98 Flashcards
Paragraph
Alinea
To reach
Bereiken
To imply
Suggereren/ laten door schemeren
To express
Uitdrukken
Main
Hoofd-/ voornaamste
Main point
Essentie/ hoofdpunt
To serve
Dienen ertoe
To state
Beweren
Statement
Bewering
To deal With
Gaan over
To replace
Vervangen
Attitude
Houding/ opvatting
View
Mening
Point of view/ viewpoint
Standpunt
Judging from
Te oordelen naar/ op grond van
To Sum up/ to summarise
Samenvatten
To point out
Duidelijk maken
To describe
Beschrijven
To argue
Beweren
What is the point Made about…?
Wat wordt er gezegd over…?
With regard to/ With respect to
Met betrekking tot
To insert
Tussenvoegen
To characterise
Typeren
To emphasise/ to stress
Benadrukken
To account doe
Verklaren
To reflect
Weergeven
To amount to
Neerkomen op
Quotation
Citaat
Alinea
Paragraph
Bereiken
To reach
Suggereren/ laten door schemeren
To imply
Uitdrukken
To express
Hoofd-/ voornaamste
Main
Essentie/ hoofdpunt
Main point
Dienen ertoe
To serve
Beweren
To state
Bewering
Statement
Gaan over
To deal with
Vervangen
To replace
Houding/ opvatting
Attitude
Mening
View
Standpunt
Point of view/ viewpoint
Te oordelen naar/ op grond van
Judging from
Samenvatten
To Sum up/ to summarise
Duidelijk maken
To point out
Beschrijven
To describe
Beweren
To argue
Wat wordt er gezegd over…?
What is The point Made about…?
Met betrekking tot
With regard to/ With respect to
Tussenvoegen
To insert
Typeren
To characterise
Benadrukken
To emphasise/ to stress
Weergeven
To reflect
Neerkomen op
To amount to
Citaat
Quotation