13 verlichting en signalen Flashcards
doel van verlichting
- zelf beter zien
- door anderen gezien worden
groot licht. wanneer? wat? verboden?
verlicht de weg voor het voertuig over grote afstand. verblindt andere weggebruikers.
ALLEEN s nachts.
verboden bij het tegemoetkomen van andere weggebruikers
op korte afstand volgen van een voertuig.
bij dag
dimlicht. wat? wanneer? waar?
verlicht de weg voor het voertuig zonder andere weggebruikers te verblinden. bij dag als het slecht zicht is (ochtendnevel, zware regen, sneeuw, mist) en s nachts
in tunnels.
mistlicht
bestemd voor betere verlichting van de weg bij mist of andere toestanden met verminderd zicht
parkeerlicht
bestemd om de aanwezigheid van een geparkeerd voertuig aan te geven
stadslicht
is aan de voorzijde aanwezig. maakt voertuig kenbaar en is aanduiding voor de breedte van het voertuigq
voeren van verlichting
alle motorrijtuigen moeten zowel binnen als buiten de bebouwde kom verlichting voeren bij slecht zicht overdag en s nachts
dagrijlicht
vooruit gericht en wordt gebruikt om het voertuig overdag beter zichtbaar te maken. ALLEEN overdag en NIET in combinatie met andere verlichting aan de voorzijde. w
mistlicht voor
alleen als het zicht ernstig wordt belemmerd door mist/sneeuwval of regen.
mag in combinatie met dimlicht of groot licht (niet verstandig)
mistlicht achter
alleen als bij mist/sneeuwval het zicht minder is dan 50 m. geldt ook voor aangekoppelde aanhangwagens.
verboden bij zware regen!
achterlicht en verlichting van achterkentekenplaat
moeten gelijktijdig branden bij
- groot licht
- dimlicht
- stadslicht
- mistlicht
gekoppelde aanhangwagens
bij dag met slecht zicht en nacht:
- achterlicht
- verlichting achterkentekenplaat
- stadslicht (niet verplicht als aanhanger smaller is dan 1,60m)
gebruik van lichten bij stilstaan/parkeren
alleen verplicht buiten de bebouwde kom bij dag met slecht zicht en bij nacht op de rijbaan.
motorvoertuigen op meer dan 2 wielen en brommobielen (licht bij stilstaan)
moeten stadslicht/parkeerlicht EN achterlicht als ze stilstaan op:
- rijbaan buiten de bebouwde kom
- langs auto(snel)weg gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens
aanhangwagens (licht bij stilstaan)
moeten stadslicht en achterlicht voeren op:
- de rijbaan
- langs auto(snel)weg gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens.
stadslicht is alleen vereist als de aanhang wagen breder is dan 1,60 meter.