8.2 operatieve caries behandeling Flashcards
implicaties v vochtcontaminatie (4)
- inspectie v alle gebitselementen
- applicatie v preventieve middelen (verdunning door speeksel)
- preparatiefase (bepalen excavatiegrens)
- restauratiefase (speekselcontaminatie = verminderde hechting)
voorkomen v vochtcontaminatie door : (3)
- rubberdam
- wattenrollen
- speciale technieken voor cervicale laesies
rubberdam, voordelen (7)
- werkterrein vrij v bloed/ speeksel
- beschermt tegen inslikken, aspireren partikels/ instrumenten
- verbetering v zichtbaarheid tov kleur
- voorkomt beslaan spiegel
- beschermt slijmvliezen tegen irriterende producten
- drukt gingiva weg; diepe preparatise /cervicale beter zichtbaar
- minder hinder v tong/wangen/lippen
wat maakt plaatsen v rubberdam moeilijk? (4)
- onvolledig doorgebroken elementen
- derde molaar
- sterk gemutileerde elementen/ uitgebreide preparaties
- ruimtegebrek
(5. overgevoeligheid)
manieren om cervicale laesies droog te leggen (3)
- gemodificeerde klem (vestibulaire deel naar beneden buigen)
- minimale gingivaflap
- contourstrip
droogleggen dmv wattenrollen, indicaties (4)
- inspectie elementen
- fluoapplicatie
- aanbrengen tijdelijke restauraties
- rubberdam kan niet aangebracht worden
beschikbare materialen voor een directe restauratie (5)
- composiet
- glasionomeer
- compomeer
- tijdelijk vullingsmateriaal
- amalgaam
(indirect= goud, porselein etc…)
voordeel composiet 3
- kleur
- slijtvastheid (afh v vulstof)
- breukweerstand
nadelen composiet 4
- contactpunt
- polymerisatiekrimp
- krimpspanning
- randspleten/microlekkage
voordelen glasionomeer (3)
- fluoride vrijzetting
- bindt met glazuur én dentine
- gemakkelijk te plaatsen (ook bij snellere vochtcontaminatie)
nadelen glasionomeer (2)
- kleur
2. slijtage
voordelen compomeer (3)
- minder hydrofoob dan GI en comp
- minder krimpspanning dan comp
- geringe fluo afgifte
nadelen compomeer (2)
- slijtage
2. lage breukweerstand
amalgaam is en legering van (5)
- Ag - zilver
- Sn - tin
- Cu - koper
- Zn - zink
- Hg - kwik
voor- en nadelen amalgaam
++ grote druk- en slijtvastheid
- corrosie (breuk, verkleuring ..)
- secundaire caries
- uitboren onder rubberdam
amalgaam, gezondheidrisicos (4)
- overgevoeligheidsreacties
- oraal galvanisme
- kwikvrijzetting door corrosie
- amalaampigmentatie
kenmerken tijdelijk vullingsmateriaal (7)
- eenvoudig te verwerken
- makkelijk te verwijderen
- mag niet interfereren met harding/bonding v definitief vullingsmateriaal
- stevig genoeg voor enkele weken in mond
- biocompatibel
- goedkoop
- zo esthetisch mogelijk
soorten tijdelijk vullingsmateriaal (5)
- ZnO-eugenol cement (ZOE)
- glasionomeer
- ZnFosfaat cement
- acryl kunsthars
- geprefabriceerde kroon (polycarbonaat /metaal)
kenmerken ZnO-eugenol (zoe) cement (4)
1 cave uitharding composiet
- beschermt pulpa tegen chemische aantasting
- gemakkelijk
- enkele maanden stevig
soorten glasionomeren (2)
- poeder: fijngemalen glaspartikels
2. vloeistof: waterige oplossing polyacrylzuur of maleinezuur
indicaties glasionomeer (5)
- melkmolaren
- cervicale laesies
- wortelcaries
- tijdelijke restauratie
- sealant
wat is een compomeer =
= polyzuur-gemodificeerde composiet
tussen comp en GI
indicaties compomeer (2)
- kindertandheelkunde (kl II, sealant)
2. volwassen-terughoudend: (restauraties die niet te sterk belast worden)
materiaaleigenschappen vulmateriaal (8)
- breukweerstand
- slijtvastheid
- hygroscopische (wateraantrekkende) expansie
- klinische kleur
- retentie
- antibacteriele eigenschappen
- zichtbaar op RX
- verhardingskrimp
samenstelling composiet (3)
- kunststofmatrix
- vulstof (glas, kwarts)
- pigment
viscositeit v composiet wordt beinvloed door (4)
- samenstelling kunststof
- vulstofgehalte
- vorm vd vulstofdeeltjes
- temperatuur
verschillende vormen composiet (3)
(viscositeit)
- spuitbare comp
- stopbare comp (posterior)
- flowable com
kenmerken chemisch hardende composiet (4) =
- 2 pasta’s: initiator/ katalysator
- polymerisatie start bij mengen vd pasta’s
- korte verwerkingstijd
- langere uithardingstijd
kenmerken lichtuithardende composiet (3)
- ruime verwerkingstijd
- korte uithardingstijd
- belichtingstijd afhankelijk v soort lamp en composiet
wat zorgt voor de korte uithardingstijd bij lichthardende polymerisatie? (2)
- lichtstraling dringt minder goed door in de diepte
2. snelle abrupte krimp tijdens uitharding
verschillende soorten uithardingslampen (5)
- UV-lamp
- halogeen lamp
- plasma lamp
- LED lamp
- argonlaser
absorptiespectrum v/e uithardingslamp =
blauw licht met golflente 47 nm
krimpspanning is afhankelijk van (5)
- vulstofgehalte
- vorm v vulstofpartikels (sferisch/splintervorm)
- elasticiteit (E-modulus)
- vorm vd preparatie
- volume composiet
microlekkage, afhankelijk van (5)
- krimp
- temp comp
- gebruikt adhesief
- thermische en mechanische wisselbelasting id mond
- verhoogt bij cariesdetector/ CHX/ NaOCl
mogelijke problemen bij composietrestauratie (4)
- post-operatieve gevoeligheid
- allergische reacties
- randverkleuring
- secundaire caries
wat zijn mogelijke oorzaken v post-operatieve gevoeligheid bij restauratie (4)
- microlekkage
- foutieve materiaalkeuze
- onzorgvuldige procedure
- zelf-etsende primer
doel caviteitspreparatie (5)
- creëren toegang tot laesie
- elimineren aangetast weefsel
- verwijderen niet-ondersteundend glazuur
- afwerken v preparatieranden
- aanbrengen v resistentievorm
vorm v preparatie bepaald door (2)
- plaats carieslaesie
2. omvang carieslaesie
onderdelen preparatie (3)
- caviteit openen
- excaveren
- vorm geven
caries veroorzaakt veranderingen in dentine (5)
- verweekt dentine
- geïnfecteerd dent
- gedemineraliseerd (niet-geinfecteerd) dentine
- sclerotisch (hypergemineraliseerd) dentine
- tertiair dentine
waardoor kun je de excavatiegrens herkennen (4)
- hardheid vh dentine
- kleur vh dentine
- cariesdetector
- fluorescentielampen
cariesdetector =
- 0,5% basische fuchsine in propyleen glycol
- 1% acid red
- > kleurt laag v collageendegradatie
excaveertechnieken (5)
- ronde metalen boor
- handexcavator
- air-abrasion (stralen AlO3)
- sono-abrasion (utrasoon)
- chemomechanisch
(+hardlaser /enzymes)
indirecte pulpa-overkapping =
laag Ca(OH)2 aanbrengen voor verder te gaan met restauratie - bij vitale, symptoomloze tand zonder pijn
directe pulpa-overkapping =
- bij onbedoelde expositie vd pulpa zonder diep doorgedrongen infectie
- > spoelen met fys. zout + afsluiten met Ca(OH)2 + rest
prepareren =
vormgeven vd caviteit als voorbereiding op restauratie
smeerlaag =
= laag organisch materiaal na preparatie
- vermindert doorlaatbaarheid dentine
effect v prepareren op pulpa (3)
- # odontoblasten neemt af
- afzetting tertiar dentine
- warmte-ontw. bij prep kan schadelijk zijn voor pulpa
bevel =
scherpe rand afschuinen
outline =
sluit caviteit en omringend gedemineraliseerd glazuur in
algemene eisen aan preparatie (4)
- outline (insluiten, toegankelijk, supra-ging waar mogelijk)
- glazuurwand (niet sterk ondermijnd, bevel, behalve op o, glazuur sparen)
- dentinewand (schoonmaken, min-invasief)
(4. herstel contactpunt)
indirecte restauratie =
restauraties die buiten de mond worden gemaat
-> inlay/ onlay/ kroon/ implantaat etc