7. Seksuele disfuncties bij vrouwen Flashcards
Wat is een seksuele interesse-/opwindingsstoornis?
Afwezig of verminderde interesse in seksuele activiteit, afwezige of verminderde opwinding tijdens seksuele activiteit, gedurende minstens 6 maanden wat zorgt voor significante lijdensdruk.
De clinicus moet bepalen of
- er sprake is van een verminderde of afwezige opwinding in reactie op seksuele prikkels
- er sprake is van verminderde of afwezige genitale of niet-genitale sensaties tijdens seksuele activiteit
- de seksuele bezorgdheid het gevolg is van inadequate seksuele stimulatie
Er zijn drie zaken nodig om het seksuele proces op gang te brengen
- intact en voldoende gevoelig seksueel systeem dat seksueel responderen mogelijk maakt
- stimuli met een seksuele betekenis die het systeem kunnen activeren
- mogelijkheid om over te gaan tot seksuele activiteit
Wat is de etiologie van een seksuele interesse-/opwindingsstoornis?
Somatische factoren:
- hormonen (oestrogenen en androgenen)
- somatische aandoening
- medische ingrepen
- medicatie
Psychische factoren:
- lagere zelfwaardering
- stemmingsproblemen
- aandacht op negatieve stimuli (faalangst, aantrekkelijkheid)
- niet voldoende aantrekkelijke prikkels (habituatie)
- negatieve houding tav seksualiteit
- ontevredenheid relatie
Wat is belangrijk bij de diagnose van seksuele interesse-/opwindingsstoornis?
- wat betekent ‘zin’?
- afkeer van seksuele activiteit?
- zowel subjectieve als genitale opwinding bevragen
- wordt beleefde seksuele activiteit als (on)plezierig en (on)bevredigend ervaren?
- beide partners apart voor gevoelige zaken te bespreken
- dagelijkse stressoren, medicatiegebruik en medische ingrepen
- meestal geen lichamelijk of hormonaal onderzoek
Wat is een orgasmestoornis?
- aanwezigheid van duidelijk vertraagd orgasme, zelden of nooit optreden van orgasme en/of duidelijk verminderde intensiteit van orgastische sensaties, gedurende minstens 6 maanden in alle seksuele situaties
Wat is de etiologie van een orgasmestoornis?
Somatische factoren:
- weinig kennis over neurofysiologische basis van orgasme
- aantasting centraal zenuwstelsel, ruggenmerg of perifere zenuwen
- tekort androgenen
Psychosociale factoren:
- eigen onervarenheid of die van partner
- laag opleidingsniveau
- partnerrelatieproblemen
- gebrekkige communicatie rond seksualiteit
- minder aantrekkelijk worden van partner
Wat is belangrijk bij de diagnostiek van orgasmestoornis?
- interesse en opwinding bevragen
- bij welke fase van seksuele responscyclus ligt het probleem?
- kijken naar hoe partner probleem ervaart
- seksuele problemen van de partner kunnen rol spelen
Wat is genitopelvienepijn-/penetratiestoornis?
GPPS bestaat uit vier vaak samen voorkomende symptoomdimensies, minstens 6 maanden
- problemen met vaginale penetratie tijdens de gemeenschap
- duidelijke vulvovaginale of onderbuikspijn tijdens de vaginale gemeenschap of pogingen tot (oppervlakkig of diep, brandend, snijdend, prikkend, kloppend)
- duidelijke angst of vrees voor vulvovaginale of onderbuikspijn in anticipatie op, tijdens, of als gevolg van vaginale penetratie
- duidelijke spanning in of aanspannen van de bekkenbodemspieren tijdens pogingen tot vaginale penetratie
Wat is provoked vulvodynia en spontane vulvodynie?
Provoked:
- pijn bij aanraken vestibulum
- geen somatische verklaring
Spontane:
- chronische vulvaire pijn
- geen somatische verklaring
Wat is de etiologie van genitopelvienepijn-/penetratiestoornis?
Somatische factoren:
- infectie
- postmenopauzale klachten
- bekkenbodemspierspanning is gelijk aan die van vrouwen zonder GPPS
Psychosociale factoren:
- andere seksuele problemen
- negatiever evolueren van seksuele stimuli
- cognitief-gedragsmatig: negatieve cognities door herhaalde pijn
- ondanks pijn doorgaan met penetratie
Wat is belangrijk bij de diagnostiek van GPPS?
Vier dimensies moeten bevraagd worden:
- totaal onvermogen om iets in te brengen in elke situatie
- aard, locatie en duur van pijn
- vrees of angst voor vulvovaginale pijn (vermijding of fobische reactie)
- spanning bekkenbodem bij pogingen tot penetratie
Daarnaast volgende onderzoeken
- educatief gynaecologisch seksuologisch onderzoek
- inspectie (lichamelijke afwijking;hymen)
- palpatie (Q-tip-test)
- beoordeling overactieve bekkenbodem
- inwendig gynaecologisch onderzoek (gedrag bekkenbodem)