Aardrijkskunde Flashcards

examen cours

1
Q

de landschapsvormende lagen hebben invloed op elkaar:

A

horizontale relatie
verticaal relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de 3 soorten voor horizontale relatie :

A

op vershillende locatie (winkelcentra en stad )

in dezelfde landschapsvormende laag (cultuurlandschap)

dus: Een winkelcentrum meer bij een stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 soorten verticaal relatie :

A

Op dezelfde locatie ( België)

In verschillende landschapsvormende lagen (klimaat-natuurlijke plantengroei)

Dus In belgië : koelgematigd met zachte winters- zomergroen loofwoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Landschapsvormende lagen zijn verschillend aan de 4 sferen :

A

4sferen niet gestapeld op elkaar

in smamenwerking

kruisenelkaar overal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de 4 sferen :

A

geosfeer
hydrosfeer
atmosfeer
biosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de definitie van atmosfeer :

A

Atmosfeer is de gaslaag of dampkring die onze planeet omringt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de definitie van biosfeer :

A

Biosfeer omvat alle leven op de planeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de defintie van geosfeer :

A

Geosfeer verwijst naar alle gesteenten van de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de definitie van hydrosfeer :

A

Hydrosfeer omvat al het water op of nabij het aardoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef 2 vb voor atmosfeer :

A

temperatuur, wolken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef 2 vb voor biosfeer:

A

bomen ,mensen ,dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geef 2 vb voor geosfeer :

A

gebergte, klei, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef 2 vb voor hydrosfeer :

A

oceean, gletsjer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

landschapsvomende laag
atmosfeer

A

klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

landschapsvomende laag
biosfeer

A

Natuurlijke plantengroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

landschapsvomende laag
geosfeer

A

relïef, bodem, ondergrond

17
Q

landschapsvomende laag
hydrosfeer :

A

water

18
Q

welke landschapsvormende laag is hier niet aanwezig ?

A

cultuurlangschap

19
Q

Uit welke sferen bestaat de wereld :

A

uit vier sferen

20
Q

Wat is het systeem aarde ?

A

Deze vier sferen staan ook onderling in interactie met elkaar

Die interactie zorgt ervoor dat ze als één systeem worden gezien : het systeem Aarde

21
Q

wat is de onderdeel van de biosfeer ?

A

De mens is een onderdeel van de biosfeer, maar zijn invloed binnen deze sfeer gevolgen voor de andere sferen is zeer groot.

22
Q

WAt is het onderste deel van de atmosfeer

A

De troposfeer is het onderste deel van de atmosfeer om de aarde en is gemiddeld 10km hoog.

23
Q

Wat is de temperatuur van de troposfeer

A

kenmerk van de troposfeer is dat de temperatuur gemiddeld met 6,5 °C afneemt per 1000 m dat je van de aarde verwijderd bent.

24
Q

Hoe….. , hoe…….

A

Hoe verder van de aarde , hoe kleiner de impact daarvan (opwarming)

25
Q

in de troposfeer wordt …

A

Het weer en klimaat bepaald ( ongeveer 80% van alle massa van de atmosfeer bevindt zich in de troposfeer.

26
Q

IN de ….. is de biosfeer enkele meters diep. In de ….kan hij tot 8 km hoog reiken en in het … sterkt hij zich uit tot dieptes van meer dan 11 km.

A

in de .VASTE AARDBODEM. is de biosfeer enkele meters diep. In de .LUCHT ..kan hij tot 8 km hoog reiken en in het WATER sterkt hij zich uit tot dieptes van meer dan 11 km.

27
Q

levende organismen worden opgedeeld in verschillende groepen :

A

planten, dieren, schimmels, bacterïen.

VIRUSSEN WORDEN NIET TOT DE LEVENDE ORGANISMEN GEREKEND? MAAR HOREN TOCH BIJ DE BIOSFEER

28
Q

Tot de geosfeer behoren ook :

A

alle bodems

gesteenten ,

rotsen,

bergen,

sedimenten (gesteenten ) op de zeebodem

fossielen en

fossiele brandstoffen
/—> aardolie, steenkoel, aardgas

29
Q

geosfeer
Het omvat de …. en de …. van de planeet, de twee buitenste lagen.

A

DE lithosfeer en de mantel