3. Rechtsbescherming algemeen Flashcards
Benoem de rechtsmiddelen?
een belanghebbende heeft de volgende rechtsmiddelen:
- bezwaar (7:1)
- administratief beroep
- beroep bij bevoegde bestuursrechter
- civiele rechter (restrechter)
Let op regeling rechtstreeks beroep (7:1a en bijlage 1 awb)
daarnaast kan steeds een voorlopige voorziening worden gevraagd.
hoe wordt bezwaar aanhangig gemaakt?
Het bezwaar wordt aanhangig gemaakt door de indiening van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en (hoger) beroep door het indienen van een beroepschrift bij de (hogerberoeps)rechter (6:4 Awb).
Als beroep wordt ingesteld, wordt ook het bestuursorgaan hiervan in kennis gesteld (artikel 6:14 Awb).
Indien het bezwaar- of beroepschrift bij een onbevoegd orgaan wordt ingediend of in plaats van een bezwaarschrift een beroepschrift is ingediend (of omgekeerd), geldt een doorzenplicht (6:15 Awb) doorzendplicht.
Wat is de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift?
De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken (artikel 6:7 Awb). De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt (artikel 6:8 Awb).
De termijn vangt dan aan de dag na verzending.
Het bezwaar is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen (6:9)
Wat is een verschoonbare termijnoverschrijding?
termijnoverschrijding leidt niet tot niet-ontvankelijkheid als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest (artikel 6:11 Awb).
Termijnoverschrijding is onder meer verschoonbaar als het besluit, in strijd met het bepaalde in artikel 6:17 Awb, niet aan de gemachtigde is toegezonden. Ook als het besluit geen rechtsmiddelenclausule bevat, kan sprake zijn van verschoonbare termijnoverschrijding. D
wat is het verschil tussen een bezwaar en een administratief beroepsprocedure?
Bij bezwaar is sprake van heroverweging door hetzelfde orgaan dat het primaire besluit heeft genomen. Bij administratief beroep is sprake van heroverweging door een ander (en meestal hiërarchisch hoger) bestuursorgaan. Hoofdregel is dat de bezwaarschriftprocedure moet worden gevolgd (artikel 7:1 Awb). Administratief beroep is uitsluitend mogelijk als dit in een bijzondere wettelijke regeling is bepaald.
Wat zijn de vormvereisten voor een bezwaar- en beroepschrift?
de minimumeisen aan een bezwaar- of beroepschrift zijn: (6:5):
o Naam en adres indiener;
o Dagtekening;
o Omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht;
o Gronden van het bezwaar/beroep
Herstel verzuim is mogelijk ogv 6:5. en 6:6.
schorsende werking
bezwaar en beroep hebben geen schorsende werking tenzij bij of krachtens de wet anders is bepaald. (6:16).
Indien gewenst is dat de bestuursrechter op korte termijn een (voorlopig) oordeel geeft over de rechtmatigheid van het besluit, kan een voorlopige voorzieningsprocedure worden verzocht (artikel 8:81 lid 1 Awb)
wat moet een belanghebbende doen met het besluit van een bo om een besluit te wijzigen, te vervangen of in te trekken, nadat al bezwaar en beroep is ingesteld?
tijdens een hangende de bezwaar- of beroepsprocedure blijft het bestuursorgaan bevoegd het bestreden besluit te wijzigen, te vervangen of in te trekken. Artikel 6:19
Benoem de dicta van de bestuursrechter.
De rechter kan vier dicta uitspreken (artikel 8:70 Awb):
- Onbevoegdheidverklaring van de bestuursrechter;
- Niet-ontvankelijkverklaring van het beroep;
- Ongegrondverklaring van het beroep;
- Gegrondverklaring van het beroep. In dit geval dient de rechter op grond van artikel 8:82 Awb tot vernietiging van het besluit over te gaan. De bestuursrechter kan op grond van artikel 8:72 lid 3 Awb bepalen dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven of dat zijn uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
Verder kan een rechter ook:
- het treffen van een voorlopige voorziening;
- bepalen dat, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan een uitspraak, het bestuursorgaan aan een der partijen een in de uitspraak vast te stellen dwangsom verbeurt (artikel 8:72 lid 5 Awb).
Leg uit: Voorlopige voorzieningsprocedure.
Degene die beroept heeft ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Zie ook hetgeen ik hiervoor reeds heb besproken. Bijzonder aan een verzoek om een voorlopige voorziening tijdens de beroepsprocedure is dat de voorzieningenrechter op grond van artikel 8:86 Awb, indien hij van oordeel is dat na de zitting nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak kan doen in de hoofdzaak. Dit wordt ook wel kortsluiting door de voorzieningenrechter genoemd. Indien de bestuursrechter in eerste en enige aanleg bevoegd is, kan hij slechts tot kortsluiting overgaan indien partijen daarmee instemmen. Indien tegen een uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld, is instemming niet vereist.
Incidenteel hoger beroep: leg uit.
Artikel 8:110 e.v. van de Awb voorziet in de mogelijkheid tot incidenteel hoger beroep. Op het incidenteel beroep zijn, tenzij in titel 8.5 van de Awb anders is bepaald, de voorschriften omtrent het hoger beroep van toepassing. De procedure in hoger beroep komt in grote lijnen overeen met de procedure in beroep.
Op enkele punten zijn er verschillen:
- Beroep kan worden ingesteld bij de hogerberoepsrechter (artikel 1:4 lid 2 Awb).
(de Hoge Raad (op het gebied van belastingrecht), de Afdeling (op het gebied van omgevingsrecht, vreemdelingenrecht en ‘overig’ bestuursrecht), de Centrale Raad van Beroep (hierna: ‘CRvB’) (onder andere op het gebied van ambtenaren- en sociaalzekerheidsrecht), het College van Beroep (hierna: ‘CBb’) voor het bedrijfsleven (in het bijzonder op het gebied van economisch bestuursrecht) en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (met betrekking tot Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften).
- Hoger beroep kan alleen worden ingesteld tegen appellabele uitspraken (artikel 8:104 Awb). Hoger beroep staat onder meer open tegen:
o Een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:66 lid 1 (schriftelijke einduitspraak) of artikel 8:67 lid 1 Awb (mondelinge einduitspraak);
o Een uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:86 lid 1 Awb (uitspraak in de hoofdzaak in geval van kortsluiting
welke regels van de Awb en van bijzondere wetten van toepassing zijn op bezwaar en op (hoger) beroep bij de bestuursrechter?
OPEN. zie vanaf p. 29 Fender
Benoem de absolute competentieregels.
Art 8:6 bepaalt dat de rechtbank bevoegd is in eerste aanleg. Soms wordt hierop een uitzondering gemaakt in hoofdstuk 2 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
De hoofdregel is artikel 8:1: beroep staat open tegen besluiten.
Op de hoofdregel gelden een aantal beperkingen en uitbreidingen:
- Bepaalde beslissingen en handelingen worden gelijkgesteld met een besluit (zie bijv. 6:2).
- 6:3 bepaalt dat een beslissing ter voorbereiding van een besluit alleen vatbaar is voor beroep, indien deze de belanghebbende rechtstreeks in zijn belang treft.
- 8:2 lid 1 stelt enkele feitelijke handelingen gelijk met een besluit.
- 8:3 bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen bepaalde in dat artikel genoemde besluiten.
- 8:3 lid 2 zondert rechtshandelingen naar burgerlijk recht uit van beroep. Besluiten ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn wel besluiten (1:3), maar er staat geen beroep tegen open. De weigering om een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling goed te keuren, is wel appellabel (8:2 lid 2, onder b).
- 8:4 somt bijzondere besluiten op die van het recht van beroep zijn uitgezonderd.
- 8:5 bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen besluiten die berusten op bevoegdheden genoemd in artikel 1 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
- 8:5 lid 2 regelt de voorrang van het administratief beroep.
Benoem de relatieve competentieregels.
De relatieve competentie wordt geregeld in artikel 8:7 tot en met 8:9 Awb.
Hoe is de ontvankelijkheid in het awb opgenomen?
Ontvankelijkheid heeft een aantal aspecten:
- WIE: Bezwaar en beroep kunnen slechts worden ingesteld door belanghebbenden. (8:1 jo 7:1 jo 1:2). Derden-belanghebbenden kunnen ook in het door een ander ingestelde beroep worden betrokken, zie art. 8:26 (van openbare orde jo 6:13). Partijen kunnen zich wel laten bijstaan, zie 2:1 en 8:24.
- HOE / VORM: een belanghebbende is in ieder geval niet ontvankelijk als het niet voldoet aan de eisen van 6:6 jo 6:4. of 2:15 (mits mogelijkheid om verzuim te herstellen)
- TERMIJN: buiten de termijn is niet-ontvankelijk ogv 6:11 6 weken (6:7)
- REIKWIJDTE: Onderdelenfuik. Alleen de aangevoerde onderdelen worden beoordeeld in beroep. Geen beroep mogelijk indien geen zienswijze naar voren gebracht of geen bezwaar gemaakt (6:13).
- PROCESBELANG: Voor ontvankelijkheid is daarnaast vereist dat partijen een procesbelang hebben. Het gaat er daarbij om dat hetgeen de indiener van het beroep wil bereiken, ook echt door middel van het beroep bereikt kan worden. Het is ook mogelijk dat het procesbelang vervalt tijdens de procedure (belanghebbende kan dan nog wel stellen dat hij schade vergoed wil hebben). Proceskosten leveren geen procesbelang op (wel in bezwaar).
Waar kan een besluit nog op worden getoetst nadat het formele rechtskracht heeft gekregen?
Formele rechtskracht
Wanneer niet tijdig bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, krijgt een besluit formele rechtskracht (in rechte onaantastbaar).
Het besluit kan dan nog wel worden getoetst op rechtmatigheid, maar het is wel zo dat de burgerlijke rechter in beginsel uitgaat van de rechtmatigheid van een onaantastbaar besluit.
De omgekeerde formele rechtskracht betekent dat met de vernietiging van een besluit de onrechtmatigheid daarvan en de schuld van het bestuursorgaan is gegeven.
welk artikel e.v. gaat over het instellen van een beroep?
6:4 e.v. bepaalt hoe het beroep ingesteld moet worden. Bij het beroepschrift moeten de relevante stukken worden ingediend, waaronder iig, voor zover mogelijk, een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft wordt overgelegd (artikel 6:5 lid 2 Awb).
Termijn: 6 weken (6:7) met aanvang van de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. (3:41). Te laat = niet-ontvankelijk.
Vervolgens verzend het bestuursorgaan de stukken naar de gemachtigde en of vertegenwoordigde (6:17).
Gebreken in deze toezending kunnen leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding bij het instellen van bezwaar en beroep.
Hoe zit het met verzuim en griffierecht?
Een beroep kan pas wegens verzuim niet ontvankelijk worden verklaard wanneer betrokkene vooraf is gewaarschuwd dat niet-ontvankelijkheidverklaring dreigt.
Het griffierecht is geregeld in artikel 8:41 lid 1 (beroep) en 8:82 (voorlopige voorziening) Awb.. \
De vergoeding voor kosten van de bezwaarschriftprocedure zijn geregeld in artikel 7:15.
Wanneer is hoger beroep mogelijk?
Hoofdregel is dat hoger beroep mogelijk is., tenzij.. (8:6, lid 1). Het hoger beroep wordt ingesteld bij de RvS, tenzij een andere hoger-beroepsrechter is aangewezen in hoofdstuk 4 van de bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (8:105, lid 1). Cassatie is alleen mogelijk in fiscale zaken.
Hoger beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden.
Het is in hoger beroep mogelijk om een grote kamer in te stellen (8:10a) en om conclusies in te winnen bij een A-G (8:12a).
Hoger beroep staat alleen open tegen uitspraken als bedoeld in art. 8:104. Precesrecht is geregeld in 8:107 t/m 8:118.
Gelijk met het hoger beroep tegen een einduitspraak kan ook hoger beroep worden ingesteld tegen een tussenuitspraak en iedere andere beslissing van de rechtbank.
waartegen is hoger beroep gericht?
Hoger beroep is gericht tegen de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak staat dus alleen ter discussie voor zover daartegen beroepsgronden zijn gericht. Besluitonderdelen die in eerste aanleg niet zijn aangevochten, kunnen in hoger beroep niet meer ter discussie worden gesteld, tenzij het verzuim niet verwijtbaar was (via 6:24 is 6:13 namelijk van toepassing in hoger beroep). Bij bestraffende sancties kunnen wel nieuwe gronden worden aangevoerd.
Nieuw bewijsmateriaal mag soms in hoger beroep nog worden overgelegd.
De centrale raad van beroep is iets ruimhartiger met betrekking tot de omvang van het hoger beroep. Wat de CRvb betreft, is van belang of de verschillende onderdelen van het in geding zijnde besluit verweven zijn.
Waarop wordt getoetst in de bezwaarprocedure?
De toetsing in bezwaar is beperkt tot de onderdelen waartegen bezwaar is aangetekend, maar binnen deze grenzen moet wel een volledige heroverweging plaatsvinden (ex nunc). Dit houdt in dat het bestuursorgaan ook toetst aan doelmatigheid en dragende gronden van het besluit kan wijzigen. Uitzondering op ex nunc: sanctiebesluiten, besluiten gebaseerd op peildatum en bij overgangsrecht.
Op het voorgaande bestaat een uitzondering wanneer individuele rechtsbescherming daartoe noopt (art. 7:11, lid 1). Dit houdt in dat het bestuursorgaan de beoordeling mag beperken tot de aangevoerde gronden, indien, gelet op de in het geding zijnde belangen, geen klemmende redenen bestaan voor een verderstrekkende heroverweging. De heroverweging leidt tot een nieuw besluit (het secundaire besluit, zie 7:11) indien de bezwaarprocedure leidt tot de conclusie dat het primaire besluit herroepen moet worden. De bezwaarprocedure eindigt dus met één besluit, namelijk het besluit zoals het, ook na heroverweging, luidt.