6B. Victimologie Flashcards
1
Q
Slachtoffer in de wet
A
Degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden
2
Q
Ideaal slachtoffer
A
De personen die het meest kunnen rekenen op het label ‘legitiem slachtoffer’ wanneer zij een misdrijf meemaken
3
Q
Kenmerken ideaal slachtoffer
A
- Slachtoffer is zwak
- Slachtoffer voerde voorafgaand aan het misdrijf een legitieme activiteit uit
- Slachtoffer kan niet berispt worden om waar zij was ten tijde van het misdrijf
- Dader groot en slecht
- Dader was onbekend en had geen relatie tot het slachtoffer
- Durf en kracht om het verhaal te vertellen en anderen tot luisteren aan te zetten
4
Q
Sociaal constructionisme ideaal slachtoffer
A
Iemand die niet aan de verwachtingen voldoet van een ideaal slachtoffer kan negatieve gevolgen ervaren
5
Q
Real rape script
A
- Slachtoffer en dader zijn onbekenden van elkaar
- De verkrachting vindt buiten plaats, ‘s nachts of ‘s avonds
- De dader gebruikt of dreigt met (excessief) geweld
- Het slachtoffer verzet zich en/of loopt serieuze verwondingen op
6
Q
Effect van verkrachtingmythes
A
- Normaliseren seksueel geweld
- Excuseren de dader
- Maken slachtoffer verantwoordelijk
- Beperken gevallen die ‘echte’ verkrachting zijn
7
Q
Mythes vrouw
A
- Te schaars gekleed
- Je vraagt erom als je teveel alcohol hebt gehad
- Vrouwen liegen over verkrachting
- Mannen kunnen zich niet beheersen als hun lust is opgewekt
8
Q
Mythes man
A
- Een man kan niet verkracht worden want die kan zich verdedigen
- Mannen hebben altijd zin in seks
- Alleen homoseksuele mannen kunnen slachtoffer worden