aardrijkskunde kerstexamen Flashcards

aardrijkskunde

1
Q

aardplaat

A

stuk van de vaste buitenste schil van de aarde (aardkast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

asthensosfeer

A

schil van de aarde die onder de lithosfeerplaten drijven en glijden of er gedeeltelijk in wegzinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

condenseren

A

overgaan van gasvormig naar vloeibare toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

decenium

A

periode van 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

erosie

A

afbraak van gesteente door bewegend ijs, stromend water of wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fysisch

A

= natuurkundig
= gaat over de eigenschappen van stoffen zoals ze voorkomen op aarde. Vast, vloeibaar of stroperig zijn fysische eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geologie

A

wetenschap die de aardkorst onderzoekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gletsjer

A

ijsmassa die langzaam van een helling schuift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lithosfeerplaat

A

buitenste schil van de aarde, een schaal uit steen die hard en vast is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

plantentektoniek

A

verschijnsel waarbij de lithosfeerplaten bovenop de asthenosfeer bewegen ten opzichte van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

plastisch

A

toestand tussen vast en vloeibaar, stroperig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sediment

A

afzetting van materiaal dat door wind, water of ijs getransporteerd werd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

textuur

A

manier waarop iets wordt samengesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verwering

A

afbraak van gesteente door temperatuurverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zwaartekracht

A

kracht waarmee iets wordt aangetrokken in de richting van het middelpunt van de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

biodiversiteit

A

grote verscheidenheid aan planten en dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

broeikaseffect

A

geleidelijke stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde doordat de warmte steeds meer wordt vastgehouden in de atmosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

CO2

A

koolstofdioxide, een gas die voorkomt in de atmosfeer en stijgt door menselijke activiteiten zorgt voor klimaatopwarming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ecoloog

A

persoon die planten en dieren bestudeert en hoe die in relatie staan tot elkaar en hun omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

fauna en de flora

A

dieren en planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ijstijd

A

langdurige koude periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

import

A

invoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

duurzaam

A

weinig last van slijtage ook: spaarzaam met grondstoffen en producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

plantage

A

aanplanting van struiken of bomen in de tropen, die jaar na jaar een product opleveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
transpiratie
verdamping van water door planten
26
tropisch regenwoud
wouden die rond de evenaar liggen
27
waterkringloop
kringloop van water dat circuleert in een gesloten kring tussen de aarde en de dampkring
28
weelderige plantengroei
heel veel verschillende soorten planten
29
woudreuzen
bomen die tot 60 meter hoog kunnen worden
30
reliefelementen
1. Helling = het schuin aflopend vlak tussen een hoger en lager deel in het landschap 2. Hoogteverschil = het verschil tussen het hoogste en het laagste punt in het landschap 3. Horizon = de lijn waar het land en de lucht elkaar schijnbaar taken 4. (hoogte en horizonlijn)
31
vlakte
horizon niet recht alles plat
32
heuvelland
horizon niet recht en de bergen hoger dan 500 meter
33
gebergte
horizon recht en onder de horizon bergen onder 500 meter
34
plateau
niet rechte horizon en de berge kleiner dan 500 meter
35
welke invloed heeft de hoogte op de temperatuur
hoe hoger je gaat hoe kouder het is
36
als de lucht afgekoeld is
meer kans op neerslag
37
wanneer startte de alpiene gebergtevorming
65 miljoen jaar geleden
38
opbouw aarde
Lithosfeer Asthenosfeer Mesosfeer Buitenkern binnenkern
39
wat is de lithosfeerplaat
vast
40
uit wat bestaat de lithosfeerplaat
oceaan, zware oceanische lithosfeerplaat en lichte continentale lithosfeerplaat
41
waar lithosfeerplaat
0-100/200
42
wat en waar asthenosfeer
Plastisch 100/200 – 350/500
43
wat en waar mesosfeer
Vast 350/500 – 2900
44
wat en waar buitenkern
Vloeibaar 2900 - 5150
45
binnenkern wat en waar
vast 5150 - 6370
46
- in welke 3 richtingen bewegen lithosfeerplaten t.o.v elkaar
1. Van elkaar weg  divergent 2. naar elkaar toe  convergent 3. langs elkaar  transform
47
drie manieren om een gebergte te vormen
- wanneer twee lichte lithosfeerplaten tegenop elkaar geduwd wordt - wanneer er een zware en een lichte lithsofeerplaten tegen elkaar - de zware oceanische plaat duikt in de diepte en tilt de lichte continentale plaat op
48
geef oplossing van De natuurlijke leefwereld van dieren wordt vernietigd/versnipperd
natuurgebieden aanleggen
49
geef oplossing van Een sneeuwlaag die uit kunstsneeuw bestaat smelt trager
Gebruik van sneeuwkanon verbieden of beperken
50
geef oplossing van drinkwatertekort
Geen nieuwe hotels met zwembaden aanleggen
51
geef oplossing van Het risico op erosie en modderlawines neemt toe
Geen kunstsneeuw, en geen snowcat, bomen planten
52
geef oplossing van De uitgestelde bloeiperiode van bloemen, planten, erosie, …
Het skiseizoen korter maken
53
erosie welke vorm
Gladde vormen
54
verwering welke vorm
scherpe vorm
55
verwering
Afbraak van gesteente door temperatuur verschillen
56
v-dal
Gevormd door snelstromend water
57
u-dal
Gevormd door een traag bewegende gletsjer
58
kenmerken tropisch regenwoud
tropische regenwouden hebben de weelderigste plantengroei op aard, alle maanden zijn nat en warm, het regenwoud is aan het krimpen
59
voorbeelden die ervoor zorgen dat het regenwoud verdwijnt
Veeteelt Mijnbouw akkerbouw houtkap
60
wat is de opbrengst en waar wordt het in verwerkt bij veeteelt
Varkensvlees, kippenvlees en rundvlees = Steak, chickennuggets, worst, hamburgers, ….
61
alternatieven voor veeteelt
Minder vlees eten, of geen vlees eten uit buitenland
62
opbrengst en waar het verwerkt in wordt mijnbouw
ijzererts = Staal voor auto’s, fietsen, …
63
alternatieven mijnbouw
staal recycleren
64
opbrengst en waar het verwerkt in wordt akkerbouw
1. soja 2. palmolie = 1. sojamelk, veevouder 2. koekjes, chocola, shampoo, …
65
alternatieven akkerbouw
1. geen soja invoeren, veevoeder van lokale producten 2. bewust kiezen voor prodcten zonder palmolie
66
opbrengst en waar het verwerkt in wordt houtkap
Tropische hardhout = Terrasplanken, stoelen, …
67
alternatieven houtkap
Hout kappen met duurzaam label
68
wat moet er gedaan worden door de werledbevolking
er moeten meer monden gevuld worden
69
wat zijn de belangerijkste 2 oorzaken van ontbossing
De belangrijkste oorzaken van de ontbossing zijn dus de groeiende wereldbevolking en het steeds grotere verbruik van producten per persoon
70
normale kringloop aantal bomen
veel
71
aantal neerslag normale waterkringloop
veel
72
normale waterkringloop verdamping en transpiratie
veel
73
opname van water door vegetatie normale kringloop
veel
74
afvloeiing van oppervlakten normale kringloop
weinig
75
aantal bomen verstoorde kringloop
weinig
76
neerslag verstoorde kringloop
weinig
77
verdamping en transpiratie verstoorde kringloop
weinig
78
opname van water door vegetatie verstoorde kringloop
weinig
79
afvloeiing van oppervlakten verstoorde kringloop
veel
80
gevolg van ontbossing voor waterkringloop
door het verdwijnen van bomen is er minder transpiratie. Daardoor komt er minder vocht in de lucht en valt er dus ook minder neerslag.
81
wat gebeurt er als we het gaan omkappen voor de vele diersoorten
beestjes niet voorplanten en opzoek naar een nieuw leefgebied
82
planten zijn werkzaam tegen kankercellen + 25% van medicatie bevat plantaardige stoffen maar wat gebeurt er als we het gaan omkappen
geen medicatie + inheemse stammen zullen hun leefgebied verliezen
83
gevolg van atmosfeer
Er zijn minder bomen om co2 op te slaan en O2 te produceren
84
oorzaak klimaatverandering
door het broeikaseffect, door de stijgende wereldbevolking en de hogere welvaart en een stijgende van menselijke activieiten
85
gevolg klimaatverandering
het CO2 gaat in de lucht blijven hangen en het gaat ook hogere temperaturen hebben
86
welke hoopgevende intiatieven zijn er voor de toekomst
1. Greta Thunberg 2. de ingaboom 3. massale bebossing 4. technologische vooruitgang
87
wat doet greta thunberg
geeft het verwijt aan wereldleiders dat ze geld en economische groei belangrijker vinden dan de klimaatverandering, economische groei zorgt voor een stijging CO2-uitstoot
88
wat doet de ingaboom
te herbossen = de ingaboom groeit snel, op weinig vruchtbare bodems, maakt voor andere planten/bomen de bodem vruchtbaarder
89
wat doet massale bebossing
Bomen zijn het beste tegen de klimaatopwarming, het gaat zorgen voor het terugdraaien van 10 jaar menselijke CO2 uitstoot
90
wat doet technologische vooruitgang
= CO2 wordt met gebruik van machines uit de lucht gehaald, zijn alleen nog heel duur
91
hardbladige vegetatie
struiken met harde bladeren (olijf)bomen, kruiden
92
toendra
geen bomen,wel grassen mossen of kruiden
93
savanne
hoge grassen (paraplu)bomen
94
woestijn
geen plantengroei
95
taiga
naaldbomen, berken
96
steppe
grote gebieden met korte grassen
97
ijswoestijn
geen plantengroei
98
zomergroen loofwoud
loofbosseb groen in zomer kaal in winter
99
tropisch regenwoud
woudreuzen, weelderige groei van varens, struiken en bomen