6A. Atrocity crimes Flashcards

1
Q

Reactie op de Tweede Wereldoorlog

A
  • Oprichting VN
  • Vrede en veiligheid en internationale mensenrechten
  • Codificeren van internationaal recht
  • Economische samenwerking in Europa belangrijker
  • Internationale straftribunalen in Neurenberg en Tokio
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Internationale misdrijven

A
  • Gericht tegen de gehele mensheid
  • Strafbaar gesteld door internationale straftribunalen en strafhoven
  • Core-crimes: oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken internationale misdrijven

A
  • Extreem en structureel geweld
  • Manifestaties van collectief geweld
  • Grote aantallen slachtoffers
  • Vaak betrokkenheid van de Staat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oorspronkelijke verklaringen

A
  • Geestelijk gestoorden en sadisten: teveel mensen betrokken
  • Crimineel verleden: overgrote deel niet
  • Historie van asociaal en gewelddadig gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Milgram

A

Er werd onderzocht wat totalitaire systemen doen met mensen. Conclusies:

  • Mensen voelden zich niet prettig bij het uitdelen van een schok. We hebben niet iets inherent kwaad in ons.
  • Er bestond een impliciete druk om te gehoorzamen aan een autoriteit, waardoor de proefpersonen toch doorgingen.
  • Tegenstrijdige normen: enerzijds wil je iemand niet pijn doen, maar anderzijds moet je luisteren naar iemand in een autoriteitspositie (vertrouwen in autoriteit en verantwoordelijkheid op hun afschuiven).
  • Het bouwt geleidelijk op: je raakt er geleidelijk bij betrokken en in verstrik; het is moeilijk om eruit te stappen. En als je stopt wanneer je al eerder twijfels had, erken je voor jezelf dat je al eerder had moeten stoppen, terwijl wij als mens niet graag onze fouten erkennen. Doorgaan is dan een soort rechtvaardiging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Context internationale misdrijven

A
  • Politieke: vaak in een fase van politiek geweld
  • Ideologische: bepaalde mensen worden gezien als goed/beter en andere mensen als slecht/verdorven.
  • Institutionele: betrokkenen zijn vaak onderdeel van overheid, politie en leger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Daders internationale misdrijven

A

Stap 1: daders hebben zelfmedelijden en/of zijn geschokt
Stap 2: cognitieve dissonantie: ze dachten dat ze een goed persoon waren maar zien dat ze iets verkeerd doen. Binnen eigen normen en waarden proberen iets goed te doen.
Stap 3: rechtvaardigen: jezelf overtuigen dat wat je hebt gedaan helemaal niet zo slecht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Crime of obedience

A

Mensen doen iets op bevel van een ander maar binnen de algemene gemeenschap wordt het als iets vreselijks gezien.
Niet alleen op direct bevel maar ook op indirect bevel of gedrag dat verwacht wordt. Daders gaan ervan uit dat het gedrag gedoogd is en dat ze voldoen aan een verwachtingspatroon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Abu Ghraib

A
  • Gevangenis in Irak
  • Mishandelingen, folteringen en vernederingen
  • Alle methoden in strijd met internationale recht
  • Toestemming door Rumsfeld voor deze methoden: zij dachten dat ze terroristen onder druk zetten om aanslagen te voorkomen (crimes of obedience)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Strain Theory

A

Alles begon met de aanslag en de angst dat iets soortgelijks zou gebeuren. Amerika wilde dit voorkomen. Ze waren verrast door de eerste aanslag waardoor ze dachten dat zij onvoldoende legitieme middelen hadden om terrorisme te bestrijden. Dat verklaart waarom ze naar illegitieme middelen grepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neutralisatietechnieken

A

Rechtvaardigingen voor het schenden van de regels:

  • Ontkenning verantwoordelijkheid
  • Ontkenning schade of nadeel
  • Ontkenning slachtoffer
  • Veroordeling veroordelaars
  • Beroep op hogere plichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gelegenheidstheorie

A

Misdaad gebeurt als je een gedreven (motivatie) dader hebt die een gelegenheid heeft eb een gebrek aan controle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Regeringsniveau

A
  • Motivatie: voorkomen van terroristische aanslagen
  • Gelegenheid: politieke macht
  • Gebrek aan controle: soevereiniteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Organisatie niveau

A
  • Motivatie: noodzaak om informatie te vergaren
  • Gelegenheid: legitimering van illegitieme methoden
  • Gebrek aan controle: gebrek aan heldere regels en gebrek aan chain of command
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Personeel/individu niveau

A
  • Motivatie: hun werk goed doen
  • Gelegenheid: opvolgen bevelen
  • Gebrek aan controle: gebrek aan directe controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly