9. Stunde Flashcards
der Schalter
het loket
zurück
terug
ermüdend, anstrengend
vermoeiend
hinter
achter
Rücken
de rug
hinter sich
achter te rug
die Abfahrt
het vertrek
die Rückfahrkarte
het retourkaartje
derselbe
diezelfde
weiterreisen
doorreizen
richtig
juist
anstehen
in de rij staan
einzeln, Einzel-
apart
vorher
van tevoren
abholen
afhalen
haalde af
afgehaald
das Inland
het binnenland
das Ausland
het buitenland
selbst, sogar
zelfs
Auskunft
de inlichtingen (plural)
deutlich
duidelijk
zum Beispiel
bijvoorbeeld
einholen
inwinnen
won, wonnen in
ingewonnen
vorzeichnen
uitstippelen
uitstippelde
uitgestippeld
an der Reihe sein
aan de beurt zijn
der Bahnsteig
het perron
erst
pas
in einer dreiviertelstunde
over drie kwartier
übelnehmen
kwalijk nemen
nam, namen kwalijk
kwalijk genomen
Entschuldigen Sie
Neemt U mij niet kwalijk!
eher, früher
eerder
Personenzug, Bimmelbahn
de stoptrein
sich setzen
gaan zitten
hölzern
houten
Wand, Mauer
de muur
unbequem
ongeriefelijk
auf und ab, hin und zurück
heen en weer