7. caries risico analyse Flashcards

1
Q

kenmerken caries (2)

A
  1. chronisch, overdraagbare aandoening

2. multifactorieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

caries behandeling, vroeger=

A

= detectie + drilling and filling
- doel = behandelen v pijn
(geen preventie, vermindering caries risico etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

huidige doel cariesbehandeling =

A

optimale mondgezondheid herstellen en onderhouden

-EBP, preventiefocus, individuele factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behandeling v caries, stappen (5)

A
  1. detectie caries in vroeg stadium
  2. diagnose v caries proces
  3. identificatie v risicofactoren
  4. behandelplanning
  5. caries risico-status verbeteren (chemisch, gedrag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CRA afkorting en uitleg =

A

= caries risico analyse

  • > identificatie primaire etiologische factoren
  • > inventariseren preventieve individuele maatregelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CRA, screenen op (2)

A
  1. risico-factoren

2. risico-indicatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

doel vh uitvoeren van testen voor CRA =

A

schatting vh relatief risico van 1 factor in multifactorieel complex evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CRA, waarom (7)

A
  1. caries risico bepaalt intensiteit v behandeling
    2 etiologische factor bepaalt vorm v therapie
  2. helpt in keuzemateriaal voor restauraties
  3. verbetert prognose geplande behandeling
  4. helpt bij keuze v bijkomende testen
  5. opvoeden en motiveren v patient
  6. bepaalt tijdsinterval tussen vervolgafspraken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uit welke modellen bestaat de CRA? (2)

A
  1. risico-model (etiologisch m.)

2 voorspellend model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sensitiviteit, definitie en berekening

A

= gevoeligheid (% zieken die +scoren)

= juist positief/(juist positief + fout negatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

specificiteit, definitie en berekening

A

= doeltreffendheid (% gezonden die - scoren)

= juist negatief / (fout positief + juist negatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

predicitieve waarde, positieve en negatieve berekening =

A
ppw= JP / (JP + FP)
npw = JN / (FN + JN)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

caries risicofactoren (9)

A
  1. medium/ hoge aantallen S. mutans en lactobacillen
  2. zichtbare plaque
  3. > 3 tussendoortjes p/dag
  4. diepe pitten en fissuren
  5. drugsgebruik
  6. inadequate speekselproductie
  7. speekseldebiet verminderde factoren (gm, RT,.. )
  8. blootliggende worteloppervlakken
  9. orthodontisch apparaat
    (+ opleiding etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

caries indicatoren (4)

A
  1. dentinecaries (RX)
  2. approximale glazuurcaries
  3. zichtbare witte vleklaesies
  4. vullingen id afgelopen 2jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

caries risicofactoren volgens onderzoek v König (5)

A
  1. hoge koolhydraatfrequentie
  2. massale plaque
  3. retentieve restauraties
  4. gereduceerd speekseldebiet
  5. zuurvormende bacteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

definitie caries risicofactoren =

A

biologische factoren die (direct) bijdragen aan de graad v caries

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

caries beschermende factoren (9)

A
  1. regio met gefluorideerd water
  2. min. 1x/dag fluor tandpasta
  3. dagelijks gebruik fluor mondspoeling (0,05%)
  4. fluoridevernis in laatste 6 mnd
  5. fluorapplicatie in laatste 6 mnd
  6. CHX spoeling in laatse 6 mnd
  7. gebruik xylithol kauwgom
  8. Ca/ fosfaat supplement in laatse 6 mnd
  9. heeft adequate speekselproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

criteria voor hoog caries risico =

A
  1. 1 of meer caries-indicatoren en/of
  2. multipele risicofactoren +
  3. weinig of geen beschermende factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

criteria voor extreem caries risico =

A
  1. 1 of meer caries-indicatoren en/of
  2. multipele risicofactoren +
  3. weinig of geen beschermende factoren +
    (!)4. speekseldebiet reducerende factoren (gm, systeemziekte, rt)
20
Q

cra, DMFT score 0 (28 tanden) =

A

= volledig cariesvrij

  • geen vullingen
  • geen ontbrekende tanden tgv caries
21
Q

cra, DMFT score 1 (28 tanden)=

A

= beter dan normaal

- betere score dan leeftijdsgroep voor bepaalde zone

22
Q

cra, DMFT score 2 (28 tanden) =

A

= normaal voor leetftijsdsgroep

23
Q

cra, DMFT score 3 (28 tanden) =

A

= slechter dan normaal

  • verschillende nieuwe laesies afgelopen jaar
  • slechtere score dan referentiegroep
24
Q

cra, medische geschiedenis, score 0 =

A

= geen medische aandoening

- gezonde pt

25
Q

cra, medische geschiedenis, score 1 =

A

= milde aandoening

- aandoening die onrechtstreeks caries proces kan beïnvloeden (slecht zicht, handicap,..)

26
Q

cra, medische geschiedenis, score 2=

A

= zware ziekte, chronisch

- zwaar ziek, bedlegerig, chronisch medicatiegebruik met invloed op speekselsecretie

27
Q

cra, dieet samenstelling, scores =

A
0 = zeer weinig KH
1  = weinig KH, niet cariogeen dieet
2 = matig gebruik v KH (relatief veel suikers)
3 = veel KH, cariogeen dieet
28
Q

cra, dieet frequentie, scores =

A
0 = max 3 maaltijden/dag
1  = max 5 maaltijden/dag
2 = max 7 maaltijden/dag
3 = >7 maaltijden/dag
29
Q

cra, hoeveelheid plaque, scores =

A
0 = <5% plaque
1  = 5 -20% 
2 = 20-50% 
3 = >50%
30
Q

cra, S. mutans kweek, scores =

A

1 & 2 = laag risico (<10^5)

2& 3 = hoog risico (<10^5)

31
Q

cra, fluoridegebruik, scores =

A
0 = max. fluoridegebruik
1  = bijkomend onregelmatig fluoridegebruik
2 = enkel fluorhoudende tandpasta
3 = geen fluorgebruik
32
Q

cra, gestimuleerd speekseldebiet, scores =

A
0 = normaal (>1,1 ml/min)
1  = laag (0,9-1,1 ml/min)
2 = laag (0,5-0,9 ml/min)
3 = zeer laag (<0,5 ml/min)
33
Q

cra, buffer capaciteit vh speeksel, scores =

A
0 = lage buffercapaciteit
1  = matige buffercapaciteit
2 = hoge buffercapaciteit
34
Q

afkorting CAMBRA =

A

CAries Management By Risk Assessment

35
Q

CAMBRA =

A

= evidence-based caries management

- gebaseerd op caries risico een zorgplan opstellen

36
Q

waarop baseerd CAMBRA een zorgplan? (5)

A

op cariesrisico:

  1. gedrag
  2. chemisch
  3. preventief
  4. minimaal invasief
  5. therapeutisch
37
Q

OTC =

A

= Over The Counter

= zonder voorschrift

38
Q

CAMBRA richtlijnen (>6jr) bij laag risico (4)

A
  1. BW elke 24-36 mnd
  2. TA consult 6-12 mnd
  3. evt speekseltest als basislijn bij nieuwe pt
  4. fluo tandpasta / ect vernis
39
Q

CAMBRA richtlijnen (>6jr) bij matig risico (5)

A
  1. BW elke 18-24 mnd
  2. TA elke 4-6 mnd
  3. speekseltest bij verdenking hoog aantal cariogene bacteriën
  4. xylithol kauwgom
  5. fluo tp + 0,05% NaF spoeling dagelijks + F. appl.
40
Q

CAMBRA richtlijnen (>6jr) bij hoog risico (5)

A
  1. BW elke 6-18 mnd
  2. TA elke 3-4 mnd
  3. speekseltest + bact.test
  4. CHX(0,12%) + xyltihol
  5. Fluo tp + NaF spoeling + F . appl. bij recall
41
Q

CAMBRA richtlijnen (>6jr) bij extreem hoog risico (hoog risico + droge mond) (5)

A
  1. BW elke 6mnd
  2. TA elke 3 mnd
  3. speekseltest + bact.test
  4. CHX(0,12%) + xylithol
  5. fluo tp + NaF spoeling(0.05) + F.appl bij recall
42
Q

CRA bij kinderen <6 jaar (9)

A

1e preventief MO op 12mnd

  1. interview ouders
  2. klinisch oz kind
  3. bepalen caries risico
  4. indiv. aangepaste beh
  5. bacterie test ouders (op indicatie)
  6. bespreken / advies
  7. individuele thuiszorg advies
  8. motivatie gesprek verzorger
  9. bepalen interval consultatie
43
Q

hoog caries risicofactoren <6 jarigen (9)

A
  1. verzorger met actieve caries <12mnd
  2. slaapt met fles/ fles op aanvraag
  3. fles bevat vloeistof anders dan water/melk
  4. decalcificatie/ zichtbare caries
  5. zichtbare plaque, bloeding
  6. > 3x/dag tussendoortje
  7. apparaatje aanwezig
  8. onvoldoende speekseldbiet
  9. speeksel verminderende factoren (gm etc)
44
Q

beschermende factoren <6 jarigen (5)

A
  1. gefluorideerd water
  2. 2x/dag poetsen met F
  3. goed speekseldebiet
  4. verzorger die xylithol gebruikt
  5. verzorger die geen actieve caries heeft
45
Q

aanbevelingen cariespreventie <6 jarigen (4)

A
  1. dagelijkse MH met F tandpasta (1000ppm)
  2. geen fles met suikerhoudende vloeistof
  3. beperkte tussendoortjes (niet suikerhoudend)
  4. ouder: CHX/ F spoeling