128 Flashcards
1
Q
To despise
A
Verachten
2
Q
Despicable
A
Verachtelijk
3
Q
Alarmed
A
Ongerust
4
Q
Alarm
A
Ongerustheid
5
Q
Whim
A
Grill/ opwelling
6
Q
To indulge
A
Toegeven aan
7
Q
Amiable
A
Vriendelijk
8
Q
Ghastly
A
Afschuwelijk
9
Q
To fuss
A
Zich druk maken
10
Q
To shrink from
A
Terugdeinzen voor
11
Q
Appalling
A
Afschuwelijk
12
Q
To esteem
A
Waarderen
13
Q
Self-esteem
A
Zelfrespect
14
Q
To detest/ to abhor
A
Verafschuwen
15
Q
Aversion
A
Afkeer
16
Q
Averse to
A
Afkerig van
17
Q
To resent
A
Erg boos zijn over
18
Q
Resentment
A
Wrok
19
Q
Resentment
A
Wrok
20
Q
To startle
A
Laten schrikken
21
Q
Stunning
A
Prachtig/ schitterend
22
Q
Gloom
A
Somberheid
23
Q
Verachten
A
To despise
24
Q
Verachtelijk
A
Despicable
25
Ongerust
Alarmed
26
Ongerustheid
Alarm
27
Grill/ opwelling
Whim
28
Toegeven dan
To indulge
29
Vriendelijk
Amiable
30
Afschuwelijk
Ghastly
31
Zich druk maken
To fuss
32
Terugdeinzen voor
To shrink from
33
Afschuwelijk
Appalling
34
Waarderen
To esteem
35
Zelfrespect
Self-esteem
36
Verafschuwen
To detest/ to abhor
37
Afkeer
Aversion
38
Afkerig van
Averse to
39
Erg boos zijn over
To resent
40
Wrok
Resentment
41
Laten schrikken
To startle
42
Prachtig/ schitterend
Stunning
43
Somberheid
Gloom
