aflevering 15 Flashcards

1
Q

molenaar

A

miller
Zijn vader was een molenaar, oftewel iemand die in een molen werkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

letterkunde

A

literature
Daar studeerde hij letterkunde en hij heeft er waarschijnlijk ook de bijbel bestudeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

taferelen

A

scenes
In veel van zijn latere schilderijen komen namelijk bijbelse taferelen terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kneepjes

A

tricks, ins and outs
De leerling-schilder leerde dan alle kneepjes van het vak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

grondleggers

A

founders
De Italiaanse schilder Caravaggio is een van de bekendste grondleggers van deze schilderstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

atelier

A

studio
In 1625, toen Rembrandt nog maar 19 jaar was, ging hij terug naar Leiden en begon daar zijn eigen atelier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

veroorloven

A

to afford
De écht rijke inwoners kunnen zich een portret van Rembrandt veroorloven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stadswacht

A

city guard
Op het schilderij zie je de stadswacht van Amsterdam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verzamelaars

A

collectors
In die omgeving wonen veel kunstenaars en verzamelaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bankroet

A

bankrupt
Rembrandt kan zijn rekeningen niet meer betalen en gaat bankroet in 1656

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oeuvre

A

body of work
Rembrandt laat een oeuvre na van 300 schilderijen, 300 etsen en 2000 tekeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

koppig

A

stubborn
Dat weigerde de koppige Rembrandt en liet de opdrachtgever weten dat hij liever zelf het schilderij zelf houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beroep

A

profession
In die tijd was dat een beroep waar je aardig geld mee kon verdienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bevolking

A

population
Dat blijkt ook uit het feit dat Rembrandt naar school mocht, wat in die tijd alleen de rijkere bevolking kon betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

leerling

A

apprentice
Je kon in die tijd het vak van schilder leren door bij een meester in de leer te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kunststroming

A

art movement
Lastman had in Italië gestudeerd, waar aan het begin van de 17de eeuw een nieuwe kunststroming ontstaan was: de barok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

zelfstandig

A

independent
Vanaf dat moment was Rembrandt niet meer een leerling maar een zelfstandig schilder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

opdrachten

A

assignments, commissions
Vanaf dat moment was Rembrandt niet meer een leerling maar een zelfstandig schilder, die zijn eigen opdrachten moest binnenhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

statisch

A

static
Portretten van Rembrandt zijn niet saai en statisch zoals veel portretten toen

20
Q

topstuk

A

masterpiece
Dit schilderij ken je vast, het is hét grote topstuk van het Rijksmuseum in Amsterdam

21
Q

vastleggen

A

to capture, to record
De belangrijkste personen van de Amsterdamse elite wilden zich graag door Rembrandt laten vastleggen op een schilderij

22
Q

zakenpartner

A

business partner
Rembrandt heeft Saskia leren kennen via een bevriende zakenpartner

23
Q

huiselijke

A

domestic
Vooral op de tekeningen, waarop Rembrandt vaak huiselijke taferelen tekent, kan je goed de liefde van Rembrandt voor Saskia zien

24
Q

tegenslag

A

setback
Maar dan komt Rembrandt op een punt in zijn leven waarin hij de ene tegenslag na de ander te verwerken krijgt

25
Q

uitdrukking

A

expression, idiom
De uitdrukking van deze week heeft natuurlijk met kunst te maken

26
Q

spreekwoord

A

proverb
De oorsprong van dit spreekwoord komt van het verven van wol

27
Q

toelachen

A

to smile upon
Tot op het moment waar we nu zijn aangekomen heeft het leven Rembrandt altijd toegelachen

28
Q

bezigheid

A

occupation
In de periode na de dood van Saskia is het maken van tekeningen en etsen zijn belangrijkste bezigheid

29
Q

verwikkeld

A

involved
Nederland raakt ook verwikkeld in een oorlog met Engeland

30
Q

dieptepunt

A

low point
Een nieuw dieptepunt in zijn leven

31
Q

eenzaam

A

lonely
De laatste jaren van Rembrandt zullen eenzaam geweest zijn

32
Q

beeltenis

A

image, portrait
Hij wil als eerbetoon aan zijn huisdiertje een beeltenis van het aapje maken

33
Q

opdrachtgever

A

client
Toen de opdrachtgever later kwam kijken hoe het ging met het schilderij zag hij het aapje

34
Q

broodje aap

A

urban legend
Dus misschien is het echt gebeurd maar misschien is het een broodje aap

35
Q

aflevering

A

episode
Hiermee is de aflevering over Rembrandt afgelopen

36
Q

abonneren

A

to subscribe
Vergeet niet te abonneren op de podcast om op de hoogte te blijven van nieuwe afleveringen

37
Q

verf

A

paint
De leerling-schilder leerde dan alle kneepjes van het vak: schildertechnieken, het voorbereiden van de verf en tekenles

38
Q

schaduwgebruik

A

use of shadow
Portretten van Rembrandt zijn niet saai en statisch zoals veel portretten toen, maar juist met veel kleur- en schaduwgebruik en beweging

39
Q

elite

A

elite
De belangrijkste personen van de Amsterdamse elite wilden zich graag door Rembrandt laten vastleggen op een schilderij

40
Q

verzamelhobby

A

collecting hobby
Maar aan zijn verzamelhobby geeft hij veel te veel geld uit

41
Q

exotisch

A

exotic
Rembrandt houdt van verzamelen, hij verzamelt exotische voorwerpen, schilderijen, beelden van Griekse filosofen en nog meer

42
Q

bewaardgebleven

A

preserved
Hij is begraven in de Westerkerk in Amsterdam, maar omdat er geen geld was voor zijn graf is het niet bewaard gebleven

43
Q

anekdote

A

anecdote
Ik sluit af met een anekdote over Rembrandt

44
Q

verzonnen

A

made up, invented
Een broodje aap is een uitdrukking voor een verzonnen verhaal

45
Q

afdrukken

A

prints
Hierdoor kan je meerdere afdrukken maken van hetzelfde werk

46
Q

ingesmeerd

A

smeared
Deze plaat wordt met inkt ingesmeerd en op papier geperst

47
Q

geperst

A

pressed
Deze plaat wordt met inkt ingesmeerd en op papier geperst