8 voorrang Flashcards
1
Q
kruispunt
A
waar >2 verkeerstromen samenkomen. kruising/splitsing van wegen.
2
Q
voorrang verlenen
A
is het de andere bestuurders in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen
3
Q
onverhardeweg
A
bestuurders op de onverharde weg moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de verharde weg (dus niet aan voetgangers)
4
Q
militaire kolonne
A
1e voertuig: 2 blauwe vlaggen,. blauwe doorschijnende kap op rechterkoplamp
volgvoertuigen: 1 blauw vlag rechts en blauwe doorschijnende kap op rechterkoplamp
laatste voertuig: 1 groene vlag rechts en groene doorschijnende kap op rechterkoplamp
5
Q
trams
A
bestuurders van trams gaan voor alle overige bestuurders op gelijkwaardige kruispunten