5. Therapeutische relatie Flashcards

1
Q

Wat is een therapeutische relatie?

A

Een werkrelatie tussen therapeut en cliënt waarbij er sprake is van
- overeenstemming in therapeutische doelen
- overeenstemming in therapeutische taken
- een persoonlijke kwaliteitsvolle band

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is nodig voor de therapeutische relatie vanuit een cliëntgerichte invalshoek?

A
  • empathie
  • acceptatie
  • authenticiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ‘empathie’?

A

Het losladen van het eigen referentiekader en luisteren naar het verhaal van de cliënt door diens referentiekader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is ‘acceptatie’?

A

Een systematische niet-veroordelende houding die bestaat uit vier componenten
- betrokkenheid tonen
- inspanningen doen om cliënt te begrijpen
- onvoorwaardelijke aanvaarding
- warmte en nabijheid uitdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is ‘authenticiteit’?

A

In het contact met de cliënt probeert te therapeut steeds authentiek te reageren. De therapeut kan ervoor kiezen om soms transparant te zijn over hun gedachten/gevoelens of gedrag.

Er is een verschil tussen
- spontaniteit: zichzelf uitdrukken op een natuurlijke manier
- zelfonthulling: doelbewust kiezen om iets over jezelf te zeggen omdat dit voordelig is voor de therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is nodig voor een therapeutische relatie vanuit een systemische invalshoek?

A

Meervoudige partijdigheid. De therapeut moet ervoor zorgen dat alle aanwezige cliënten zich gehoord en in hun standpunt erkend voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is nodig voor een therapeutische relatie vanuit een cognitief-gedragsmatige invalshoek?

A

De therapeut kan twee houdingen aannemen:
- empathische confrontatie: begrip tonen voor het redeneren van de cliënt maar ook confronteren met de noodzaak om te veranderen
- beperkte reparenting: binnen de juiste grenzen bieden waar de cliënt als kind behoefte aan had maar niet heeft gekregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de rol van de therapeut binnen de gedragstherapie?

A

De therapeutische relatie heeft hier slecht een faciliterende rol. De therapeut is een expert en de nadruk ligt op de interventie.
Kritiek: gevaar voor machtsmisbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rol van de therapeut binnen de cliëntgerichte therapie?

A

De therapeutische relatie is het veranderingsinstrument, behandeltechnieken zijn ondergeschikt. Veranderingen treden op vanwege de kenmerken van de therapeutische relatie.
Kritiek: wetenschappelijke onderbouwing?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De therapeutische relatie kunnen we opdelen in drie fasen.

A
  • Bevestigen van de relatie
    Genereren van hoop op verandering en motivatie aanwakkeren. Vriendelijk en begripvol navigeren binnen het referentiekader van de cliënt. Potentiële conflicten worden nog geparkeerd.
  • Ontwikkelen van de relatie
    Pas wanneer er voldoende verbinding is, reflecteren met cliënt over actuele gevoelens in de relatie. Cliënt confronteren met eigen gedrag en hier kritisch naar laten kijken.
  • Handhaven van de relatie
    Negatieve gevoelens detecteren en exploreren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat maakt dat een therapeutische relatie werkt?

A

Cirkel van Lambert:
- cliëntfactoren 40%
- therapeutische relatie en hoop 30%
- specifieke behandeltechnieken 15%
- verwachting 15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het dodo-effect?

A

Alle vormen van therapie zijn ongeveer even werkzaam, de nadruk ligt op de niet-specifieke klinische vaardigheden zoals aanvaarding, vertrouwen en veiligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe worden breuken binnen de therapeutische relatie herstelt?

A

Fasemodel van Safran en Muran

  • Fase 1: (non)verbale signalen dat het therapeutische proces vastloopt (terugtrekbarsten, confrontatiebarsten)
  • Fase 2: cliënt bewust maken van de eigen onvrede en gevoelens die daaronder liggen
  • Fase 3: cliënt verantwoordelijkheid laten nemen voor boosheid, angst en verdriet
  • Fase 4: onderliggende verlangens en gevoelens normaliseren en valideren
    Oorspronkelijke alliantiebarsten worden op deze manier van hun negatieve lading ontdaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ‘overdracht’?

A

Dit zijn gevoelens en houdingen die de cliënt in het verleden ten aanzien van belangrijke anderen had en die nu in de therapeutische relatie terug worden beleefd ten aanzien van de therapeut.
Doorwerken van deze overdracht is belangrijk zodat de cliënt inzicht krijgt in deze terugkerende gevoelens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ‘tegenoverdracht’?

A

Dit is de reactie van de therapeut op de overdracht van de cliënt. Het betreft angsten of gevoelens die de therapeut vroeger had tegenover belangrijke anderen.
Tegenoverdracht kan belangrijk diagnostisch materiaal zijn; je kan stilstaan bij de gevoelens dat de cliënt bij jou uitlokt en hierover meta-communiceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly