4B. Cybercrime Flashcards

1
Q

Cybercriminaliteit

A

Vormen van misdaad waarbij ICT een centrale rol speelt in de uitvoering. Classificaties: cybercrime in enge zin (cyberfocussed) en gedigitaliseerde criminaliteit (cyber-enabled)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nieuw of anders aan cybercriminaliteit

A
  • Wegvallen barrières van tijd en ruimte (cyberspace, globaal bereik, geen grenzen)
  • Automatisering en amplificatie (technischer en zelfstandiger)
  • Innovatie en transformatie (snelle ontwikkeling en steeds geavanceerder)
  • Interconnectiviteit (alles en iedereen verbonden)
  • Commercialisering (diensten verlenen, vormt een soort markt)
  • Anonimiteit en plasticiteit van online identiteit (haalt barrières weg, +/-.
  • Virtualisering en hybridisering (virtuele en echte wereld samen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken cyberdaders

A

Man, jonge startleeftijd, hoger opgeleid, gebrekkig ouderlijk toezicht, groot online netwerk, autistforme trekken en sociale onhandigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Motieven cyberdaders

A

Voornamelijk nieuwsgierigheid en uitdaging maar ook verveling, spanning, macht, geld, plezier, verslaving, kick, ideologisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Contextuele factoren

A
  • Schoolcontext: last met meekomen, verveling
  • Sociale context: online erkenning, status en reputatie
  • Situationele context: kleine pakkans gevoel
  • Juridische context: beperkte kennis van strafbaarheid
  • Rol van sterk eigen moraal: eigen idee over goed en kwaad, eigen grenzen
  • Psychologische (online) context: anonimiteit, fysieke en emotionele afstand slachtoffers voelt als hyperrealiteit, spel, niet strafbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neutralisatietechnieken

A

Dader maken gebruik van neutralisatietechnieken om hun gedrag te legitimeren. In het normale leven houden delinquenten zich wel aan de specifieke waarden van de samenleving en zijn zich bewust van wat goed en fout is, maar op het moment van het doen van illegale dingen worden deze waarden tijdelijk buiten spel gezet door een neutralisatietechniek, waardoor de delinquent geen/een minder groot schuldgevoel krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Profiel jeugdige starters

A

Vanuit technologische interesse, gaming en offline setting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Profiel volwassen starters

A

Overstap van traditionele criminaliteit naar cybercriminaliteit/delicten in kader van klassiek delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Theorie van afschrikking

A
  • Verhoging van de perceptie pakkans, strafdreiging weerhoudt daders criminaliteit te plegen.
  • Idee creëeren dat sancties zeker, streng en snel zijn (lastig door eigenschappen cybercriminaliteit).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

What Works Benadering

A

Uitgangspunt: pure afschrikking helpt niet
Meer aandacht voor resocialisatie en gedragsverandering
Bestaat uit 3 principes:
- Risicobeginsel: hoe groot is de kans dat iemand iets weer doet?
- Behoeftenbeginsel: Interventies richten op dat waaraan behoefte is.
- Responsiviteitsbeginsel: rekening houden met de mogelijkheden en leerstijlen van het individu en de motivatie voor verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klassieke (cyber)interventies gericht op afschrikken

A
  • Gevangenis
  • Financiële/materiële gevolgen (ontnemen apparatuur)
  • De aanhouding
  • Waarschuwingsbanners
  • Knock and talk gesprekken
  • Verstoring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Desistance benadering

A
  • Kritisch tegenover ‘behandelingsretoriek’
  • Meer aandacht voor de dynamiek van het stoppen
  • Ontwikkeling non-criminele identiteit
  • Nadruk op kansen en positieve bekrachtiging van mogelijkheden (Strength-based)
  • Positieve rolmodellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeelden strengst-based interventies

A

Gamification, ethisch hacken, cyberwerkplaatsen, rolmodellen, vergroten carrièreperspectieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Belangrijkste neutralisatietechnieken (hackers)

A

Belangrijkste technieken:

  • Ontkennen schade
  • Ontkennen slachtoffer
  • Veroordelen van de veroordelaars
  • Een beroep op ‘higher loyalties’
  • Ontkennen van kwade intentie
  • ‘Iedereen doet het’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly