3. Rechtsbescherming algemeen Flashcards

1
Q

Benoem de rechtsmiddelen?

A

een belanghebbende heeft de volgende rechtsmiddelen:

  • bezwaar (7:1)
  • administratief beroep
  • beroep bij bevoegde bestuursrechter
  • civiele rechter (restrechter)

Let op regeling rechtstreeks beroep (7:1a en bijlage 1 awb)

daarnaast kan steeds een voorlopige voorziening worden gevraagd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe wordt bezwaar aanhangig gemaakt?

A

Het bezwaar wordt aanhangig gemaakt door de indiening van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en (hoger) beroep door het indienen van een beroepschrift bij de (hogerberoeps)rechter (6:4 Awb).

Als beroep wordt ingesteld, wordt ook het bestuursorgaan hiervan in kennis gesteld (artikel 6:14 Awb).

Indien het bezwaar- of beroepschrift bij een onbevoegd orgaan wordt ingediend of in plaats van een bezwaarschrift een beroepschrift is ingediend (of omgekeerd), geldt een doorzenplicht (6:15 Awb) doorzendplicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift?

A

De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken (artikel 6:7 Awb). De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt (artikel 6:8 Awb).

De termijn vangt dan aan de dag na verzending.
Het bezwaar is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen (6:9)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een verschoonbare termijnoverschrijding?

A

termijnoverschrijding leidt niet tot niet-ontvankelijkheid als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest (artikel 6:11 Awb).

Termijnoverschrijding is onder meer verschoonbaar als het besluit, in strijd met het bepaalde in artikel 6:17 Awb, niet aan de gemachtigde is toegezonden. Ook als het besluit geen rechtsmiddelenclausule bevat, kan sprake zijn van verschoonbare termijnoverschrijding. D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het verschil tussen een bezwaar en een administratief beroepsprocedure?

A

Bij bezwaar is sprake van heroverweging door hetzelfde orgaan dat het primaire besluit heeft genomen. Bij administratief beroep is sprake van heroverweging door een ander (en meestal hiërarchisch hoger) bestuursorgaan. Hoofdregel is dat de bezwaarschriftprocedure moet worden gevolgd (artikel 7:1 Awb). Administratief beroep is uitsluitend mogelijk als dit in een bijzondere wettelijke regeling is bepaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de vormvereisten voor een bezwaar- en beroepschrift?

A

de minimumeisen aan een bezwaar- of beroepschrift zijn: (6:5):
o Naam en adres indiener;
o Dagtekening;
o Omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht;
o Gronden van het bezwaar/beroep

Herstel verzuim is mogelijk ogv 6:5. en 6:6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

schorsende werking

A

bezwaar en beroep hebben geen schorsende werking tenzij bij of krachtens de wet anders is bepaald. (6:16).

Indien gewenst is dat de bestuursrechter op korte termijn een (voorlopig) oordeel geeft over de rechtmatigheid van het besluit, kan een voorlopige voorzieningsprocedure worden verzocht (artikel 8:81 lid 1 Awb)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat moet een belanghebbende doen met het besluit van een bo om een besluit te wijzigen, te vervangen of in te trekken, nadat al bezwaar en beroep is ingesteld?

A

tijdens een hangende de bezwaar- of beroepsprocedure blijft het bestuursorgaan bevoegd het bestreden besluit te wijzigen, te vervangen of in te trekken. Artikel 6:19

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de dicta van de bestuursrechter.

A

De rechter kan vier dicta uitspreken (artikel 8:70 Awb):

  • Onbevoegdheidverklaring van de bestuursrechter;
  • Niet-ontvankelijkverklaring van het beroep;
  • Ongegrondverklaring van het beroep;
  • Gegrondverklaring van het beroep. In dit geval dient de rechter op grond van artikel 8:82 Awb tot vernietiging van het besluit over te gaan. De bestuursrechter kan op grond van artikel 8:72 lid 3 Awb bepalen dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven of dat zijn uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.

Verder kan een rechter ook:

  • het treffen van een voorlopige voorziening;
  • bepalen dat, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan een uitspraak, het bestuursorgaan aan een der partijen een in de uitspraak vast te stellen dwangsom verbeurt (artikel 8:72 lid 5 Awb).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit: Voorlopige voorzieningsprocedure.

A

Degene die beroept heeft ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Zie ook hetgeen ik hiervoor reeds heb besproken. Bijzonder aan een verzoek om een voorlopige voorziening tijdens de beroepsprocedure is dat de voorzieningenrechter op grond van artikel 8:86 Awb, indien hij van oordeel is dat na de zitting nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak kan doen in de hoofdzaak. Dit wordt ook wel kortsluiting door de voorzieningenrechter genoemd. Indien de bestuursrechter in eerste en enige aanleg bevoegd is, kan hij slechts tot kortsluiting overgaan indien partijen daarmee instemmen. Indien tegen een uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld, is instemming niet vereist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Incidenteel hoger beroep: leg uit.

A

Artikel 8:110 e.v. van de Awb voorziet in de mogelijkheid tot incidenteel hoger beroep. Op het incidenteel beroep zijn, tenzij in titel 8.5 van de Awb anders is bepaald, de voorschriften omtrent het hoger beroep van toepassing. De procedure in hoger beroep komt in grote lijnen overeen met de procedure in beroep.

Op enkele punten zijn er verschillen:
- Beroep kan worden ingesteld bij de hogerberoepsrechter (artikel 1:4 lid 2 Awb).
(de Hoge Raad (op het gebied van belastingrecht), de Afdeling (op het gebied van omgevingsrecht, vreemdelingenrecht en ‘overig’ bestuursrecht), de Centrale Raad van Beroep (hierna: ‘CRvB’) (onder andere op het gebied van ambtenaren- en sociaalzekerheidsrecht), het College van Beroep (hierna: ‘CBb’) voor het bedrijfsleven (in het bijzonder op het gebied van economisch bestuursrecht) en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (met betrekking tot Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften).

  • Hoger beroep kan alleen worden ingesteld tegen appellabele uitspraken (artikel 8:104 Awb). Hoger beroep staat onder meer open tegen:
    o Een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:66 lid 1 (schriftelijke einduitspraak) of artikel 8:67 lid 1 Awb (mondelinge einduitspraak);
    o Een uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:86 lid 1 Awb (uitspraak in de hoofdzaak in geval van kortsluiting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke regels van de Awb en van bijzondere wetten van toepassing zijn op bezwaar en op (hoger) beroep bij de bestuursrechter?

A

OPEN. zie vanaf p. 29 Fender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem de absolute competentieregels.

A

Art 8:6 bepaalt dat de rechtbank bevoegd is in eerste aanleg. Soms wordt hierop een uitzondering gemaakt in hoofdstuk 2 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
De hoofdregel is artikel 8:1: beroep staat open tegen besluiten.

Op de hoofdregel gelden een aantal beperkingen en uitbreidingen:

  • Bepaalde beslissingen en handelingen worden gelijkgesteld met een besluit (zie bijv. 6:2).
  • 6:3 bepaalt dat een beslissing ter voorbereiding van een besluit alleen vatbaar is voor beroep, indien deze de belanghebbende rechtstreeks in zijn belang treft.
  • 8:2 lid 1 stelt enkele feitelijke handelingen gelijk met een besluit.
  • 8:3 bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen bepaalde in dat artikel genoemde besluiten.
  • 8:3 lid 2 zondert rechtshandelingen naar burgerlijk recht uit van beroep. Besluiten ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn wel besluiten (1:3), maar er staat geen beroep tegen open. De weigering om een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling goed te keuren, is wel appellabel (8:2 lid 2, onder b).
  • 8:4 somt bijzondere besluiten op die van het recht van beroep zijn uitgezonderd.
  • 8:5 bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen besluiten die berusten op bevoegdheden genoemd in artikel 1 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
  • 8:5 lid 2 regelt de voorrang van het administratief beroep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Benoem de relatieve competentieregels.

A

De relatieve competentie wordt geregeld in artikel 8:7 tot en met 8:9 Awb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe is de ontvankelijkheid in het awb opgenomen?

A

Ontvankelijkheid heeft een aantal aspecten:

  1. WIE: Bezwaar en beroep kunnen slechts worden ingesteld door belanghebbenden. (8:1 jo 7:1 jo 1:2). Derden-belanghebbenden kunnen ook in het door een ander ingestelde beroep worden betrokken, zie art. 8:26 (van openbare orde jo 6:13). Partijen kunnen zich wel laten bijstaan, zie 2:1 en 8:24.
  2. HOE / VORM: een belanghebbende is in ieder geval niet ontvankelijk als het niet voldoet aan de eisen van 6:6 jo 6:4. of 2:15 (mits mogelijkheid om verzuim te herstellen)
  3. TERMIJN: buiten de termijn is niet-ontvankelijk ogv 6:11 6 weken (6:7)
  4. REIKWIJDTE: Onderdelenfuik. Alleen de aangevoerde onderdelen worden beoordeeld in beroep. Geen beroep mogelijk indien geen zienswijze naar voren gebracht of geen bezwaar gemaakt (6:13).
  5. PROCESBELANG: Voor ontvankelijkheid is daarnaast vereist dat partijen een procesbelang hebben. Het gaat er daarbij om dat hetgeen de indiener van het beroep wil bereiken, ook echt door middel van het beroep bereikt kan worden. Het is ook mogelijk dat het procesbelang vervalt tijdens de procedure (belanghebbende kan dan nog wel stellen dat hij schade vergoed wil hebben). Proceskosten leveren geen procesbelang op (wel in bezwaar).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar kan een besluit nog op worden getoetst nadat het formele rechtskracht heeft gekregen?

A

Formele rechtskracht

Wanneer niet tijdig bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, krijgt een besluit formele rechtskracht (in rechte onaantastbaar).

Het besluit kan dan nog wel worden getoetst op rechtmatigheid, maar het is wel zo dat de burgerlijke rechter in beginsel uitgaat van de rechtmatigheid van een onaantastbaar besluit.

De omgekeerde formele rechtskracht betekent dat met de vernietiging van een besluit de onrechtmatigheid daarvan en de schuld van het bestuursorgaan is gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welk artikel e.v. gaat over het instellen van een beroep?

A

6:4 e.v. bepaalt hoe het beroep ingesteld moet worden. Bij het beroepschrift moeten de relevante stukken worden ingediend, waaronder iig, voor zover mogelijk, een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft wordt overgelegd (artikel 6:5 lid 2 Awb).

Termijn: 6 weken (6:7) met aanvang van de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. (3:41). Te laat = niet-ontvankelijk.

Vervolgens verzend het bestuursorgaan de stukken naar de gemachtigde en of vertegenwoordigde (6:17).

Gebreken in deze toezending kunnen leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding bij het instellen van bezwaar en beroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe zit het met verzuim en griffierecht?

A

Een beroep kan pas wegens verzuim niet ontvankelijk worden verklaard wanneer betrokkene vooraf is gewaarschuwd dat niet-ontvankelijkheidverklaring dreigt.

Het griffierecht is geregeld in artikel 8:41 lid 1 (beroep) en 8:82 (voorlopige voorziening) Awb.. \
De vergoeding voor kosten van de bezwaarschriftprocedure zijn geregeld in artikel 7:15.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer is hoger beroep mogelijk?

A

Hoofdregel is dat hoger beroep mogelijk is., tenzij.. (8:6, lid 1). Het hoger beroep wordt ingesteld bij de RvS, tenzij een andere hoger-beroepsrechter is aangewezen in hoofdstuk 4 van de bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (8:105, lid 1). Cassatie is alleen mogelijk in fiscale zaken.

Hoger beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden.

Het is in hoger beroep mogelijk om een grote kamer in te stellen (8:10a) en om conclusies in te winnen bij een A-G (8:12a).
Hoger beroep staat alleen open tegen uitspraken als bedoeld in art. 8:104. Precesrecht is geregeld in 8:107 t/m 8:118.

Gelijk met het hoger beroep tegen een einduitspraak kan ook hoger beroep worden ingesteld tegen een tussenuitspraak en iedere andere beslissing van de rechtbank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waartegen is hoger beroep gericht?

A

Hoger beroep is gericht tegen de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak staat dus alleen ter discussie voor zover daartegen beroepsgronden zijn gericht. Besluitonderdelen die in eerste aanleg niet zijn aangevochten, kunnen in hoger beroep niet meer ter discussie worden gesteld, tenzij het verzuim niet verwijtbaar was (via 6:24 is 6:13 namelijk van toepassing in hoger beroep). Bij bestraffende sancties kunnen wel nieuwe gronden worden aangevoerd.

Nieuw bewijsmateriaal mag soms in hoger beroep nog worden overgelegd.

De centrale raad van beroep is iets ruimhartiger met betrekking tot de omvang van het hoger beroep. Wat de CRvb betreft, is van belang of de verschillende onderdelen van het in geding zijnde besluit verweven zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarop wordt getoetst in de bezwaarprocedure?

A

De toetsing in bezwaar is beperkt tot de onderdelen waartegen bezwaar is aangetekend, maar binnen deze grenzen moet wel een volledige heroverweging plaatsvinden (ex nunc). Dit houdt in dat het bestuursorgaan ook toetst aan doelmatigheid en dragende gronden van het besluit kan wijzigen. Uitzondering op ex nunc: sanctiebesluiten, besluiten gebaseerd op peildatum en bij overgangsrecht.

Op het voorgaande bestaat een uitzondering wanneer individuele rechtsbescherming daartoe noopt (art. 7:11, lid 1). Dit houdt in dat het bestuursorgaan de beoordeling mag beperken tot de aangevoerde gronden, indien, gelet op de in het geding zijnde belangen, geen klemmende redenen bestaan voor een verderstrekkende heroverweging. De heroverweging leidt tot een nieuw besluit (het secundaire besluit, zie 7:11) indien de bezwaarprocedure leidt tot de conclusie dat het primaire besluit herroepen moet worden. De bezwaarprocedure eindigt dus met één besluit, namelijk het besluit zoals het, ook na heroverweging, luidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is geregeld in 1.6 crisis en herstelwet?

A

OPEN

23
Q

wat is mbt het vooronderzoek mogelijk in het hoger beroep?

A

Het vooronderzoek is geregeld in afdeling 8.2.2. Het bevat een regeling voor:

o Het wisselen van stukken (let op art. 1.6a Crisis- en herstelwet), zie 8:45. 8:29 geeft partijen een weigeringsgrond voor het overleggen van stukken.

o Het indienen van nieuwe stukken: 8:58 (mogelijk tot tien dagen voor de zitting, onverminderd de eisen van een goede procesorde). De laatste dag waarop kan worden ingediend is de elfde dag voor de zitting.

o Comparitie: 8:44.

o Inlichtingen, getuigen, deskundigen en tolken: 8:45 en verder.

24
Q

Wanneer vindt er een zitting plaats in (hoger) beroep?

A

Na afloop van het vooronderzoek worden partijen ten minste drie weken van tevoren uitgenodigd voor een zitting (8:56).

Deze zitting kan ook achterwege blijven (8:57).

o Lees verder afdeling 8.2.5.

25
Q

Hoe word het beroep beoordeeld?

A

Beoordeling van het beroep geschiedt ex tunc. Het beroep is een rechtmatigheidscontrole.

De grondslag van het geschil wordt bepaald door artikel 8:69: het beroepsschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en onderzoek ter zitting.

26
Q

wat mag ambsthalve worden getoetst en aangevuld in het hoger beroep?

A

Ambtshalve toetsing vindt alleen plaats voor zover het gaat om bepalingen van openbare orde (bevoegdheid rechter, ontvankelijkheid, relativiteit, Unierecht).

Ambtshalve aanvulling:
- Van rechtsgronden: gaat niet buiten grenzen beroepsschrift, maar gaat om vertalen van beroepsgronden naar juridische gronden.
Onze ref. G8014620/1/N/pas
18 / 37
- Van feiten: discretionaire bevoegdheid. Soms is nodig dat partijen zich over de ambtshalve aanvulling hebben kunnen uitlaten.

27
Q

Leg uit: onderdelenfuik, grondenfuik en bewijsfuik.

A

Onderdelenfuik (art. 6:13 Awb): onderdelen van besluit die niet zijn bestreden in bestuurlijke fase (bezwaar of zienswijze ivm UOV (afd. 3.4 Awb) kunnen niet worden aangevochten in beroep. Cruciale vraag: wat is “onderdeel”? (planonderdeel, voorschriften besluit). De grieven in beroep mogen wel uitgebreider zijn dan die in bezwaar, mits binnen de gestelde onderdelen. Grieven kunnen ook later nog aangevoerd worden, maar binnen de grenzen van de goede procesorde (en niet mogelijk bij de crisis- en herstelwet).

  • Grondenfuik: ABRvS (niet CBB en CRvB!) hanteerde een grondenfuik tussen bezwaar en beroep (en beroep en hoger beroep). Grondenfuik lijkt te zijn opgeheven.
  • Bewijsfuik: onder omstandigheden kan bewijs dat niet is aangevoerd in bestuurlijke voorfase niet meer in beroep worden aangevoerd. Alleen en sporadisch toegepast door ABRvS (m.n. milieuzaken). Mogelijk niet meer toegepast onder artikel 6:13 Awb; in parl. geschiedenis gesteld dat aanvoeren nieuwe gegevens in eerste aanleg in beginsel mogelijk moet zijn
28
Q

Wat zijn de regels van bewijsrecht in beroep?

A

In beroep geldt de vrije bewijs-leer. Er zijn bijna geen regels van materieel bewijsrecht, wel van formeel bewijsrecht. Strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs is niet per definitie onbruikbaar in een bestuursrechtelijke procedure.

Bewijslastverdeling: zorgvuldigheid bestuursorgaan (3:2 Awb) versus informatieplicht burger (4:2 Awb) –“bewijsdomeinen”. Pagina 27 bijeenkomst 4.

29
Q

Wat is een redelijke termijn volgens het EVRM?

A

Art. 6 EVRM bepaalt dat deze termijn ‘een redelijke termijn is’. Deze termijn vangt aan: in het geval van een procedure mbt civil rights bij het indienen van het bezwaarschrift en in het geval van een criminal charge bij de eerste vervolgingshandeling. De termijn eindigt op het moment dat de bestuursrechter over de zaak ten gronde in laatste instantie uitspraak heeft gedaan.

Dit is ongeveer 2 jaar.

30
Q

Wat is de gewone regels bij niet tijdig nemen van een besluit?

A

Indien bestuursorgaan niet-tijdig beslist, bestaat regeling dwangsom bij niet tijdig beslissen (artikel 4:17 Awb e.v.):

 Geldt voor beschikkingen op aanvraag en in bezwaar (art. 7:14 Awb) (niet in beroep omdat een bestuursorgaan dan niets te besluiten/beslissen heeft);

 Ingebrekestelling van het bestuursorgaan vereist (artikel 4:17 lid 3 Awb)
 Maximale dwangsom – EUR 1260.

Voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep worden met een besluit gelijkgesteld: het niet tijdig nemen van een besluit (artikel 6:2 onder b Awb en artikel 8:1 Awb). Dit staat alleen open voor de aanvrager van een beschikking, niet voor eventuele derden-belanghebbenden.

Daarnaast geldt de regeling voor positieve fictieve beschikkingen (4:20a)

D

31
Q

Wat is de regeling voor positieve fictieve beschikkingen.

A

Daarnaast bestaat de regeling voor positieve fictieve beschikkingen bij niet tijdig beslissen (artikel 4:20a Awb)

 Deze regeling geldt alleen indien dat in bijzondere wet is bepaald;

 Door toepassing van de regeling wordt de beschikking van rechtswege verleend;

 De beschikking moet nog wel bekend worden gemaakt; de termijn voor bezwaar/beroep derden gaat pas lopen vanaf de bekendmaking.

32
Q

Aan welke eisen moet een bezwaarschrift, een (hoger) beroepschrift en een verzoek om voorlopige voorziening voldoen, inclusief een verzoek om proceskostenvergoeding en vergoeding griffierecht.

A

Zie artikel 6:5 voor de vereisten van een bezwaar- en beroepsschrift. Dit artikel geldt ook voor hoger beroep op grond van artikel 6:24.

Zie artikel 7:15 voor een proceskostenvergoeding in bezwaar. Er is in bezwaar geen griffierecht verschuldigd. De kosten die belanghebbende redelijkerwijs heeft moeten maken worden op verzoek vergoed. Het verzoek moet wel worden gedaan voordat het bestuursorgaan op het bezwaar heeft beslist.
Zie artikel 8:74 en 8:75 en 8:75a voor de proceskostenveroordeling in beroep.

Voor de voorlopige voorziening geldt artikel 8:82 en de schakelbepaling van artikel 8:84 lid 5.
Zie art. 8:114 voor de vergoeding van griffierecht in hoger beroep en artikel 8:118 samen met de verwijzing van 8:108 naar 8:74 tot en met 8:75a voor de proceskostenvergoeding in hoger beroep.

33
Q

Wanneer kunnen gebreken worden gepasseerd?

A

In bezwaar en in beroep kunnen gebreken worden gepasseerd.

Gebreken passeren (6:22 Awb)
Gebreken kunnen (discretionaire bevoegdheid) worden gepasseerd indien het gebrek niet onoverkomelijk is. Dit kan ook in het geval van ongeschreven rechtsregels. Passeren kan alleen indien de belanghebbende niet benadeeld is door het gebrek. Onder het begrip belanghebbende worden ook derden-belanghebbenden geschaard. Gebreken in de kennisgeving van aanvragen/ontwerpbesluiten kunnen daardoor vaak niet passeren. In dat geval kan artikel 8:72 lid 3 sub a mogelijk toepassing vinden, op grond waarvan het besluit wordt vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand blijven.
34
Q

Wat is een bestuurlijke lus?

A

In bezwaar en in beroep kunnen gebreken worden hersteld. Dit is een bestuurlijke lus, art. 8:51a.

Gebreken kunnen worden gerepareerd door middel van de bestuurlijke lus. Toepassing van de bestuurlijke lus is niet mogelijk indien derden-belanghebbende(n)
Onze ref. G8014620/1/N/pas
21 / 37
worden benadeeld. De bestuurlijke lus biedt het bestuursorgaan de mogelijkheid om het gebrek te herstellen zonder dat het beroep eindigt. Na het herstel wordt het beroep vervolgd.

35
Q

Welke stukken moeten worden overlegd en
tot welk moment voorafgaand aan een (hoor)zitting van bezwaar en administratief beroep kunnen nog nadere stukken worden ingediend?

Wie kan deze stukken inzien?

A

Bezwaar/administratief beroep (7:4; 7:18).

In bezwaar moet het bestuursorgaan het bezwaarschrift en alle stukken ter inzake leggen (7:4 lid 2) . Belanghebbenden kunnen afschriften van deze stukken krijgen ogv 7:4 lid 4.

Indienen van nadere stukken kan tot tien dagen voor de hoorzitting. De laatste dag is dus de elfde dag voor de zitting. Dit is geen fatale termijn. Indien na hoorzitting maar voor het nemen van de beslissing op bezwaar nog nieuwe stukken worden toegezonden, moet daarmee nog rekening worden gehouden.

36
Q

tot welk moment voorafgaand aan een (hoor)zitting van beroep kunnen nog nadere stukken worden ingediend?

Wie kan deze stukken inzien?

A

In beroep zend de griffier de stukken naar partijen (8:39) en kunnen partijen uittreksels krijgen (8:39 lid 3).

Beroep (8:58)
Indienen van nadere stukken kan tot tien dagen voor de hoorzitting. De laatste dag is dus de elfde dag voor de zitting. De eisen van goede procesorde blijven van toepassing. Dit houdt in dat het soms ook zo kan zijn dat stukken eerder ingediend moeten worden. Van belang is dat de wederpartij voldoende reactietijd moet hebben en de rechter zich moet kunnen inlezen. Deze termijn is geen vervaltermijn, maar een termijn van openbare orde. De rechter kan later ingediende stukken (zelfs ter zitting) in de beoordeling betrekken, mits gewaarborgd is dat de wederpartij niet onredelijk in haar procesvoering wordt bemoeilijkt.

Van belang is daarbij ook de vraag waarop de gegevens niet eerder konden worden ingebracht. Na sluiting zitting kunnen geen stukken meer worden ingediend. ‘

Wel kan worden verzocht om heropening (art. 8:68).
8:58 strekt niet zover dat de rechter niet ambtshalve acht zou kunnen slaan op een brief waarin een gebrekkig mandaat wordt gerepareerd. Overlegging van zo’n brief mag niet worden geweigerd.

37
Q

Wanneer is er sprake van een ‘6:19 Awb’-besluit en welke gevolgen dit heeft voor het aanhangige bezwaar- of beroepschrift?

A

Artikel 6:19 ziet op de gevolgen van het intrekken, wijzigen of vervangen van een besluit terwijl al bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld. Het bezwaar of beroep heeft volgens dit artikel van rechtswege betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit (behoudens het geval waarbij belanghebbende daar onvoldoende belang bij heeft).
Dit geldt ook indien het bezwaar is gemaakt of het beroep is ingesteld nadat het bestuursorgaan het bestreden besluit heeft ingetrokken, gewijzigd of vervangen (6:19 lid 2)
Intrekking of vervanging van het bestreden besluit staat niet in de weg aan vernietiging van dat besluit indien de indiener daarbij belang heeft. (6:19, lid 6). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de belanghebbende schade heeft geleden als gevolg van het inmiddels ingetrokken besluit.

Let op: Indien het gaat om wijziging of aanvulling van de motivering dan geldt art. 6:19 dus niet.

38
Q

hoe beoordeelt een bestuursorgaan binnen een bezwaarschriftprocedure?

A

Bij een bezwaarschriftprocedure dient het orgaan zijn eigen besluit volledig te heroverwegen (artikel 7:11 Awb). Het orgaan moet het besluit nog eens bezien, zowel op rechtmatigheid als op doelmatigheid. Het orgaan beziet of het besluit aanpassing behoeft, in beginsel gelet op de actuele stand van de wetgeving, beleid en feitelijke omstandigheden (dus niet aan de hand van de wetgeving, etc. die golden ten tijde van het nemen van het primaire besluit). Het orgaan toetst derhalve ex nunc.

Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het bestuursorgaan het bestreden besluit en neemt het voor zover nodig in plaats daarvan een nieuw besluit (artikel 7:11 lid 2 Awb).

39
Q

wat is een versnelde behandeling?

A

Versnelde behandeling - afd. 8.2.3
1. ratio: bedoeld voor zaken die (a) niet in aanmerking komen voor vereenvoudigde afdoening en (b) waarvoor Vovo onvoldoende soelaas zou bieden (8:52)

  1. gevolgen van versnelde behandeling:
    a. allerlei voor de gewone behandeling geldende termijnen kunnen worden verkort
    b. bepaalde procedurele waarborgen kunnen geheel of ten dele buiten toepassing worden gelaten, waaronder de conclusiemogelijkheid van derde-partijen (8:43(2)) en de mogelijkheid wensen omtrent het deskundigenonderzoek kenbaar te maken (8:47(3))
  2. voorwaarde versnelde behandeling: spoedeisendheid zaak (wordt niet snel aangenomen omdat consequentie is dat anderen langer op behandeling moeten wachten; bij de beoordeling wordt mede acht geslagen op de complexiteit van de zaak; de beslissing is niet appellabel; blijkt tijdens de behandeling dat de zaak niet voldoende spoedeisend is of dat een gewone behandeling nodig is, dan bepaalt de rechter dat de zaak op de gewone wijze wordt voortgezet) – bijv. tegenstrijdige uitspraken van rechtbanken kunnen onder omstandigheden, namelijk met het oog op de consistentie van nieuw te nemen besluiten op bezwaar, een spoedeisend belang opleveren

NB. als een verzoek om versnelde behandeling in hoger beroep wordt toegewezen, kan dat ertoe leiden dat de voor toewijzing van een verzoek om een voorlopige voorziening vereiste onverwijlde spoed komt te ontbreken

40
Q

wat is een vereenvoudigde behandeling?

A

8: 54 de rechter kan het onderzoek sluiten indien voortzetting vann het onderzoek niet nodig is aangezien:
a) de rechter kennelijk onbevoegd is
b) het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is;
c) het beroep kennelijk ongegrond is
d) het beroep kennelijk gegrond is

hiertegen staat verzet open 8:55

41
Q

in welk geval en op welk moment kan een bestuurlijke lus worden toegepast?

A

Bestuurlijke lus (8:51a e.v.): bestuursorgaan krijgt gelegenheid (in hoger beroep de opdracht) tot herstel van een herstelbaar gebrek in een besluit (nadere motivering of nieuw besluit idzv 6:19) (onderscheid „judiciële lus‟ – 8:113 – die inhoudt dat vanwege efficiency na bestuurlijke lus in hoger beroep tegen nieuwe besluit alleen hoger beroep open wordt gesteld of „sprongberoep‟)

  1. Wanneer? Als de rechter het geschil niet zelf finaal kan beslissen (bijv. onvoldoende feiten voor in de plaats tredend beslissing; deskundigenonderzoek nodig; of bestuursorgaan heeft beoordelings- of beleidsvrijheid met betrekking tot de waardering van de feiten)
    a. kan ook (i) bij tussenuitspraak vóórdat partijen zijn uitgenodigd om op de zitting te verschijnen, dus in de fase van het vooronderzoek (8:80(b)(2)); (ii) mondeling op de zitting (8:80(b)(2)); of (iii) in voorlopige voorzieningprocedure
    b. rechter kan tegelijkertijd een voorlopige voorziening treffen (8:80b(3))
    c. BO moet zo spoedig mogelijk informeren over keuze voor of tegen lus (8:51b(1))
  2. Wanneer niet?
    a. rechter kan wel finaal besluiten na vernietiging (bijv. bij bestuurlijke boete en het geschil de zwaarte van de sanctie betreft (8:72a)
    b. belanghebbenden derden kunnen daardoor onevenredig worden benadeeld (8:51a(1))
    c. Beperkt mogelijk: wanneer het gebrek slechts kan worden hersteld door (onbekende) derden bij de besluitvorming te betrekken (bijv. niet wanneer een op ontwerp-bestemmingsplan betrekking hebbend stuk niet ter inzage gelegd)
  3. Twee varianten:
    a. wettelijke (sinds 2010) - afd. 8.2.2.a (8:1a-8:51d) en 8.2.7 (8:80a en 8:80b): tussenuitspraak dat aan bestreden besluit gebreken kleven (vermeldt zo veel mogelijk op welke wijze gebrek kan worden hersteld); bestuursorgaan in gelegenheid gesteld tot herstel; partijen vier weken in gelegenheid schriftelijk zienswijze over het herstel kenbaar te maken; definitief oordeel rechter

b. informele: in enig stadium van geding stelt rechter BO in kennis van mogelijk gebrek (op de zitting of per brief) waarbij BO wordt uitgenodigd nader standpunt in te nemen en dat evt. neer te leggen in een nader besluit dat in het beroep wordt betrokken (6:19) (NB. Vaak in combinatie met bewijsopdracht

42
Q

wat zijn de gevolgen van een tussenuitspraak bij een bestuurlijke lus en welke rechtsbescherming staat daar tegen open?

A

Toepassing van de bestuurlijke lus vereist een tussenuitspraak. Hierin moet de bestuursrechter zoveel mogelijk vermelden op welke wijze het gebrek kan worden hersteld (artikel 8:80a Awb). Een tussenuitspraak kan op grond van artikel 8:80b Awb ook worden gedaan voor het moment dat aan de partijen de uitnodiging voor de zitting is gezonden.
De rechter bepaalt de termijn waarbinnen het bestuursorgaan het gebrek kan herstellen. Deze termijn kan worden verlengd (artikel 8:51a lid 1 en 2 Awb). Het bestuursorgaan dient de bestuursrechter zo spoedig mogelijk te laten weten of het gebruik maakt van de mogelijkheid het gebrek te herstellen (artikel 8:51b lid 1 Awb). Vindt herstel plaats, dan moet de rechter hierover zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd.
Partijen worden vervolgens in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na verzending van de mededeling door het bestuursorgaan hun zienswijzen schriftelijk in te dienen over de wijze waarop het gebrek is hersteld. Deze termijn kan worden verlengd (artikel 8:51 lid 2 en 3 Awb).

Het toepassen van een bestuurlijke lus leidt tot een incident in de lopende procedure. Zodra de uitkomsten van de toegepaste lus helder zijn, verplicht artikel 8:51c Awb de rechter om partijen mee te delen op welke wijze het beroep verder wordt behandeld.

Indien de bestuursrechter van oordeel is dat het bestuursorgaan het gebrek dat in de tussenuitspraak is geconstateerd, op een juiste wijze heeft hersteld (bijvoorbeeld door het aanvullen van een gebrekkige motivering van het bestreden besluit), kan dat er bijvoorbeeld toe leiden dat hij het beroep in de einduitspraak gegrond verklaart, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand laat.

43
Q

wat zijn de voor en nadelen van een bestuurlijke lus?

A

voordelen:
a. leidt tot meer finale geschilbeslechting (dan wanneer een besluit wordt
Onze ref. G8014620/1/N/pas
27 / 37
vernietigd op procedurele gronden en de zaak blijft pingpongen)
b. beroep derde-belanghebbende tegen herstelbesluit alleen ontvankelijk indien deze door het herstelbesluit in een nadeliger positie is komen verkeren

nadelen: tijdrovend (behandeling geschorst tot na de lus of door rechter gestelde termijn)
risico’s: na bestuurlijke lus kan de rechter zonder toestemming van partijen besluiten dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft (8:57(2))

44
Q

langs welke bestuursrechtelijke en/of civielrechtelijke weg(en) kan vergoeding worden gevorderd van schade geleden door rechtmatig en onrechtmatig overheidshandelen?

A

OPEN zie nr 26 Fender

45
Q

Wanneer is er sprake van onrechtmatig overheidshandelen?

A

Onrechtmatig overheidshandelen
Let op dat een besluit alleen onrechtmatig is indien het vernietigd wordt (dit heet omgekeerde formele rechtskracht). Indien een besluit formele rechtskracht heeft gaat de civiele en bestuursrechter uit van de rechtmatigheid van het besluit en de totstandkoming ervan. Uitzonderingen op de formele rechtskracht zijn:
- De belanghebbende niet valt te verwijten dat hij geen rechtsmiddel heeft ingesteld (bijv. bestuursorgaan: nee joh, geen besluit, maar feitelijke handeling. En later blijkt dat toch wel sprake was van een besluit N.B. vaak bewijsprobleem).
- Erkenning onrechtmatigheid door overheid (wederom: bewijskwesties).
- Tussentijdse wijziging rechtspraak belanghebbende-begrip (zie bijv. HR 23 februari 2007, NJ2007, 503).
- Zelfstandig schadebeslui

46
Q

hoe beoordeelt een bestuursorgaan binnen een administratief beroep?

A

Bij een administratief beroep dient een ander bestuursorgaan dan het orgaan dat het besluit genomen heeft het besluit toetsen op rechtmatigheid en doelmatigheid. Dit dient met enige terughoudendheid te geschieden. Het moet namelijk de eigen verantwoordelijkheid van het orgaan dat de primaire beslissing nam respecteren. Ook het administratief beroepsorgaan toetst en beslist ex nunc.
Als het bestuursorgaan het administratief beroep ontvankelijk en gegrond acht, vernietigt het bestuursorgaan het bestreden besluit en neemt het bestuursorgaan

47
Q

hoe (niet wat) beoordeelt een bestuursrechter in beroep? Wat is het beoordelingskader.

A

De hoofdregel is dat enkel de beslissing op bezwaar voorligt en niet de beslissing in primo. Hierop zijn enkele uitzonderingen (artikel 7:1 en artikel 3:4 Awb). De rechter mag in beginsel dus alleen toetsen aan de beslissing op bezwaar.
De bestuursrechter toetst het besluit op bezwaar ex tunc (naar de stand van het recht ten tijde van het nemen van het aan hem ter toetsing voorgelegde besluit. De rechter beoordeelt of het besluit op het moment dat het werd genomen rechtmatig was).

Het beoordelingskader is te vinden in artikel 8:69 Awb:

  • De bestuursrechter doet uitspraak op de grondslag van het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting.
  • De bestuursrechter vult ambtshalve de rechtsgronden aan.
  • De bestuursrechter kan ambtshalve de feiten aanvullen.
48
Q

Wat is het verbod op una petitia?

A

De beroepsgronden vormen voor de bestuursrechter het belangrijkste aanknopingspunt. Er geldt een verbod op ultra petita: de bestuursrechter mag in de regel niet treden in de beoordeling van de rechtmatigheid van een besluit of besluitonderdeel wanneer de beroepsgronden daar geen aanleiding toe geven.

49
Q

Wat toetst een bestuursrechter in beroep?

A

De beroepsgronden vormen voor de bestuursrechter het belangrijkste aanknopingspunt.

Let op: er geldt een verbod op ultra petita: de bestuursrechter mag in de regel niet treden in de beoordeling van de rechtmatigheid van een besluit of besluitonderdeel wanneer de beroepsgronden daar geen aanleiding toe geven.

Belangrijk is nog dat de bestuursrechter bepalingen van openbare orde ambtshalve moet toetsen, bijvoorbeeld:

  • Rechterlijke bevoegdheid en ontvankelijkheid
  • De bevoegdheid van het bestuursorgaan
  • De ontvankelijkheid van de voorfase

Er dient een behoorlijke belangenafweging plaats te vinden, waarbij algemene en bijzondere belangen tegen elkaar worden afgewogen (artikel 3:4 Awb).

Het consistentiebeginsel brengt voorts mee dat die afweging in een reeks van gevallen consistent is, dat wil zeggen dat in de afzonderlijke afwegingen een zekere lijn wordt gevolgd. Ook beleidsaspecten worden in die zin aan een rechtmatigheidstoets onderworpen, zij het op een tamelijk terughoudende wijze. De rechter mag immers niet zelf het beleid gaan bepalen. Wel moet hij nagaan of het beleid geen onredelijke gevolgen voor bepaalde belanghebbenden heeft.

50
Q

hoe (niet wat) beoordeelt een rechter in hoger beroep?

A

Hoger beroep heeft devolutieve werking ten aanzien van de uitspraak in eerste aanleg. De zaak wordt, binnen de afgebakende grenzen van het geding, opnieuw behandeld. De appelrechter heeft dezelfde bevoegdheden en verplichtingen als de rechtbank, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald.

Van een volledige afwenteling van de zaak op de hogere rechter, in die zin dat partijen de grenzen van de rechtsstrijd geheel opnieuw kunnen trekken, is geen sprake. Binnen het begrensde geschil vult de appelrechter de rechtsgronden aan en kan hij feiten aanvullen (artikel 8:69 Awb). Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat in hoger beroep nog nieuwe gronden of bewijstechnische gegevens worden aangevoerd. Dit vindt overigens zijn grenzen in de trechterwerking van het hoger beroep. Het trechtermodel houdt in dat in hoger beroep geen geheel nieuwe beroepsgronden mogen worden geproduceerd, tenzij hiervoor een bijzondere rechtvaardiging bestaat.

Toetsing geschiedt ex tunc. Of hoger beroep open staat, wordt bepaald aan de hand van artikel 8:104 Awb.

51
Q

Wat is de samenstelling van een bezwaarschriftencommissie?

A

De bezwaarschriftencommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden (artikel 7:13 lid 1 sub a Awb). De voorzitter van de commissie dient werkelijk onafhankelijk te zijn (artikel 7:13 lid 1 aanhef onder b Awb). De overige leden van een artikel 7:13-commissie mogen in beginsel deel uitmaken van een bestuursorgaan en een partijpolitieke binding hebben. Een ambtenaar-lid is evenmin uitgesloten.

52
Q

Wat doet een bezwaarschriftencommissie? Wat is haar taak?

A

De bezwaarschriftencommissie dient in ieder geval de bezwaarmaker, het bestuursorgaan en eventuele derdebelanghebbenden (artikel 7:13 lid 3 Awb) te horen. Het horen hoeft niet door de gehele commissie te geschieden, maar kan gebeuren door de voorzitter of een lid ervan. Dat ene lid mag dan geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Dit is een onafhankelijkheidswaarborg. Indien het horen niet geschiedt door de voltallige commissie sluit dit niet uit dat andere leden aan de advisering deelnemen; het vereiste aantal leden moet deelnemen, ook al is een lid niet betrokken geweest bij het horen. Het kan dus niet zo zijn dat de advisering slechts wordt gedragen door de voorzitter en een horend lid.

De bezwaarschriftencommissie adviseert vervolgens het bestuursorgaan over de ontvankelijkheid en (on)gegrondheid van het ingediende bezwaarschrift. Het advies moet schriftelijk worden uitgebracht en een verslag van het horen bevatten (artikel 7:13 lid 6 Awb). Het bestuursorgaan is echter niet gehouden om het advies van de bezwaarschriftencommissie op te volgen. Ingevolge artikel 7:13 lid 7 Awb (vergelijkbaar met artikel 3:50 Awb) kan een bestuursorgaan afwijken van het advies van de bezwaarschriftencommissie, mits de afwijking wordt gemotiveerd. Deze bepaling is niet van openbare orde, dus hieraan mag niet ambtshalve worden getoetst.

53
Q

Waarvoor wordt een bezwaarschriftencommissie ingesteld?

A

De mogelijkheid tot het instellen van een bezwaarschriftencommissie is geregeld in artikel 7:13 Awb. De bezwaarschriftencommissie is een adviescommissie. De commissie kan ad hoc zijn ingesteld (voor het ene voorliggende bezwaarschrift), maar kan ook bij afzonderlijke regeling (bijvoorbeeld gemeentelijke verordening) in het leven zijn geroepen voor de behandeling van alle bij het betreffende bestuursorgaan binnenkomende bezwaarschriften.
Inschakeling van een adviescommissie in de zin van artikel 7:13 Awb verhoogt het rechtsbeschermingskarakter van de bezwaarschriftprocedure vanwege de grotere afstandelijkheid en onafhankelijkheid van het horen en van de advisering.