuur en politiek in verschillende landen, waarbij de nadruk ligt op het onderzoeken van verschillen en overeenkomsten om beter inzicht te krijgen.
Macht
Het vermogen om bedoelde effecten te bewerkstelligen. De term wordt vaak gebruikt als een synoniem voor invloed, maar wordt ook specifieker gebruikt om te verwijzen naar meer dwingende vormen van invloed, met name het verkrijgen van wat men wil door middel van dreigementen.
Censuur:
Het is het gebruiken van de macht van de overheid, een andere invloedrijke groep, of van bepaalde mensen om informatie te verbergen of de vrijheid van meningsuiting te beperken.
Politiek:
Het proces waarmee mensen onderhandelen en concurreren om samen beslissingen te maken en uit te voeren
Soevereiniteit (Sovereignty):
De macht om te besturen en beslissingen te maken in een land of gemeenschap, zonder dat anderen van buitenaf of binnenin invloed hebben.
Natie (Nation):
een groep mensen die zich verbonden voelen door een gemeenschappelijke geschiedenis, cultuur, taal of verhalen.
Natiestaat (Nation-state):
Een staat waarvan de burgers een gemeenschappelijke nationale identiteit delen.
Nationalisme (Nationalism):
Het geloof dat een groep mensen met een gemeenschappelijke nationale identiteit (meestal gekenmerkt door een gedeelde cultuur en geschiedenis) het recht heeft om een onafhankelijke staat te vormen en zichzelf te besturen zonder externe inmenging.
Polarisatie
: is het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen.
Ideologie
soort blauwdruk van hoe de samenleving er uit ziet en uit zou moeten zien.
Liberal democracy (Liberale democratie)
een vorm van indirecte democratie waarin gekozen vertegenwoordigers beslissingen nemen, terwijl de grondwet de rechten van individuen beschermt.
Checks and balances (Controlemechanismen)
Een regeling waarbij overheidsinstellingen bevoegdheden hebben die elkaar in evenwicht houden, waardoor zij worden verplicht samen te werken om te regeren en beslissingen te nemen.
Hybrid regime (Hybride regime)
Een politiek regime dat enkele kenmerken vertoont van een democratie, maar waarvan de instellingen, processen, wetten en beleid gemanipuleerd worden om de machthebbers of elites in hun positie te houden.
Authoritarian regime (Autoritair regime)
Een politieke regime waarbij de macht bij 1 persoon of een kleine groep ligt, er weinig ruimte is voor verschillende politieke ideeën, de regering alle macht in handen houdt, geen tegenspraak duldt, en mensenrechten worden geschonden.
Absolute monarchy (Absolute monarchie)
Een regime waarin een koning of koningin alle macht heeft, en andere overheidsinstellingen bijna geen invloed hebben. Dit is anders dan in een constitutionele monarchie, waar de macht van de koning of koningin beperkt is.
Ruling party (Regerende partij)
Een regime waarin één politieke partij alle macht heeft en de oppositie slechts symbolische of geen mogelijkheden krijgt om mee te doen.
Personalism (Personalisme)
Een bestuursvorm waarin de macht vooral draait om persoonlijke relaties tussen de leiders en hun vertrouwelingen, medewerkers en volgers, in plaats van om de officiële functie zelf.
Military rule (Militair regime)
Een militair regime is een regering die wordt geleid door het leger. In plaats van gekozen politici, hebben militaire leiders de macht in het land.