1. Basisbegrippen Flashcards
Leg uit wat een bestuursorgaan is.
Een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 awb.
a-orgaan: een orgaan van een rechtspersoon (ex art 2:1 BW) die krachtens publiekrecht is ingesteld (denk hierbij ook aan de organisatie of instelling waarvan de wet zegt dat er ‘rechtspersoonlijkheid’ is verleend)
b-orgaan: een ander persoon of college die met enig openbaar gezag is bekleed.
Let op lid 2 (uitzonderingen) en lid 3 (uitzondering op uitzondering).
Wat is een besluit in de zin van de awb?
Art 1:3 lid 1 Awb: een besluit is een eenzijdig publiekrechtelijke rechtshandeling.
Wat is een besluit in de zin van de awb?
Art 1:3 lid 1 Awb:
- een schriftelijke beslissing (wilsuiting)
- van een bestuursorgaan (1:1 awb)
- inhoudende een publiekrechtelijke ( bij of krachtens publiekrechtelijk voorschrift) rechtshandeling (gericht op rechtsgevolg)
Welke type besluiten zijn er?
Er zijn twee typen besluiten:
- een beschikking, zoals een vergunning, vrijstelling of een subsidieverlening (art 1:3 lid 2 Awb). Met inbegrip van de afwijzing van de aanvraag daarvan.
- een besluit van algemene strekking (bas) (art 1:3 lid 1 awb). (Let op: niet de weigering om te beslissen, want geen rechtsgevolg is geen rechtshandeling!)
Voorbeelden van een b.a.s.: (a) een plan, (b) een algemeen verbindend voorschrift a.v.v. (c) een beleidsregel, ex 13 lid 4 (d) een concrete norm, bijv besluit tot plaatsen verkeersbord en (e) overige bas, bijvoorbeeld besluit tot vaststelling datum van inwerkingtreding a.v.v.
Waar moet je zijn in de awb, voor wat:
Benoem hoofdstuk 1 t/m 8.
Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen.
Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen bestuursrecht.
Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen over besluiten (b.a.s., voorbereidingsprocedure ).
Hoofdstuk 4: Bijzondere bepalingen over besluiten (beschikkingen, subsidies, beleidsregels)
Hoofdstuk 5: Handhaving.
Hoofdstuk 6: Algemene bepalingen over bezwaar en beroep.
Hoofdstuk 7: Bijzondere bepalingen over bezwaar en beroep.
Hoofdstuk 8: Bijzondere bepalingen over wijze van procederen bij de bestuursrechter.
Waar moet je zijn in de awb, voor wat:
Benoem hoofdstuk 1 t/m 8.
Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen (hierin staan de kernbegrippen die gelden voor de gehele awb).
Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen bestuursrecht.
Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen over besluiten (b.a.s., voorbereidingsprocedure (Let op, dus niet voor een negatief besluit, wel een afwijzing van een aanvraag van een beschikking)).
Hoofdstuk 4: Bijzondere bepalingen over besluiten (beschikkingen, subsidies, beleidsregels)
Hoofdstuk 5: Handhaving.
Hoofdstuk 6: Algemene bepalingen over bezwaar en beroep.
Hoofdstuk 7: Bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep (7:1 awb is de grondslag indienen bezwaarschrift).
Hoofdstuk 8: Bijzondere bepalingen over wijze van procederen bij de bestuursrechter (beroep en voorlopige voorziening).
Leg de gelaagde structuur van de awb uit.
In hoofdstukken 1 t/m 5 zitten de bepalingen met betrekking tot het besluit.
Algemene bepalingen besluit (hfd 3) + type besluit (b.a.s is hfd 3 / beschikking is hfd 4) + handhaving (hfd 5).
In 6 t/m 8 zitten de bepalingen inzake rechtsbescherming: Algemene bepalingen (hfd 6) + bezwaar en administratief beroep (hfd 7) + beroep (hfd 8).
Wat is een a.v.v.?
Een algemeen verbindend voorschrift (a.v.v.) is een besluit van algemene strekking (b.a.s.) met de volgende kenmerken:
- heeft een externe werking
- bevat bindende algemene regels
- uitgevaardigd door het openbaar gezag (bij of krachtens de wet)
- algemeen naar tijd plaats, persoon en rechtsfeit
Let wel, wetten in formele zin is geen a.v.v. want formele wetgever is geen bestuursorgaan.
Geen beroep mogelijk tegen een a.v.v. (8:3 lid 1 sub a awb)
wat is een beleidsregel?
Een beleidsregel is een besluit van algemene strekking (b.a.s.) zoals opgenomen in artikel 1:3 lid4 awb, met de volgende kenmerken:
- een bij besluit vastgestelde algemene regel (niet zijnde a.v.v.)
- inzake de afweging van belangen, vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften.
- ziet op het gebruik van een reeds bestaande bevoegdheid.
- werken alleen intern om bestuur te binden, tenzij bekendgemaakt volgend 3:42 awb.
de bevoegdheid om beleidsregels vast te stellen volgt uit art 4:81.
In beginsel staat geen beroep mogelijk tegen een beleidsregel (8:3 lid 1 sub a awb).
De HR kan alleen beleidsregels toetsen die rechtsregels zijn in de zin van 79 RO, wanneer zij naar hun inhoud en strekking ertoe lenen om als rechtsregel te worden toegepast.
Benoem wat formele a.b.b.b.’s zijn
Betreft de procedure van totstandkoming van bestuursbesluiten.
- Verbod van vooringenomenheid (2:4)
- Zorgvuldigheidsbeginsel (3:2 en 4:7 en 4:8)
- Beginsel van fair play
- Motiveringsbeginsel (3:46)
Bij vernietiging van een besluit vanwege een schending van een formele beginsel zal het bestuursorgaan een opnieuw het besluit moeten nemen met inachtneming van de procedure en/of het gebrek herstellen.
Benoem wat materiele a.b.b.b. zijn
Betreft de de inhoud van bestuursbesluiten.
- Specialiteitsbeginsel,
- Verbod van détournement de pouvoir (3:3)
- Verbod van willekeur / evenredigheidbeginsel (3:4 lid 2)
- Vertrouwensbeginsel (ongeschreven)
- Rechtszekerheidsbegisel (ongeschreven)
- Gelijkheidsbeginsel (1 Gw)
- Belangenafweging (3:4 lid 1)
- Egualité devant les charges publiques (ongeschreven)
Bij vernietiging van een besluit vanwege een schending van een materiële beginsel zal het bestuursorgaan een inhoudelijk anders besluit moeten nemen.
Wie zijn belanghebbenden volgens de awb?
Een belanghebbende in de zin van artikel 1:2 awb.
Een belanghebbende kan zijn:
(lid 1) een natuurlijk persoon of een rechtspersoon;
(lid 2) een bestuursorgaan;
(lid 3) een rechtspersoon met bepaalde belangen en groeperingen die geen rechtspersoonlijkheid bezitten.
Wat is de OPERA-criteria?
OPERA-criteria is een cumulatieve criteria waar een natuurlijk persoon of een rechtspersoon aan moet voldoen om als belanghebbende te worden aangemerkt (ex 1:2 lid 1 awb):
- Objectief concreet bepaalbaar belang (niet zuiver persoonlijke beleving.
- Persoonlijk (Individueel / onderscheidend van de amorfe massa)
- Eigen (niet van een ander, tenzij met machtiging)
- Rechtstreeks (causaal verband)
- Actueel (niet een onzeker in de toekomst liggend belang)
Wat is de cumulatieve criteria die hoort bij artikel 1:3 lid 3 awb?
Art 1:2 lid 3 awb wordt gebruikt voor rechtspersonen die opkomt voor algemene of collectieve belangen die rechstreeks zijn betrokken bij het besluit.
Criteria is:
- Rechtspersoonlijkheid
- Behartiging algemene of collectieve belangen
- Op basis van specifieke statutaire doelstelling
- De behartiging van bedoelde belangen moet blijken uit feitelijke werkzaamheden
- Finaliteitsvereiste; de rechtspersoon is gebonden aan zijn eigen doeleinden.
Intrekken van beschikkingen
OPEN: Zie samenvatting Fender
