6. Sphenoid Flashcards
T6.01
Palpatie naar positie
Os Sphenoid
Hierbij beoordelen we:
- de positie van de alae majores (craniaal-caudaal, anterior-posterior)
- de concaviteit van de facies temporalis van de alae majores (vlak-concaaf).
T6.01
Luistertest, algemene handvatting
Os Sphenoid
Algemene handgreep
- calvaria
- fronto-occipitaal
- spheno-occipitaal
- occipito-sphenoidaal
Beoordeel het PRM met focus op het os sphenoidale.

T6.03
Luistertest
intrabuccaal - os palatinum
Met de wijsvinger ter hoogte van de sut. palatina media van os palatinum (intrabuccaal) en focus op het corpus beoordelen we indirect (via palatinum en vomer) de mobiliteit van het corpus van os sphenoidale.
Andere hand neemt contact met alae majores (duim en wijs - middenvinger).

T6.04
Luistertest
intrabuccaal - processus pterygoideus
os sphenoid
Met de ringvinger of pink kunnen we tevens intrabuccaal contact nemen met de processus pterygoideus en ook daar de mobiliteit beoordelen.

T6.05
Mobiliteitstest
Os Sphenoid
Algemene handgreep
- calvaria
- fronto-occipitaal
- spheno-occipitaal
- occipito-sphenoidaal
voer een impulstest uit van het os sphenoidale in flexie en in extensie

T6.06
Diagnose
Os Sphenoid
- Normale fysiologische beweging in flexie en in extensie = geen dysfunctie
- Normale bewegingsuitslag bij flexie, beperkte bewegingsuitslag bij extensie = flexiedysfunctie
- Normale bewegingsuitslag bij extensie, beperkte bewegingsuitslag bij flexie = extensiedysfunctie
- A-fysiologische beweging (het os sphenoidale maakt geen flexie/extensie rond de bewegingsas, maar functioneert uitgaande van één of meerdere fixatiepunten.). Hier is het aansluitend nodig de suturen te testen tussen os sphenoidale en de omgevende botstukken, daar deze verantwoordelijk kunnen zijn voor de a-fysiologische beweging.
Opmerking: Uitgaande van het algemene diagnoseschema weten we reeds of er een algemene craniale dysfunctie (SSB, membranen, fluctuatie) of meer specifieke dysfuncties in een bepaald kwadrant zijn.
Met betrekking tot het os sphenoidale gaat het hierbij voornamelijk om de anteriore kwadranten. Er kunnen echter ook suturale dysfuncties zijn tussen het os sphenoidale en een botstuk van de posteriore kwadranten (os occipitale (SSB), os temporale, os parietale).
T6.07
Sphenoid - Temporale
sut. test
Os Sphenoid
O. zit aan hoofdeinde:
- ene hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
- andere hand neemt contact met het os temporale via de ‘vleugelmoerhandgreep’
Testen:
- luistertest: er is sprake van een dysfunctie wanneer beide botten volledig samen bewegen (geen bewegingsvrijheid tussen beiden)
- mobiliteitstest: er wordt afwisselend een impuls gegeven in flexie/externe rotatie of extensie/interne rotatie op één van de twee botstukken. We beoordelen of het andere botstuk direct meegaat (= dysfunctie) of niet.
Het verticale deel van de sut. spheno-squamosa kan ook via een V-spread getest worden (bemoeilijkt door m. temporalis)

T6.08
Sphenoid - Parietale
sut. test
Os Sphenoid
O. zit aan hoofdeinde:
- ene hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
- ander hand neemt contact met wijsvinger ter hoogte van de anteriore hoek van os parietale, pink ter hoogte van posteriore hoek en duim homolateraal naast de sut. sagittalis
Testen:
- luistertest: er is sprake van een dysfunctie wanneer beide botten volledig samen bewegen (geen bewegingsvrijheid tussen beiden)
- mobiliteitstest: er wordt afwisselend een impuls gegeven in flexie/externe rotatie of extensie/interne rotatie op één van de twee botstukken. We beoordelen of het andere botstuk direct meegaat (= dysfunctie) of niet.
De sut. sphenoparietalis kan ook via een V-spread getest worden (bemoeilijkt door m. temporalis).

T6.09
Sphenoid - Frontale
sut. test
OS Sphenoid
- O. zit of staat heterolateraal: Cant Hook-handgreep
- caudale hand met wijsvinger ter hoogte van ala major. Evt. kan men de ringvinger of de pink intrabuccaal positioneren ter hoogte van de processus pterygoideus.
- craniale hand met wijs- en middenvinger ter hoogte van de processus zygomaticus van het os frontale
- duimen vormen een fulcrum aan de andere zijde ter hoogte van de frontosphenoidale regio
Testen:
- luistertest: er is sprake van een dysfunctie wanneer beide botten volledig samen bewegen (geen bewegingsvrijheid tussen beiden)
- mobiliteitstest: er wordt afwisselend een impuls gegeven in flexie/externe rotatie of extensie/interne rotatie op één van de twee botstukken. We beoordelen of het andere botstuk direct meegaat (= dysfunctie) of niet.
De sut. sphenofrontalis kan ook via een V-spread getest worden (bemoeilijkt door m. temporalis).

T6.10
Sphenoid - Zygomaticum
sut. test
Os Sphenoid
O. zit aan hoofdeinde:
- ene hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
- andere hand neemt contact met het os zygomaticum tussen duim, wijs- en middenvinger
Testen:
- luistertest: er is sprake van een dysfunctie wanneer beide botten volledig samen bewegen (geen bewegingsvrijheid tussen beiden)
- mobiliteitstest: er wordt afwisselend een impuls gegeven in flexie/externe rotatie of extensie/interne rotatie op één van de twee botstukken. We beoordelen of het andere botstuk direct meegaat (= dysfunctie) of niet.

T6.11
Sphenoid - Etmoidale
sut. test
Os Sphenoid
O. zit of staat lateraal:
- caudale hand met wijsvinger ter hoogte van glabella en middenvinger op sut. internasalis (focus op os ethmoidale)
- craniale hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
Testen:
- luistertest: er is sprake van een dysfunctie wanneer beide botten volledig samen bewegen (geen bewegingsvrijheid tussen beiden)
- mobiliteitstest: er wordt afwisselend een impuls gegeven in flexie of extensie op één van de twee botstukken. We beoordelen of het andere botstuk direct meegaat (= dysfunctie) of niet.

T6.12
Sphenoid - Vomer
sut. test
Os Sphenoid
O. zit of staat lateraal:
- caudale hand met wijsvinger ter hoogte van sut. cruciformis (= kruispunt thv gehemelte tussen de horizontale laminae van Li en Re maxilla en os palatinum) met focus op vomer
- craniale hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
Testen:
- luistertest: er is sprake van een dysfunctie wanneer beide botten volledig samen bewegen (geen bewegingsvrijheid tussen beiden)
- mobiliteitstest: er wordt afwisselend een impuls gegeven in flexie of extensie op één van de twee botstukken. We beoordelen of het andere botstuk direct meegaat (= dysfunctie) of niet.

T6.13
Sphenoid - Palatinum
sut. test
Os Sphenoid
O. zit of staat heterolateraal:
- caudale hand met wijsvinger ter hoogte van lamina horizontalis van os palatinum
- craniale hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
Testen:
- luistertest: er is sprake van een dysfunctie wanneer beide botten volledig samen bewegen (geen bewegingsvrijheid tussen beiden)
- mobiliteitstest: er wordt afwisselend een impuls gegeven in flexie/externe rotatie of extensie/interne rotatie op één van de twee botstukken. We beoordelen of het andere botstuk direct meegaat (= dysfunctie) of niet.

T6.14
Pre-post Sphenoid
intra-ossair
Os Sphenoid
Handgreep: Platybasia
O. zit aan hoofdeinde:
- midden-, ringvinger en pink bilateraal onder os occipitale
- wijsvinger bilateraal ter hoogte van processus mastoideus
- duimen bilateraal posterior van processus zygomaticus van os frontale
Test:
- duimen brengen de processus zygomaticus van os frontale naar anterior
- de andere vingers houden het os occipitale en het os temporale naar posterior
- met focus op de relatie pre-postsphenoid beoordelen we de decompressie

T6.15
Corpus/Ala Minor -
Ala Major/Proc. Pterygoideus
intra-ossair
Os Sphenoid
- Hier gebruiken we dezelfde handgreep als bij de test tussen os sphenoidale en os frontale (Cant Hook-handgreep)
- Daarbij ligt de focus van de craniale hand niet op het os frontale maar op het complex corpus/ala minor.
Test:
caudale hand houdt ala major/processus pterygoideus naar inferior en voert met de craniale hand een lichte tractie naar superior uit.

T6.16
Ala Major - Proc. Pterygoideus
intra-ossair
Os Sphenoid
O. zit of staat heterolateraal:
- craniale hand neemt contact met beide alae majores tussen duim en wijs- of middenvinger
- caudale hand met ringvinger of pink ter hoogte van processus pterygoideus
Test:
- wijsvinger voert op ala major een tractie naar craniaal uit
- ringvinger of pink houdt de processus pterygoideus naar caudaal

T6.17
Luistertest Fossa Pterygopalatina
Os Sphenoid
O. zit of staat heterolateraal
- craniale hand omvat los de schedel
- caudale hand met ringvinger of pink intrabuccaal lateraal ter hoogte van processus pterygoideus
- Aansluitend brengt men de vinger in craniale richting zo hoog mogelijk in de fossa pterygopalatina.
Test:
intrabuccale vinger beoordeelt de mobiliteit van de fossa pterygopalatina (openen en sluiten).

6.01
Flexie dysfunctie
normalisatie
Os Sphenoid
O. zit aan hoofdeinde:
- algemene handgreep
- O. maakt een disengagment tussen os sphenoidale en os occipitale.
- Vervolgens houdt O. het os occipitale in een neutrale positie (niet blokkeren) en brengt het os sphenoidale telkens verder in flexie, terwijl de extensiebeweging wordt afgeremd
- O. zoekt het PBMT
- Vasthouden tot correctie
- Ondersteunend kan P. een inspirapnoe en/of dorsiflexie van beide voeten maken.

6.02
Extensie dysfunctie
normalisatie
Os Sphenoid
O. zit aan hoofdeinde:
- algemene handgreep
- O. maakt een disengagement tussen os sphenoidale en os occipital
- Vervolgens houdt O. het os occipitale in een neutrale positie (niet blokkeren) en brengt het os sphenoidale telkens verder in extensie, terwijl de flexiebeweging wordt afgeremd
- O. zoekt het PBMT
- Vasthouden tot correctie
- Ondersteunend kan P. een expirapnoe en/of plantairflexie van beide voeten maken.

6.03
Sphenoidale – Temporale
normalisatie
Os Sphenoid
1. V-Spread sutura sphenosquamosa verticaal gedeelte:
O. zit aan hoofdeinde
- wijs- en middenvinger van ene hand aan weerszijden van het verticale deel van de sut. sphenosquamosa
- impuls vanuit tuber parietalis andere zijde
2. Disengagement
O. zit aan hoofdeinde:
- ene hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
- andere hand neemt contact met het os temporale via de ‘vleugelmoerhandgreep’
Variante (handgreep): O. staat of zit heterolateraal
- caudale hand met wijs- en middenvinger op ala major, pink intrabuccaal ter hoogte van processus pterygoideus
- craniale hand: ‘vleugelmoerhandgreep’ op os temporale
Disengagement:
- O. brengt ala major naar anterior en houdt het os temporale naar posterior tot release.
- In functie van de verschillende delen van de sutuur tussen os sphenoidale en os temporale kan dit voorafgegaan worden door:
- voor het verticaal gedeelte sut. sphenosquamosa: wijs- of middenvinger geeft lichte druk op ala major naar mediaal.
- voor horizontaal gedeelte sut. sphenosquamosa: ala major naar inferior en os temporale naar superior
- voor synchondrosis sphenopetrosa: dit is een neutrale sutuur en hier volstaat de disengament in antero-posteriore richting.
- Evt. kan voorafgaand een compressie worden uitgevoerd.
3. Specifieke techniek
Zelfde handgreep als bij disengagement:
- O. maakt een disengagement, gevolgd door het opzoeken van het PBMT (zowel voor os sphenoidale als voor os temporale).
- Vasthouden tot correctie.
- Indien aangewezen kan ook een directe of gecombineerde techniek worden toegepast.

6.04
Sphenoidale – Parietale
normalisatie
Os Sphenoid
1. V-spread sutura sphenoparietalis
- O. zit aan hoofdeinde
- wijs- en middenvinger van ene hand aan weerszijden van sut. sphenoparietalis
- impuls vanuit tuber parietalis andere zijde
2. Disengagement
- O. zit of staat heterolateraal:
- caudale hand met wijsvinger op ala major (en evt. pink intrabuccaal ter hoogte van processus pterygoideus
- craniale hand lateraal op de schedel met wijsvinger ter hoogte van antero-inferiore hoek van os parietale
Disengagement:
- wijsvinger van de craniale hand geeft een lichte druk naar mediaal op os parietale.
- Vervolgens brengt O het os parietale naar craniaal terwijl het os sphenoidale naar caudaal gehouden wordt tot release.
- Evt. kan voorafgaand een compressie worden uitgevoerd.
3. Specifieke techniek
- O. zit of staat heterolateraal:
- caudale hand met wijsvinger op ala major (en evt. pink intrabuccaal ter hoogte van processus pterygoideus
- craniale hand met wijsvinger ter hoogte van de anteriore hoek van os parietale, pink ter hoogte van posteriore hoek en duim homolateraal naast de sut. sagittalis
- O. maakt een disengagement, gevolgd door het opzoeken van het PBMT (zowel voor os sphenoidale als voor os parietale)
- Vasthouden tot correctie
Indien aangewezen kan ook een directe of gecombineerde techniek worden toegepast.

6.05
Sphenoidale – Frontale
normalisatie
Os Sphenoid
1. V-spread
- O. zit aan hoofdeinde:
- wijs- en middenvinger van de ene hand aan weerszijde van de sut. sphenofrontalis
- impuls vanuit asterion heterolaterale zijde
2. Disengagement
- O. zit of staat heterolateraal: Cant Hook-handgreep
- caudale hand met wijsvinger ter hoogte van ala major.
- Evt. kan men de ringvinger of de pink intrabuccaal positioneren ter hoogte van de processus pterygoideus
- craniale hand met wijs- en middenvinger ter hoogte van processus zygomaticus van os frontale
- duimen vormen een fulcrum aan de andere zijde ter hoogte van de frontosphenoidale regio
Disengagement:
- wijs- en middenvinger geven een lichte druk naar mediaal ter hoogte van processus zygomaticus van os frontale.
- Vervolgens houdt O. het os sphenoidale naar caudaal, terwijl een tractie op het os frontale naar craniaal wordt uitgevoerd tot release.
Evt. kan voorafgaand een compressie worden uitgevoerd
3. Specifieke techniek
- Zelfde handgreep als bij disengagement:
- O. maakt een disengagement, gevolgd door het opzoeken van het PBMT (zowel voor os sphenoidale als voor os frontale).
- Vasthouden tot correctie.
Indien aangewezen kan ook een directe of gecombineerde techniek worden toegepast. Hierbij kan ook een bilaterale techniek worden uitgevoerd:
- O. zit of staat lateraal:
- caudale hand met duim en wijsvinger op beide alae majores
- craniale hand met duim en wijsvinger op beide processi zygomatici van os frontale
Disengagement:
- met duim en wijsvinger van craniale hand wordt lichte druk gegeven naar mediaal.
- Vervolgens houdt O. met de caudale hand os sphenoidale naar caudaal, terwijl een tractie op het os frontale naar craniaal-anterior wordt uitgevoerd tot release.
- De disengagement kan ook gevolgd worden door het opzoeken van het PBMT (zowel voor os sphenoidale als voor os frontale).
- Vasthouden tot correctie.
Indien aangewezen kan ook een directe of gecombineerde techniek worden toegepast.

6.06
Sphenoidale – Zygomaticum
normalisatie
Os Sphenoid
1. Disengagement
- O. zit of staat heterolateraal:
- craniale hand met wijs- en middenvinger op ala major homolateraal, duim op ala major heterolateraal
- caudale hand omgrijpt met duim, wijs- en middenvinger het os zygomaticum
Disengagement:
- O. houdt ala major naar craniaal-posterior
- terwijl de caudale hand het os zygomaticum naar caudaal-anterior beweegt tot release.
- Evt. kan voorafgaand een compressie worden uitgevoerd.
2. Specifieke techniek
- Zelfde handgreep als bij disengagement: O. maakt een disengagement, gevolgd door het opzoeken van het PBMT (zowel voor os sphenoidale als voor os zygomaticum). Vasthouden tot correctie.
Indien aangewezen kan ook een directe of gecombineerde techniek worden toegepast.

6.07
Sphenoidale – Ethmoid
normalisatie
Os Sphenoid
Disengagement
- O. zit aan hoofdeinde: Platybasia-handgreep
- midden-, ringvinger en pink bilateraal onder os occipitale
- wijsvinger bilateraal ter hoogte van processus mastoideus
- duimen bilateraal posterior van processus zygomaticus
Disengagement:
- met focus op de relatie presphenoid-ethmoid brengen de duimen de processus zygomaticus van os frontale naar anterior
- de andere vingers oefenen ter hoogte van os occipitale en os temporale een druk uit naar posterior tot release
- Evt. kan voorafgaand een compressie worden uitgevoerd.
Specifieke techniek
- O. zit of staat lateraal
- caudale hand met wijsvinger ter hoogte van glabella en middenvinger op de sut. internasalis (focus op os ethmoidale)
- craniale hand neemt contact met beide alae majores door middel van duim en wijs- of middenvinger
- O. maakt een disengagement (alae majores naar posterior), gevolgd door het opzoeken van het PBMT (zowel voor os sphenoidale als voor os ethmoidale).
- Vasthouden tot correctie.
Indien aangewezen kan ook een directe of gecombineerde techniek worden toegepast.







