6. Tentamenvragen Flashcards
Monika Platz heeft een evenementenvergunning aangevraagd bij de burgemeester. Volgens de toepasselijke verordening geldt er een beslistermijn van 12 weken.
Platz is vergeten om bij haar aanvraag het vereiste veiligheidsplan in te dienen. Daags na ontvangst van de aanvraag geeft de burgemeester Platz hiervoor een termijn van twee weken. Platz dient het veiligheidsplan al een week na het verzoek van de burgemeester in.
Hoeveel weken heeft de burgemeester – gerekend van de ontvangst van de aanvraag – om op de aanvraag te beslissen?
13 weken
De Spaanse oliemaatschappij Energía S.R.L. wil proefboringen verrichten in de provincie Overijssel. Energía heeft daartoe op grond van de Mijnbouwwet een vergunning aangevraagd bij de minister van Economische Zaken. Op deze besluitvormingsprocedure is afdeling 3.4 van de Awb van toepassing.
De minister is voornemens de vergunning te verlenen en wil de procedure zo snel mogelijk afronden.
Is het mogelijk dat de minister alleen belanghebbenden in de gelegenheid stelt om zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen?
NB De Mijnbouwwet bevat met betrekking tot deze procedure geen van de Awb afwijkende bepalingen.
Ja en daar hoeft de minister niets voor te doen.
Vittorio Klein heeft beroep ingesteld bij de rechtbank (afdeling bestuursrecht). Na de sluiting van het onderzoek ter zitting zijn inmiddels 14 weken verstreken.
Kan Klein nu een ingebrekestelling sturen, waarna na twee weken een dwangsom verbeurt of kan hij hoger beroep instellen tegen het uitblijven van de uitspraak?
Klein kan noch een ingebrekestelling sturen, noch hoger beroep instellen.
Marit Cruz stelt beroep in bij de bestuursrechter. Zij wil graag met haar beroepschrift niet alleen de beslissing op bezwaar, maar het complete dossier toesturen. Zij ontdekt echter dat zij enkele stukken uit de bezwaarschriftprocedure mist.
Levert dit op grond van de Awb voor Cruz een probleem op?
Nee, het bestuursorgaan dient de op de zaak betrekking hebbende stukken over te leggen. artikel 8:42 lid 1
In de omgeving van de kinderboerderij van Van Meekeren wordt in maart 2014 Q-koorts geconstateerd. Op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren neemt de minister van Economische Zaken het rigoureuze besluit om de kinderboerderij onmiddellijk te sluiten en alle geiten te ruimen. Van Meekeren komt tegen dit besluit op. In beroep blijkt dat de geiten van tevoren ten onrechte niet gecontroleerd zijn, maar zondermeer geruimd. Het besluit houdt naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen stand. Van Meekeren is tevreden met deze uitspraak, maar zit wel een schadepost van € 22.000.
Langs welke weg kan Van Meekeren met succes een schadevergoeding vorderen?
Zowel bij de bestuursrechter als bij de burgerlijke rechter.
Li-Mei Jonkers heeft tegen een besluit beroep ingesteld bij de rechtbank (afdeling bestuursrecht). Omdat Jonkers elke dag dat de procedure loopt schade lijdt, wil zij de vaart er in houden. In haar beroepschrift vraagt Jonkers aan de rechtbank om haar beroep vereenvoudigd te behandelen. De rechtbank wijst het verzoek van Jonkers per ommegaande af.
Kan Jonkers een rechtsmiddel aanwenden tegen deze beslissing van de rechtbank?
Ja, zij kan hoger beroep instellen tegelijk met het hoger beroep tegen de einduitspraak.
Transportbedrijf Van der Plas heeft een vergunning aangevraagd voor het verrichten van grensoverschrijdend goederenvervoer op grond van artikel 3.1 van de Wet wegvervoer goederen. Het bevoegde bestuursorgaan, de stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie, heeft de aanvraag afgewezen. Het tegen dit besluit ingediende bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard. Hiertegen dient Van der Plas een beroepschrift in bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Tevens vraagt Van der Plas aan de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Kan de voorzieningenrechter in dit geval gelijk uitspraak doen in de hoofdzaak?
Nee, tenzij partijen in de uitnodiging voor de zitting zijn gewezen op die bevoegdheid van de voorzieningenrechter én partijen daarvoor toestemming hebben gegeven.
Artikel 3 van de TNO-wet bepaalt dat de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO bestaat en dat deze rechtspersoonlijkheid bezit. Artikel 5 TNO-wet voegt daaraan toe dat TNO onderzoek verricht in opdracht van de rijksoverheid, de lagere overheden, ondernemingen, andere maatschappelijke groeperingen en natuurlijke personen.
Als een advocaat op grond van de Wet openbaarheid van bestuur TNO verzoekt om openbaarheid van onderzoeksrapporten die TNO heeft vervaardigd voor de Rotterdamse petrochemische industrie, wordt dit door het bestuur van TNO geweigerd. Het bestuur stelt zich op het standpunt dat het geen bestuursorgaan is.
Is het bestuur van TNO een bestuursorgaan in de zin van de Awb?
Ja, omdat TNO op grond van art. 3 TNO-wet een publiekrechtelijke rechtspersoon is.
In de gemeente Stadsmeer willen meerdere cafés aan de gracht hun terras uitbreiden met een terrasboot in de gracht. Op grond van de Verordening openbaar gemeentewater Stadsmeer is het verboden een vaartuig af te meren in gemeentelijk vaarwater, tenzij door het college van burgemeester en wethouders ontheffing is verleend. Het college kan – aldus de Verordening – ter zake nadere regels vaststellen, voor wat betreft het uiterlijk en de maatvoering van de terrasboten, waaraan voor een ontheffing moet zijn voldaan. Het college stelt vervolgens de Regeling terrasboten vast.
Wat voor type besluit is deze Regeling terrasboten?
Een algemeen verbindend voorschrift
De Oranjevereniging in de gemeente Voornhoven wil dit jaar groots uitpakken. De vereniging vraagt aan de burgemeester een evenementenvergunning voor meerdere muziekpodia in het centrum. Hoewel de evenementenverordening daar niets over bepaalt, wil de burgemeester bij de beoordeling van de aanvraag afdeling 3.4 Awb toepassen.
Welke uitspraak van de advocaat van de Oranjevereniging is juist?
Maak een keuze:
A. De burgemeester kan afdeling 3.4 Awb niet toepassen omdat de evenementenverordening daar niets over bepaalt.
B Als afdeling 3.4 Awb wordt gevolgd, gaat de besluitvorming ten minste zes weken kosten.
C. Als afdeling 3.4 Awb wordt gevolgd kan iedere burger zienswijzen naar voren brengen.
B Als afdeling 3.4 Awb wordt gevolgd, gaat de besluitvorming ten minste zes weken kosten.
De bliksem is ingeslagen in de grote beuk in de achtertuin van Carel IJsdinge en de beuk moet gerooid worden. IJsdinge vraagt daarvoor op 1 april een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aan. Op 10 mei heeft hij nog niets vernomen van de gemeente.
Welke mogelijkheden heeft IJsdinge nu?
Uitsluitend bij de gemeente informeren hoe het met zijn aanvraag staat.
Saida Medema heeft een bezwaarschrift ingediend. Als zij drie maanden later nog steeds niets vernomen heeft, stelt zij zich op het standpunt dat haar bezwaarschrift, op grond van § 4.1.3.3 Awb, van rechtswege gegrond is.
Heeft Medema gelijk?
Nee, omdat artikel 7:14 Awb expliciet bepaalt dat § 4.1. Awb niet van toepassing is in bezwaar waaronder artikel 4:20a e.v. (pas. 4.1.3.3).
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waaleind heeft zijn bevoegdheid om subsidies te verlenen gedelegeerd aan de onafhankelijke gemeentelijke subsidiecommissie. Als Herbert Chanté per ongeluk zijn subsidieaanvraag indient bij het college, beslist het college zelf: het college wijst de aanvraag af. Na een mislukte bezwaarschriftprocedure bij het college stelt Chanté beroep in bij de bestuursrechter.
De bestuursrechter constateert dat niet het college, maar de gemeentelijke subsidiecommissie bevoegd is om op de aanvraag van Chanté te beslissen.
Kan de bestuursrechter dit bevoegdheidsgebrek passeren met toepassing van artikel 6:22 Awb?
Ja, mits belanghebbenden niet zijn benadeeld door dit bevoegdheidsgebrek en de subsidiecommissie het bestreden besluit voor haar rekening neemt.
Volgens de memorie van toelichting bij artikel 6:22 Awb is niet de aard van het geschonden voorschrift beslissend voor de beantwoording van de vraag of een gebrek in een besluit kan worden gepasseerd, maar uitsluitend het antwoord op de vraag of door de schending iemand is ‘benadeeld’.
Als aannemelijk/evident is dat niemand is benadeeld kan het gebrek zonder probleem worden gepasseerd. Dat mag de rechter ook ambtshalve vaststellen. Dat geldt zowel voor a) procedurevoorschriften en vormfouten als voor b) inhoudelijke gebreken.
a) procedurevoorschriften en vormfouten zijn: bevoegdheidsgebreken, niet horen, motiveringsgebreken, verwijzing naar onjuist wetsartikel
b) inhoudelijke gebreken zijn: wijziging van een aanvraag van een vergunning indien de wijziging ondergeschikte betekenis is, en een inhoudelijk gebrekkige motivering wanneer tijdens de procedure blijkt dat alsnog een draadkrachtige motivering gegeven kan worden.
Dit betekent ook dat als een gebrek wel moet worden hersteld, toepassing van artikel 6:22 Awb in beginsel niet mogelijk is.
Door de sterk schommelende waarde van cryptovaluta is de Nederlandse CryptoBank NV in ernstige problemen gekomen. De minister van financiën heeft op grond van artikel 6.1 Wet op het financieel toezicht besloten in te grijpen bij CryptoBank. CryptoBank vindt het optreden van de minister veel te ver gaan en wil het besluit aanvechten.
Welke rechtsbescherming staat er op grond van de Awb voor CryptoBank open tegen het besluit van de minister?
Beroep bij ABRvS.
Zie artikel 8:6 Awb jo art 2 Hfd 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
Leg uit: de absolute competentie in beroep e hoger beroep voor ABRvS, CRvB, CBb of HR.
Bevoegdheid voor beroep volgt uit artikel 8:6 awb jo Hfd 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
Bevoegdheid voor hoger beroep volgt uit artikel 8:105 awb jo Hfd 4 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
ABRvS doet algemene bestuursrechtszaken, vreemdelingenzaken en omgevingsrecht.
Het CRvB (Centrale Raad va Beroep art. 3, 9 en 10 Hfd 4) behandelt zaken op het gebied van sociale verzekeringen, sociale voorzieningen en ambtenarenzaken. Cassatie bij HR.
CBb (College van Beroep voor het bedrijfsleven art. 4 en 11 Hfd 4) ziet op: sociaal-economisch bestuursrecht.
HR: de hoogste civiele en strafrechter, de Hoge Raad behandelt met name bestuursrechtelijke zaken die zien op fiscale geschillen en cassatiezaken die zijn ingesteld na uitspraak van de CRvB.