11 stilstaan Flashcards
1
Q
stilstaan
A
stoppen uit vrije wil.
- onmiddelijk passagiers in/uit laten stappen
- onmiddelijk laden of lossen van goederen van enige omvang/gewicht
2
Q
stilstaan verboden bij:
A
- aan de zijde van de weg waar het stilstaansverbod bord staat.
- in een tunnel
- kruispunt of overweg
- fietsstrook en op de rijbaan langs de fietsstrook
- op/binnen 5 meter van een zebrapad of oversteekplaats van (brom)fietsers.
- op weggedeelten waar je geen gebruik mag van maken
- bij een bushalte bord (markering/minder dan 12m van het bord mag niet). personen mogen wel in en uit stappen (laden en lossen dus niet!)
- rijbaan langs de busstrook
- langs een gele doorgetrokken streep
- invoegstroken, uitrijstroken en rijbanen van de autoweg en snelwegen.